Een nieuwe beheernota voor 7300 hectare duin. Wat vindt u ervan?
Redactie
Zijn beleidsplannen over de duinen leuk? Domme vraag natuurlijk. Een beleidsplan geeft, als het goed is, in heldere bewoordingen aan wat een beheerder, bijvoorbeeld het PWN, met haar duinen wil. Leuk hoeft dat niet te zijn. Leuk is zelfs onzinnig. Leuk is de Efteling. Of Freek de Jonge. Maar daar laten we de toekomst niet aan over. Kortom, een beleidsplan hoeft niet leuk te zijn. Wel graag weloverwogen en concreet. Klare taal.
Binnenkort interviewen D&M-redacteuren Nico van der Wel en Rolf Roos PWN-beleidsmakers Sjakel van Wesemael (manager Natuur en Recreatie) en Marieke Kuipers (beleidsmedewerker). Helpt mee er een leuk gesprek van te maken. Lees de Beheernota 2015-2025. Zie hieronder bij de rubriekjes ‘Ter voorbereiding’ onze kernpunten en vragen en voeg onder dit bericht gedachten toe! Wilt u dat liever niet online maar rechtstreeks? Mail ons uw gedachten over de toekomst van ons duin. Een aantal passages uit de Beheernota, bedoeld als samenvatting, vindt u hier. Veel dank.
Ter voorbereiding (1): een paar hamvragen
In onze uitnodiging aan PWN voor het interview schreven we het zo: “Eind 2014 ontvingen we een persbericht over de goedgekeurde beheernota (zie: Beheernota 2015-2025) en zouden nu graag jullie interviewen voor een groot stuk op Duinen en mensen en mogelijk een (klein) artikel in Duinbehoud (werken we steeds meer mee samen). Ik stel me een gesprek voor ‘ met de benen op tafel’, op rustige plek naar keuze. Ik heb twee simpele vragen: hoe zag het duin er 10 jaar geleden uit en wat was er beter/slechter? en idem voor 2025: wat zal er beter zijn en wat wellicht slechter? Wat valt niet te voorzien? Ik wil het niet alleen over natuur hebben maar over alle functies en hun verschuivend belang.”
Dat zijn de hoofdvragen. Aanvullende vragen:
- Weten we wel hoe het landschap en ons ingrijpen daarin functioneert en kennen we alle trends en effecten van en op de drie functies (water, natuur, recreatie)?
- Welke waarde hebben cultuurhistorische elementen gekregen en hoe kan je daarop sturen (behouden, ontwikkelen)?
- Er is in het duin sprake van waterbeheer, natuurbeheer, cultuurbeheer en recreatiebeheer. Op welke resultaten stuurt de beheerder? Zijn de vier soorten beheer allemaal onderbouwd met onderzoek?
Ter voorbereiding (2): uit het persbericht
We citeren hieronder het persbericht van PWN van 17 december 2014 (‘Vitale duinen, bron van genieten’), en markeren daarin de trefwoorden.
De provincie Noord-Holland is akkoord gegaan met de Beheernota 2015-2025 ‘Vitale duinen, bron van genieten’ van drinkwaterbedrijf én natuurbeheerder PWN. In de Beheernota staat de visie van PWN op haar natuur- en recreatiebeheer. Belangrijke thema’s in de nieuwe nota zijn ecologische veerkracht, gastvrijheid, duurzaamheid en mensen meer betrekken.
“We zijn blij dat de provincie onze Beheernota heeft goedgekeurd, aldus Sjakel van Wesemael, sectormanager Natuur & Recreatie. “Dit stelt ons in staat om ons de komende jaren weer helemaal te richten op zorgvuldig en modern natuurbeheer en alles wat daar bij hoort. Natuur is voor de mensen in de eerste plaats om van te genieten en de duinen in Noord-Holland zijn nu eenmaal indrukwekkend mooi. Daar doen we het voor!”
Gedeputeerde Bond van provincie Noord-Holland: “PWN zorgt met het beheer van de duinen voor een belangrijke bijdrage aan de leefbaarheid van onze provincie. De natuurgebieden dragen ook bij aan een aantrekkelijk woon- en vestigingsklimaat. Daar moeten we dus zuinig mee omgaan. Met deze beheernota heb ik er alle vertrouwen in dat PWN zorgt dat die natuur er over 10 jaar net zo mooi, zo niet beter bijligt”.
Schoon drinkwater, schone bronnen, schone natuur
PWN beheert in opdracht van de Provincie Noord-Holland ruim 7.300 hectare duingebied, onder meer het Noordhollands Duinreservaat. Dit is een van de grootste natuurgebieden in Nederland en trekt zo’n vier miljoen bezoeken per jaar. Deze natuur is zó bijzonder, dat het is aangewezen als onderdeel van het Europese netwerk van natuurgebieden. Daarnaast vormen de duinen een onmisbare schakel in het waterzuiveringsproces van drinkwaterbedrijf PWN. Daarom maakt het bedrijf zich sterk voor schone drinkwaterbronnen en schone natuur. Dat stelt PWN in staat om jaarlijks ruim 100 miljoen m3 schoon drinkwater te leveren aan 760.000 huishoudens en instellingen in Noord-Holland.
Veerkrachtige natuur
Belangrijke thema’s in de Beheernota zijn veerkracht, gastvrijheid en duurzaamheid. Met ‘veerkracht’ bedoelt PWN dat de duinen in staat moeten zijn ‘zichzelf in stand te houden met behoud van biodiversiteit’. Nu komt ongeveer de helft van de soorten in Nederland ook voor in de duinen die PWN beheert. Door externe factoren, zoals stikstofrijke neerslag, dreigen de duinen dicht te groeien met grassen en struiken waardoor bestaande duinflora en -fauna verdwijnt. De duinen worden dan een eentonig groen heuveltjeslandschap. PWN wil het duin natuurlijk en ‘open’ houden om zoveel mogelijke soorten planten en dieren de ruimte te geven en helpt de natuur daarom een handje. Projecten als stuivende duinen en schapenbegrazing zijn voorbeelden om duinen veerkrachtiger maken.
Gastvrijheid
PWN vindt het belangrijk dat haar bezoekers zich welkom voelen in het duin. “We hebben geen grote veranderingen voor ogen als het gaat om ons recreatiebeleid. Of bezoekers zich welkom voelen wordt vooral bepaald door wat ze kunnen doen en beleven in de duinen. De vraag zal de komende jaren diverser worden en daarom gaan wij werk maken van meer variatie en maatwerk in ons aanbod van rustige op natuur gerichte recreatie. Dat is voor ons gastvrijheid,” aldus van Wesemael. “Op die manier proberen we ook de natuur dichter bij de Noord-Hollanders te brengen. Een thema als ‘gezondheid’ hoort hier bij. We willen samen met anderen activiteiten aanbieden die zich daar op richten.” Voor meer gastvrijheid wil PWN ook samenwerken met ondernemers met dezelfde klanten als PWN. Gezamenlijk de klanten vertellen hoe bijzonder de duinen zijn, wat je er kunt doen en moet laten.
Bijdragen voor generaties na ons
PWN richt haar aandacht op duurzaam gebruik en beheer van haar natuurgebied. De komende 10 jaar zet PWN zich in om recreatie, waterwinning en natuur duurzaam te laten samengaan. “Dit alles doen we niet alleen, maar vooral samen en in verbinding met onze omgeving, waarbij wij de verantwoordelijkheid dragen en de regie voeren.” PWN wil de bezoekers graag meer betrekken bij de natuur en het beheer door hen uit te nodigen mee te helpen in het beheer, onderzoek of op een andere manier bij te dragen. Van Wesemael: “Natuurbeheren doen we niet alleen met en voor de huidige bezoekers, maar ook voor de generaties na ons”.
Ter voorbereiding (3): eerste reactie stichting Duinbehoud
Van Stichting Duinbehoud kwam, bij monde van Marc Jansen, een eerste reactie: “Over het algemeen voert het PWN een goed beleid waar Duinbehoud achter kan staan. Veel punten die de Stichting Duinbehoud heeft aangedragen in de beleidsnota Duinen voor de Wind zijn terug te vinden in het beleid van het PWN. Wel kan het beleid soms wat scherper worden neergezet:
- Het PWN zou best wat vaker publiekelijk haar mening kunnen ventileren in politieke discussies. Zij is tenslotte een beheerder van een groot natuurgebied en zou daarom moeten optrekken met organisaties als Natuurmonumenten. Ook als het gaat over politieke lobby richting Provinciale Staten en Tweede Kamer. Een wat scherpere stellingname zou b.v. gewenst zijn ten aanzien van het trage en rommelige opereren van rijk en provincie bij het doorvoeren van de PAS-maatregelen [maatregelen tegen stikstof] en bij het schrijven van de beheerplannen Natura 2000.
- In de uitvoering van het beheer en het inpassen van de medegebruiksfuncties waterwinning, recreatie en kustveiligheid wordt vaak de gulden middenweg bewandeld. Bij weerstanden vanuit het publiek, de politiek of eigen organisatie worden ambities bijgesteld en plannen aangepast. Dit heeft ertoe geleid dat de waterwinning nog steeds prominent aanwezig is in het duingebied (de inpassing van de waterwinning heeft wel tot verbeteringen geleid, maar Duinbehoud pleit voor verdere optimalisatie), dat de recreatie op sommige locaties grote negatieve effecten heeft op het duingebied (voorbeeld: restaurant Parnassia met een gigantisch parkeerterrein midden in het duingebied) en dat natuurherstelmaatregelen erg traag van de grond komen.”
Wat vindt u ?
Graag horen we van de lezers van Duinenenmensen.nl wat ze vinden van de voornemens van een van onze grootste duinbeheerders, drinkwaterbedrijf PWN (motto: ‘Puur water en natuur’). Reageer onder dit bericht, of mail uw suggesties voor ons interview met PWN.
In de nota is er volop aandacht voor de gevolgen van de stikstofdepositie en het beheer wat daar aan verbonden is. In dit licht is het merkwaardig, dat het monitoring project voor korstmossen, dat in de jaren 90 is gestart, is volgens mijn informatie in 2001 voor het laatst uitgevoerd. Dit meetnet, dat een directe relatie korstmossen met de luchtkwaliteit laat zien , zou m.i. voor de beheerder een belangrijk instrument zijn om zijn zorg over de luchtkwaliteit richting politiek te onderbouwen.
Wat mij betreft een beheerlacune, groet Kees Roobeek
De meest dringende vraag die ik PWN zou willen stellen is: wie is PWN eigenlijk? Ik lees heel veel doelstellingen, en daarover kun je in detail natuurlijk van mening verschillen, maar die zijn allemaal prachtig. Toch is de bedrijfseconomsiche basis van PWN me helemaal niet duidelijk. Bronnen van inkomsten zijn de toegangs- en parkeergelden, en een opslag op het drinkwater. Dat eerste, ik kan me niet voorstellen dat je daarvan kunt bestaan. Dat tweede, hoe lang nog? Ik lees dat het meeste water tegenwoordig uit hele diepe geïsoleerde lagen wordt gehaald. Heb je daar beschermde natuur voor nodig?
De financiële onafhankelijkheid van PWN roept ook wel eens vragen op als het gaat om horeca in of bij het duingebied, met name als PWN daar pachtinkomsten uit heeft. Verblijfsrecreatie levert meer pachtinkomsten dan een restaurant. Is dat de reden dat PWN zich niet nadrukkelijk verzet heeft tegen een bouwvergunning van een hotel op de zeereep in Castricum?
Zoals ook al op deze pagina opgemerkt, je merkt over het algemeen in het openbaar weinig van stellingname door PWN als het ontwikkelingen betreft die natuurwaarden bedreigen direct buiten het PWN-gebied, terwijl daar toch externe werking van uit kan gaan richting het Natura2000-gebied van PWN. Waar komt dat door? Zijn het toch de andere bedrijfstakken en de semipublieke functie die PWN daarbij in de weg staan?
De doelstelling om meer konijnen in het duingebied lijkt me geweldig. Maar predatie door vossen is dan een grote bedreiging. Er is geen sprake van natuurlijk evenwicht: door oprukkende verblijfsrecreatie, in het duin en op het strand, heeft de vos al een vaste basis gevestigd. Daar kan op voorhand al bijna geen konijn meer tegenop. PWN verzet zich niet tegen die verblijfsrecreatie, dus hoe ziet ze dat in relatie tot dat konijn?
Lees wat dit betreft ook in het beleidsstuk: “Bij de opkomst van natuurbehoud in de jaren ’70 werden de effecten van recreatie op natuur te groot bevonden en werd de recreatie ingeperkt. Recreatiegebieden als Spaarnwoude werden aangelegd om de kwetsbare duinen te ontzien.”En even verderop: “Ook genereren de duinen economische waarde en bedrijvigheid in en om het gebied: campings, horeca, maneges en sportbedrijven.”. Dat lijkt op een breuk met het oude beleid. Zijn de inzichten veranderd?
Ik vertegenwoordig Stichting Duinbehoud en reageer op enkele punten in de bovenstaande reactie van Adrie Lute.
Duinwaterproductie heeft zowel financiële als strategische voordelen. Er zit een voorraad drinkwater in de grond, die ook bijvoorbeeld na radioactieve besmetting van het oppervlaktewater, een tijdje schoon blijft. Duinbehoud gaat ervan uit dat de duinen nog lang gebruikt zullen worden voor drinkwaterproductie. Deze vorm van gebruik van de duinen heeft negatieve effecten op de natuur. De hydrologie van de duinen wordt aangepast aan de drinkwaterproductie. Aan de andere kant kan het productieproces wel zodanig worden aangepast dat rekening wordt gehouden met natuurwaarden. We zien ook dat overheden minder geld beschikbaar stellen voor natuurbeheer. Duinwaterbedrijven zijn, door hun waterinkomsten minder afhankelijk van overheidsgelden voor een goed natuurbeheer. Ook erkennen we het maatschappelijk belang van de waterwinning. Pragmatische houding van Duinbehoud is dus: samenwerken met duinwaterbedrijven, en streven naar een goede inpassing in de duinnatuur. Daarbij zullen we hoe dan ook, altijd kritisch blijven en negatieve ontwikkelingen en effecten aankaarten en druk uitoefenen om kansen te benutten.
Met betrekking tot de opmerkingen van Adrie over de vos: Het lijkt mij sterk dat de vos zich puur en alleen door oprukkende verblijfsrecreatie kan vestigen. De vos is kennelijk in staat geweest om zich tot bij Castricum in de duinen te verspreiden. In de duinen is genoeg natuurlijk voedsel voor een vossenpopulatie te vinden. Dus is het natuurlijk dat de vos in het gebied aanwezig is. Mogelijk worden er incidenteel vossen gevoerd of weten ze incidenteel voedsel te bemachtigen uit vuilnisbakken o.i.d. maar ik betwijfel dat dit echt op invloed heeft op het aantal vossen in de duinen. Overigens is het over het algemeen zo dat aantallen prooidieren bepalend zijn voor aantallen predatoren. Omgekeerd is de invloed van aantallen predatoren op aantallen prooidieren minder groot, waarmee ik niet wil zeggen dat die volledig afwezig is. Op Schiermonnikoog zijn ook te weinig konijnen, maar daar zijn geen vossen. Belangrijkste oorzaak voor de lage konijnenstand is de (waarschijnlijk door menselijk toedoen verspreide) ziekte VHS en het feit dat veel duingebieden door een te lage konijnenbegrazingsdruk ongeschikt zijn geworden voor konijnen.
De houding ten aanzien van recreatie.
Hier zijn volgens mij de inzichten inderdaad veranderd. Niet alleen bij PWN. Eigenlijk is, een enkeling daargelaten, iedereen er tegenwoordig van overtuigd dat natuur beschermen door er een hek er omheen te zetten, niet werkt. Ook Duinbehoud vindt dat onder voorwaarden recreanten welkom moeten zijn in de duinen. Belangrijk daarbij is dat gegarandeerd moet worden dat de kenmerkende natuurwaarden voor de duinen niet negatief beïnvloed mogen worden. In veel gevallen kan recreatie zo worden ingepast dat aan die voorwaarde wordt voldaan. Ook op dit gebied blijft Duinbehoud de ontwikkelingen kritisch volgen.
Wolven, Bruine beren en Lynxen zouden in een echt natuurlijke situatie de aantallen Damherten tot lage dichtheden reduceren. Uit omvangrijk Amerikaans literatuuronderzoek blijkt dat de hertendichtheden in systemen zonder wolven ongeveer zes keer hoger zijn dan in systemen met wolven. De stand van de Vos zou bij aanwezigheid van Wolven aanzienlijk kleiner zijn. Wat Van der Meulen hierboven ‘natuurlijk’ noemt is niet natuurlijk; hij verwart spontane natuur met natuurlijke ecosystemen.
Het Konijn mag bijdragen aan een hoge biodiversiteit door zijn geknaag ontstaat er een apart biotioop. Anderzijds kan (of beter:kon) je het een invasieve soort noemen.
Jammer dat St. Duinbehoud het fietsen zelfs in ‘natuurkernen’ wil toestaan (zie hun duinvisie Kijk op de Kust).