Atlas van de Noord-Hollandse Flora (recensie)
Rolf Roos
Verschenen eind 2014: een kloek boek van 424 bladzijdes, in dezelfde serie en stijl als de Atlas van de Noord-Hollandse zoogdieren (2014) en Atlas van de Noord-Hollandse broedvogels (2010). Onder redactie van Landschap Noord-Holland e.a.: een prachtige prestatie om met zoveel bronnen en met zoveel mensen een synthese te maken.
Voor deze website kijken we vooral naar wat deze titel over de Noord-Hollandse duinen te vertellen heeft, al ontkomen we niet aan wat algemene overwegingen ter inleiding. En ook al moppert uw recensent soms wat: beslist kopen!!
Om maar snel met het gemopper klaar te zijn: na enkele studieuze uren voor de kachel ontkwam ik niet aan een schele hoofdpijn. Hoe kan men een Atlas maken (d.w.z. een boek met kaarten) waarin de kaartjes zo klein zijn? Redacteuren! Niet teveel naar vormgevers luisteren want de lezer wil natuurlijk de specifieke Noord-Hollandse kennis GROOT zien! A.u.b. paginavullende kaarten met een glasheldere legenda! Dan maar kortere algemene verhalen en inleveren op foto’s. En geen malle kleurenbalken op of over de pagina’s, de foto’s zijn veelzeggend genoeg! Prachtig in de kaarten is weliswaar het onderscheid tussen vroeger (1979-1995) en nu (1996-2011) waarbij echter weer enige toorn op zijn plaats is want je hoeft niet kleurenblind te zijn om te weten dat de gekozen legenda met rood en vaal oranje voor deze twee periodes veel te subtiel is voor de ogen van de ouder wordende mensch (d.w.z. de meeste lezers/kopers). Een kleiner gemis is een transparante overlay (los) die je zelf op een kaart zou kunnen leggen waardoor duidelijker een relatie kan worden gelegd tussen het voorkomen van een soort en de topografie. Want iedere florist wil weten of hij of zij nog stipjes op de kaart extra kent of waar een soort zich nu precies bevindt: binnen een natuurgebied of juist daarbuiten bijvoorbeeld.
Inleidende teksten als ‘methode’ zijn heel goed omdat er zicht wordt gegeven op de methodes en de onvermijdelijk beperkingen. Het hoofdstuk met kengetallen en veranderingen dat volgt biedt een mooi overzicht van de staat van de Noord-Hollandse flora. Kaarten met soortenrijkdom en verspreiding van Rode Lijstsoorten (290 van de 498 soorten uit ons land) bieden een goed overzicht. Waarbij interessant is dat dat Rode Lijst soorten zoals verwacht geheel geconcentreerd zijn in het duin en de Vechtplassen. Door selectieve aandacht voor te beschermen soorten (o.a.muurplanten) springt Amsterdam er ineens uit. Hoe de hoofdstad elke keer toch weer alle aandacht weet op te eisen…
Stimulerend is de invalshoek om stil te staan bij ‘typisch Noord-Hollandse’ soorten, d.w.z soorten die voor meer dan 20% van het landelijke totaal in Noord-Holland voorkomen i.p.v. de verwachte 10% (Bijlage II). Er is een klein rijtje van extreme zeldzaamheden van 5 soorten die alleen in deze provincie voorkomen, bijvoorbeeld scherpkruid en kleine ereprijs. Daarnaast gaat het om soorten die een zwaartepunt in Noord-Holland hebben en die elke liefhebber met een beetje moeite goed kan vinden, zoals oorsilene en bitterkruidbremraap, niet voor niets soorten uit het zgn. zeedorpenlandschap dat buiten Noord-Holland alleen bij Noordwijk en Katwijk nog te vinden is. De duinen staan daarmee meteen in de spotlight, om te beginnen door vele orchideeën als hondskruid en dennenorchis. In verrassende mate geldt vooruitgang ook voor gentianen als slanke gentiaan en de zeer bedreigde veldgentiaan, die dankzij maaibeheer (en betere hydrologie + meer neerslag?) sinds slechts enkele jaren lokaal in het Noordhollands Duinreservaat in grote aantallen te vinden zijn.
In het boek had ik graag een kaartbeeld willen zien dat duidelijk zou maken welk deel van de biodiversiteit (uitgedrukt als totaal aantal soorten per vierkante kilometer) aan natuurgebieden toe te schrijven is. Het immense belang van goed beheerde reservaten had best sterker worden verbeeld. En alles wat er nog buiten ligt zou voor de provincie (een terugtrekkende overheid die ooit flora-inventarisaties startte maar al lang heeft afgestoten) tot een fraaie lijst van actiepunten voor natuurbeleid kunnen leiden. De atlas bevat wel aanbevelingen voor nieuw flora-onderzoek in Noord-Holland.
In het inleidende hoofdstuk had naast een droef rijtje van verdwenen soorten een lange rij van nieuwkomers ook mogen staan. Dit zijn deels enge exoten als reuzenbalsemien en gele maskerbloem (nu reeds in menige nieuwe duinvallei bij Den Helder en Egmond), deels om soorten die hun weg vinden en hun plaats lijken te kennen (bezemkruiskruid?). Trends in het boek worden alleen voor enkele biotopen besproken (wateren, moerassen, halfnatuurlijke graslanden), waarbij een goed verhaal over trends in het duin, met het wad het belangrijkste natuurgebied van ons land, niet had misstaan. De algemene tekst over het duin is prettig leesbaar en overzichtelijk al worden de duinheides (ook lokaal met erg leuke soorten als pilzegge, verfbrem, borstegras! etc.) maar karig bedeeld. Wat de ontwikkelingen nu zijn? Wat alle zandsuppleties van de laatste 10-15 jaar doen? (Geen wonder dan bitterkruid op Texel lokaal toeneemt zoals uit het kaartje spreekt.) We willen het weten maar de analyse ontbreekt. Verzuring, vermesting en verdroging eisen nog steeds hun tol al is verdroging van het duin omgebogen in uitgebreid herstelbeheer, vooral in combinatie met plaggen en maaien. Door meer water en door uitgraven hebben duinwateren zich deels hersteld. En wat een mooie opmars van parnassia, veldgentiaan en teer guichelheil! Maar of sterk toegenomen begrazing met vee nu goed of slecht is wordt echter alleen per soort belicht. Zo wordt vermeldt dat begrazing goed is voor hondsviooltje en donderkruid en dat op Texel door overbegrazing (met schapen) in duinschapengras-vegetaties het jacobskruiskruid kan gaan domineren. Het grote verhaal ontbreekt en dat had mooi kunnen aansluiten op andere inzichten over begrazing, zie bijvoorbeeld de resultaten met de zoekterm op deze site.
Soortsbeschijvingen
Geweldig! 1358 soorten en ondersoorten waarvan 341 in boekworm, de rest is online door te bladeren. Veel nieuws en nieuwtjes over duinsoorten. Ik zal niet mopperen over missende stipjes (had ik mijn waarnemingen maar beter door moeten geven) van mosbloempje, verfbrem en moeraswolfsklauw. Bovendien is de waarnemingshorizon 2011, al wordt daar natuurlijk van afgeweken als in 2014 de honingorchis met een frisse populatie opduikt op het Kennemerstrand (ontdekt door Joop Mourik). Ik noem enige mooie trends in en rond het duin en opvallende clusters van soorten voor grotere deelgebieden. Langs het hele vastelandsduin van Noord-Holland en op Texel, komen regelmatig tot veel voor: maanvarentje, moeraswespenochis, rechte rus (voorheen duinrus), smal fakkelgras, parnassia, drienervige zegge, hondsviooltje, knopbies en buntgras. Grotendeels soorten die gebonden zijn aan de kalkrijkere delen van het duin, al staat de drienervige vaak wat zuurder. In het hele duin en de duinrand doen aan bos gebonden soorten het goed, bijvoorbeeld groot heksenkruid en gevlekte aronskelk. Zuid-Kennemerland herbergt meer dan de noordelijke kalkrijke duinen bloemen als welriekende salomonszegel, glad parelzaad, voorjaarshelmbloem, melige toorts en borstelkrans. Noord-Kennemerland blinkt dan weer uit met extra stofzaad en kent als parels rozenkransje en vogelnestorchis uit het kalkovergangsgebied bij Bergen. Kwel uit het duin bevordert sommige planten maar met paarbladig fonteinkruid gaat het niet goed, wel handhaaft deze soort zich met de belangrijkste groeiplaatsen (voor het hele land) in Kennemerland. Heel kalkrijk Kennemerland springt er (ten opzichte van de rest van het Noord-Hollandse duin) uit met ruig viooltje en zandviooltje, de zeedorpensoorten met o.a nachtsilene, voorjaarszegge, voorjaarsganzerik, bonte paardenstaart, ruw gierstgras en grote tijm. Rond Schoorl twee typische soorten: klimopbladwaterranonkel in de natte duinvoet en dennenorchis massaal in oud naaldbos. Ook Texel kent duidelijk enkele accenten, namelijk gevlekte orchis, klokjesgentiaan en weegbreefonteinkruid, maar zoals terecht wordt opgemerkt, Texel is meer Noord-Holland in het klein. Voor het duin vallen door de prachtige kaartbeelden de grote overeenkomsten tussen Texel en de Noordkop (= Petten/Callantsoog + duinen tot Den Helder) op. Een prachtig assortiment van overeenkomende (duin)soorten zoals stijve moerasweegbree, wateraardbei, dwergvlas, dwergbloem, welriekende nachtorchis (meer op de wal), sterzegge, vlozegge, pilzegge, draadzegge, stijve zegge, galigaan, borstelgras, grote boterbloem, zeegroene muur, waterdrieblad en de twee soorten kartelblad die ons land rijk is. Allemaal soorten die in het Noord-Hollandse duin een noordelijk zwaartepunt hebben. Niet door het klimaat, maar door de doorgaans kalkarme bodem die lokaal door kalkrijker water wordt gevoed. Zwaartepunten van de soorten van natuurlijke duinmoerassen liggen in het Zwanenwater, Grafelijkheidsduinen en op Texel.
Wilt u alle kaarten groot zien? Kijk op de te downloaden pdf. Helaas wel met een andere legenda dan in het boek (en die staat er online niet bij maar het lijkt de verspreiding 1996-2011). Hier een kleine greep. KLIK OP KAARTJE ALS U DIE GROOT WILT ZIEN
( Red.: let op: de meest recente kaarten komen binnenkort online en dan zullen we dit artikel updaten)
Hoe te bestellen? In de winkel van Landschap Noord-Holland: HIER.
Zie ook de aandacht die met name de meer aaibare zoogdieratlas van Ed Dekker in het Noord-Hollands Dagblad kreeg: ATLASSEN