Inleiding natuur (Texel)
Rolf Roos m.m.v. Kees Bruin en Arthur Oosterbaan
De duinen van Texel bieden overal natuur in grote variatie: stuivend zand, duinen met helmgras, hier en daar bosjes in valleien, duingrasland, heidevelden, hellingen vol duinrozen en diepe, soms afgelegen, moerassen die in de winter nauwelijks doorwaadbaar zijn. En veel natuur in verandering, zowel van seizoen tot seizoen als over langere perioden: duinen worden hoger en lager, valleien zijn soms droger, dan weer natter, hier en daar ontstaat spontaan struweel van duindoorn, vlier of wilg. Al duizend jaar bouwen wind, zand, regen en vegetatie, samen met de altijd aanwezige mens, het Texelse duin. Aan de zuidpunt ontstaan nieuwe duinen, maar de zee nam in de vorige eeuw ook grote delen van het westelijke duin weg. Waar zout de boventoon voert, liggen kwelders en ontbreken houtige gewassen. Vogels zorgen voor aanvoer van zaden, die weer kiemen. Konijnen en sprinkhanen en lokaal door de beheerders ingezet vee houden delen van de duinen kort en open.
Lees verder: