Parnassia (inzending Bloeiende duinen, 2016)
Koos Dijksterhuis
Nazomer – parnassiatijd! Van juli tot september bloeien deze prachtige bloemen. In sommige duingebieden kleuren ze de bermen van schelpenpaden, duinhellingen en soms complete duinvalleien wit. Op lichtgroene, kaarsrechte standaardjes staan de ronde, witte knoppen en de bloemen van zilverwit porselein, met eigele kransjes van meeldraadjes. Dat zijn honingpotjes waarop insecten op afkomen, vliegen en mieren vooral. Zij kruisbestuiven de bloemen. De gele draadjes zijn lokkertjes, de vruchtbare meeldraden zijn groter, ze torenen boven de bloem uit. Het aantal vruchtbare meeldraden hangt af van de leeftijd van de bloem. Elke dag komt er één bij, en als er een zweefvlieg tegenaan botst breek hij af en laat ie zijn stuifmeel los. Als nummer vijf is afgebroken, komt de centrale stamper binnen bereik van zoetekauwende insecten en wordt de bloem bevrucht.
Een parnassiabloem in close-up, een bosje bloemen of een wit bespikkeld parnassiaveldje, het is allemaal even mooi. Helaas is parnassia zeldzaam geworden in Nederland, ooit was het een vrij algemeen sieraad van veengebieden, zandgronden en kalkbodems. Door bemesting verdwenen veel parnassia’s en zijn ze alleen in kalkhoudende duinvalleien met schoon kwelwater, op strandvlakten en in jonge polders als het Lauwersmeer nog algemeen.
In de bergen van Midden-Europa zijn ze algemener, merkte ik eens tijdens een wandeling door de Alpen. Dat geldt voor meer bloemen die ik associeer met de duinen. Kennelijk zijn die planten helemaal niet zo veeleisend, integendeel, ze willen juist weinig, en de overdadige mest die wij in ons land spuiten doet hun de das om.
Maar in de duinen groeien ze nog en is het iedere nazomer feest.

Parnassia met mier. Foto Koos Dijksterhuis

Parnassia. Foto Koos Dijksterhuis

Parnassia. Foto Koos Dijksterhuis

Parnassia. Foto Koos Dijksterhuis

Parnassia. Foto Koos Dijksterhuis