Vincent van Gogh, aardappelakker op Scheveningen, 1885, een alternatieve locatie
Door: Aletta de Ruiter
In de jonge duinen van Scheveningen zijn her en der percelen afgegraven (afgegeest) tot ca. een meter boven grondwaterpeil. Het duinzand werd verkocht en de ontstane vlaktes geschikt gemaakt voor agrarische activiteiten. Daarvoor werden ze eerst flink bemest. Rondom de vissersplaatsen langs de kust gebeurde dat met visafval, de zogenaamde ‘grom’. Desondanks waren deze akkers uitsluitend geschikt voor rogge- of aardappelteelt. Deze aardappelakker heeft niet lang bestaan. Den Haag en ook Scheveningen gingen eind negentiende eeuw flink uitbreiden en op het zand wonen was aantrekkelijk voor welgestelde stadsbewoners. De arme boeren moesten ruimte maken voor de villa’s van het Belgisch Park. Duinboeren zijn al lang verleden tijd. Daarom is het van historisch belang dat schilders als Van Gogh dit oude landschap met zoveel details in een tekening hebben gevangen.
Van deze akkers maakte Van Gogh een tekening, eerder besproken door Bakker & Roos, 2017. De door hen gesuggereerde locatie is discutabel. De auteur geeft in dit artikel een alternatief.
Wat zien we op de tekening?
We zien een aardappelakker waarvan zojuist een deel gerooid is. De oogst ligt in de kruiwagen. De boerin loopt met de spade over de schouder huiswaarts, terwijl haar man het aardappelloof staat te verbranden. Dit werd gedaan om de schimmel Phytophtora, die aardappelziekte veroorzaakt, te bestrijden. De man draait juist zijn hoofd om nog iets tegen zijn vrouw te zeggen. Duinaardappels worden in juni geoogst en op deze tekening staat de zon al laag in het westen, de bomen op het linkerdijkje werpen hun schaduw over de halve akker. Het is dus al later op de dag.
1885 was een droge zomer en dat is ook wel aan het landschap af te lezen. De abelen op het glooiende duin hebben vanwege vochttekort veel blad laten vallen en ook de grauwe elzen op het linker dijkje staan er een beetje kaal bij. Op de voorgrond is de duinvoet ingeplant met helm om verstuiving tegen te gaan. Toch zien we dat de akker flink overstoven is met fijn zand.
Watertoren als ijkpunt
Eind negentiende eeuw waren de jonge duinen veel minder begroeid dan tegenwoordig. Blanke toppen waren langs de hele Nederlandse kust aanwezig en verstuiving zorgde voor wandelende duinen. Om die reden lagen de akkertjes ook tussen beplante dijkjes. De rij elzen op het dijkje vormen een bescherming tegen de wind uit zee. Dit geeft ook meteen aan dat de akker min of meer van zuidwest naar noordoost gesitueerd is.

Watertoren aan het eind van de Pompstationsweg
Een duidelijke aanwijzing van de plek vormt de contour van de watertoren links op de tekening, naast de eerste scheefgezakte boom. Die watertoren werd in 1874 gebouwd voor het Haagse Waterleidingbedrijf en Van Gogh heeft hem zijdelings als ijkpunt in zijn tekening meegenomen. Ondanks de lichte contour is toch duidelijk zichtbaar dat de westkant nog fel beschenen wordt door de zon en dat de zuidoostkant, waar de ingang is, reeds in de schaduw ligt. Dat duidt op een tijdstip van om en nabij negen uur ’s avonds. De zon gaat medio juni om 22.07 uur onder.

Zoncalculatie: Medio juni staat de zon om 9.00 uur ’s avonds in NWW en geeft lange schaduwen over de akker.
Waar bevond zich deze akker en waar zat Vincent te tekenen?
Gezien de aanwezigheid van de watertoren is de zuidwestpunt van de Harstenhoek een goede optie. Recht vooruit kijken we dan naar de duinen langs de Pompstationsweg. De Harstenhoek was eind negentiende eeuw landbouwgebied en twee keer groter dan het huidige natuurgebied van dezelfde naam. De plek was over de weg goed bereikbaar.
Vraagtekens bij bebouwing
Maar als we de topografische kaart van 1885 bekijken, blijven er toch nog wat vraagtekens over met betrekking tot de bebouwing. De puntdaken op de tekening achter het abelenduin en het huisje op de duintop langs de Pompstationsweg zijn niet exact op de kaart terug te vinden.
Dat is evenwel plausibel want de kaart werd in 1875 uitgegeven en is in 1891 slechts summier aangepast. In 1896 staat opeens de ontwikkeling van het Belgisch Park op de gewijzigde topografische kaart ingetekend en in 1903 komt daar de stippellijn van de elektrische spoorweg bij die een stationnetje krijgt bij de Pompstationsweg; precies op de plek waar Vincent het huisje op de duintop heeft getekend.
Mijn conclusie is dat Bakker & Roos (2017) een foutieve locatie kozen, m.i. een gevolg van het niet onderkennen van de watertoren op de horizon.
Naschrift
De auteur heeft alle beelden in het programma In Design transparant op elkaar gepast, zodat ik precies de zichtlocatie van Van Gogh kon bepalen. Vooral de zonnestand en exacte schaduwwerking gaven een definitief oordeel. Er is geen plek in Scheveningen die op dezelfde manier in het plaatje past.
Referenties: www.suncalc.org/#/52.1107,4.2937,14/2023.06.20/21:00/6/3
www.topotijdreis.nl/kaart/1885/@80411,458557,10.65
Zichtlocatie: N 52o6’40.31”
E 4o17’36.6”