Ontstaan van een kustlandschap
Texel is ons grootste Waddeneiland: 162 km2 groot. Naast jonge duinen, kwelders en polders bevat Texel als enige Waddeneiland een landschap uit de voorlaatste ijstijd: het glooiende gebied van Den Hoorn tot Oost waarin de meeste dorpen zich bevinden. De Hoge Berg bij Den Burg is daarin het hoogste punt, op ruim 15 m boven NAP. Deze pleistocene kern is een restant van een uitgestrekt heuvelachtig landschap dat na de laatste ijstijd grotendeels verdwenen is door een zeespiegelstijging van ca 100 m. De zee bedekte dit oude landschap met klei en zand. In perioden waarin de afvoer van zoet binnenwater stagneerde als gevolg van een door strandwallen en duinen gesloten kust, ontstond op sommige plekken veen. De verdrinking van het gebied ging door tot, rond het jaar 1000, het Marsdiep ontstond. Daarna begonnen de bedijkingen en aan de westzijde vormde zich een duinkust, onder andere uit het voormalige eiland Ganc. De duinen van Texel zouden uiteindelijk hoog opstuiven, hoger dan de Hoge Berg.
Lees verder: