Kennemerland als bakermat van de natuurbescherming
Joop Mourik, 2009
In de tweede helft van de 19e eeuw was Haarlem een bruisende stad, gelegen in een ruim en groen landschap. Kunst en cultuur bloeiden, verenigingen op allerlei gebied schoten de grond uit. Bij de gegoede burgerij ontstond een aandrift om planten te gaan kijken. De natuur in eigen omgeving haalde geregeld de pers. De beeldende taal van het boek ‘Onkruid uit 1886, botanische wandelingen in Kennemerland’ van F.W. van Eeden inspireerde velen om er op uit te trekken. Voor Haarlemmers was ‘de Hout’ het wandelbos bij uitstek om een frisse neus te halen, maar ook het rondje ‘Elswout om’, met bezoek aan de herberg Kraantje Lek, behoorde tot de geliefde zondagse uitstapjes.
Lees verder: