• Niet bewegwijzerde route van 3 km aangegeven op bovenstaande kaart

• De route eindigt op het strand, rondwandeling van 6 km mogelijk

De tocht van totaal 3 km is niet zwaar en zal ruim een uur in beslag nemen. Er is een goed zicht op het landschap. Tijdens de wandeling komen de verschillende duinlandschappen van oud naar zeer jong wat betreft vorm, plantengroei en gebruik door de mens  aan de orde. Met deze kennis kunnen de andere delen van het grote duingebied van Schouwen goed worden begrepen.

Routebeschrijving

De wandeling begint bij camping de Duinhoeve in Haamstede. Lopend over het Duinhoevepad doorkruisen we eerst de oude binnenduinen met de landschappen elzenmeet(1) en duinpolder(2). Na een halve kilometer komen de jonge buitenduinen in zicht met een ander reliëf en een andere begroeiing. In dit deel van de Verklikkerduinen zien we secundaire duinvalleien(3) en primaire duinvalleien(4). Aan het einde van de wandeling is een duintop(5), waar je vaak ver kunt zien.  Op het strand vindt duinvorming(6) plaats en zie je soms zeehonden.

Als u een rondwandeling wilt maken kunt u ook aan het eind  afwisselend over het strand en door de duinen, over het Verklikkerpad door de Verklikkerduinen terug naar camping de Duinhoeve lopen (ca. 6 km).

Binneduinen: Elzenmeten en duinpolder

Deze wandeling is geschikt om een indruk te krijgen van de variatie aan landschappen op de Kop van Schouwen. Op grond van de hoogteverschillen onderscheiden we lage duinen (binnenduinen), hoge duinen (buitenduinen) en het strand. De binnenduinen zijn de oudste delen van Schouwen. De laagste delen van de binnenduinen waren het vochtigst en werden in gebruik genomen als cultuurland. Dat is te zien aan de begreppeling en de houtwallen van de elzenmeten. Met duinwateringen werd overtollig winterwater afgevoerd. De hogere delen van de binnenduinen (‘duunpolder’ genoemd) werden benut als weidegebied. Door de geleidelijke overgangen van droge naar vochtige, en kalkarme naar kalkrijkere grond is de plantengroei hier divers. De lage kopjesduinen zijn begroeid met grassen en een enkele berk, de kleine valleitjes ertussen met kruipwilg. Het zwakgolvende Duinhoevepad gaat na een halve kilometer opeens ‘steil’ naar boven. Het begin van de hoge duinen wordt ook aangegeven door een plasje dat drangwater opvangt en door duindoornstruiken.

Elzenmeet

Een elzenmeet is omringd door een lage houtwal of sloot. Het land daarbinnen, een rechthoek van 2 à 3 hectare, is doorsneden met greppels die ongeveer 4 meter uit elkaar liggen en waarlangs elzenstruiken groeien. In een cyclus van zeven jaar werden de elzen gekapt. Op de repen land (‘meetjes’) tussen de greppels teelden de duinboeren de eerste twee jaren na de kap rogge en lieten er daarna koeien grazen. Het hout van de elzen werd als brandstof voor bakkersovens gebruikt.

Buitenduinen

De buitenduinen zijn 15 à 20 m hoog. De valleien zijn in het verleden uitgewaaid tot 3,5 m boven NAP. De ovale vallei Konijnencircus ligt precies op de overheersende wind. Het is een secundaire duinvallei. Het pad loopt vlak achter de kop van het paraboolduin. In de 17de tot 20ste eeuw zijn deze duinen vanuit de kust naar binnen gewaaid en bedekten de binnenduinen. Boerderijen werden opgegeven, de kapel van Onze Lieve Vrouwe op Zee raakte onder stuivend zand. Nabij de Oude Hoeve liggen in oostelijke richting lage dijkjes uit het midden van de 19de eeuw, toen men voor een doorbraak vreesde. Hier lag in de Middeleeuwen het Palinxgat, waardoor de binnenduinen het winterwater loosden. Bij de hoogste ‘hil’ van 28,4 m boven NAP in de versterkte kustlijn, krijgen we zicht op de jongste duinvorming. Evenwijdig aan de Verklikkerduinen ontstaan hier na elkaar lage zeerepen met ertussen langgerekte valleien met een plantengroei van o.a. watermunt, duizendguldenkruid en parnassia. Het zijn primaire duinvalleien.

Op het brede Verklikkerstrand vindt nog steeds jonge duinvorming plaats. De kleine strandduintjes met biestarwegras kunnen na de winterstormen verdwijnen, maar ook aaneen groeien tot een lage zeereep met helm en zeeraket. Op dit strand broedden soms dwergstern en strandplevier. Het zand dat het Verklikkerstrand op Noord-Schouwen laat aangroeien, is afkomstig van gestrande zandbanken en van afslag van de kust bij Westenschouwen. Erosie op de ene plaats leidt tot sedimentatie op een andere plaats. In beide gevallen zijn niet alleen natuurlijke processen de oorzaak, maar is er ook altijd een menselijke component aan te wijzen.

Ontstaan van duinen en duinvalleien

Op het strand ontstaan nieuwe duinen doordat stuivend zand wordt ingevangen door planten die meegroeien met de duinen (biestarwegras en helm). Door een rij nieuwe duinen kan een stuk strand worden afgesloten. Dat wordt een primaire duinvallei genoemd. In het verleden zijn bij stormvloeden beschadigingen ontstaan in de voorste duinenrij. Het zand is hier landinwaarts gestoven. Aan de zijkanten van de beschadiging stoof het zand langzamer, doordat de begroeiing hier minder beschadigd was. De duinendie zo zijn ontstaan, worden paraboolduinen genoemd vanwege hun specifieke vorm. Tussen de flanken van paraboolduinen kan het zand uitstuiven tot het grondwater, waardoor een secundaire duinvallei ontstaat.