Boskap, bebouwing en wegen, jacht en zeedorpen (Kennemerland)
Vanaf de middeleeuwen tot in de 19e eeuw ontstonden aan de kust grote zandverstuivingen. Dit kwam waarschijnlijk door een verandering in het klimaat en door menselijke ingrepen: houtkap en ontbossing, ontwatering van het achterland en na 1300 een kunstmatig hoog gehouden konijnenstand. Nederzettingen, landbouwpercelen en bossen verdwenen uiteindelijk onder het zand van de nieuwe, Jonge Duinen. Maar de kuststrook bleef een landschap van mensen getuige de zeedorpen, kleine tijdelijke nederzettingen in het duin, sporen van beweiding, jacht, houtkap en zandwinning. Het duin was in de middeleeuwen eigendom van de graven van Holland. Later kwam het in het bezit van edelen en rijke kooplieden – met kastelen en landhuizen aan de binnenduinrand. Grootgrondbezitters lieten hun (jacht)rechten op grote schaal gelden; bewoners van de duinstreek deden dat op kleine schaal – zij scharrelden op allerlei manieren een bestaan bij elkaar.
Lees verder:
Pingback: Duinen en mensen » Duinbeeld (1) Jacob van Ruisdael: Duinlandschap met konijnenjacht