Deze oudere (voor Voorne oudste) duinen herbergen relatief veel duinroosjes, die in mei bloeien en op veel plekken te zien zijn. Het is een soort die als alle rozen kalkminnend is en het kalk in deze oudere duinen uit de diepere ondergrond haalt. IJle en fraai bloeiende grassen als het buntgras horen hier thuis, terwijl in het voorjaar de kalkminnende soorten zachte haver en knolboterbloem zich laten zien. Hoogzomer zien we geel walstro en grote tijm. die tussen het hoge gras nog standhouden,  grote tijm  houdt ook van wat extra kalk. Als er lokaal veel mieren zitten, brengen die kalkrijk zand omhoog en dan treffen we veel muizenoortjes met citroengele bloemen. Soorten van de rode lijst zoals de goudgele vlaggetjes van de voorjaarszegge zijn er ook, maar zijn helaas terug gedrongen tot wat randjes in het gebied. Prof. Eddy van der Maarel promoveerde in 1966 op de Heveringen en memoreerde de nu door verruiging en verdroging verdwenen soorten als de veldgentiaan. Ook echt duizendguldenkruid, lathyruswikke, voorjaarsganzerik, vleugeltjesbloem, geelhartje en bevertjes waren alom aanwezig en van kenmerkende grasachtige soorten als platte bies, armbloemige waterbies en tandjesgras resteert alleen de laatste. Soorten van minder kalkrijke  of zelfs zure bodem zoals dopheide,  struikheide en het pijpenstrootje zijn uit het verleden bekend. In bosstukjes waar de bodem al langer tot rust gekomen is, zien we lijsterbes en hulst van wat zuurdere bodem en in de bosrand ook brem, een echte ‘kalkvlieder’.

Oude soortenlijst: E. van der Maarel (1966) Bijlage uit proefschrift: soortenlijst Heveringen, vak H7.

Korte bloemenroute over de Heveringen: hotspot voor de plantenliefhebbers. 

De klaversoort hazenpootje is algemeen in allerlei graslanden, kalkrijk en kalkarm