Archeologie en landschapsgeschiedenis rond een stuifkuil op de Monsterse Geest
Lees de pdf, overgenomen uit: Holland’s Duin nr 64 (2014): pag. 34- 47 Uitgave: Dunea
Pages 34-47 uit Hollands Duin 64
(Uit de inleiding)
“Recent werden archeologische vondsten gedaan in een stuifkuil in het westelijk deel van Solleveld, tussen de watertoren halverwege Loosduinen en Monster, en het dorp Ter Heijde. De scherven geven informatie over het landgebruik van het gebied in de Middeleeuwen en later. De archeologische gegevens worden getoetst aan diverse schriftelijke bronnen.
De Rijnweg tussen Den Haag en Monster was een hoofdverkeersweg tussen het Oude Rijn- en Maas-estuarium gedurende de 15e en vroeg-16e eeuw, maar raakte door overtuiging in onbruik. Een gevonden muntje van een nieuw type dateert uit de periode 1506-1520 en geeft een post-quem datering voor het passeren van de grote Polanen parabool. We hebben kunnen reconstrueren met welke snelheid het front van deze parabool over het Oud Duin- landschap schoof. Non-destructieve archeologie (zonder opgraven) kan een belangrijke bijdrage leveren aan de reconstructie van de landschapsgeschiedenis van duingebieden over een aanzienlijke tijdsspanne.
Het herstel van ‘grijs duin’-gebieden door dynamische processen als verstuiving lijkt hier belangrijker dan de zeer lokale aantasting van het archeologische erfgoed, dat hier onder Jonge Duinen begraven ligt. Die aantasting leidt echter wel tot waardevolle gegevens.”
(Uit de conclusies)
“Het gebied van en rond de stuifkuil nabij de Bloedberg heeft een schat aan archeologische en landschaps- historische gegevens opgeleverd. De gegevens zijn verzameld door middel van een reeks non-destructieve waarnemingen in het veld (profielopnamen, herhaalde archeologische en geomorfologische opnames). Samen met resultaten van archiefonderzoek vormt dit de interdisciplinaire basis van onze reconstructies. De archeologie vormt een belangrijke schakel in dit geheel doordat daarmee fasen in het terreingebruik gedateerd kunnen worden. Op basis van de analyse van de gevonden aardewerkscherven en vergelijking daarvan met gegevens uit de omgeving concluderen we dat in de middeleeuwen eenzelfde type landschapsgebruik rond de Bloedberg heeft plaatsgevonden als in het opgegraven Haagse deel van Solleveld: boerderij-erven te midden van akkers.
De eindgeschiedenis van de grote Polanen-parabool kon met een redelijke zekerheid gereconstrueerd worden. Het is onbekend wanneer deze parabool ontstond aan de eroderende kust. Dat kan best al enkele eeuwen voor 1500 gebeurd zijn, op het stuk kust voor Hoek van Holland en Ter Heijde dat allang door de golven afgebroken is. De passage van het Polanenduin ging rakelings ten noorden van Ter Heijde langs. Het Polanenduin heeft de Rijnweg tussen in de loop van de 16e eeuw onderbroken, zodanig dat het verkeer gedwongen was voortaan de Haagweg/Monsterseweg te gebruiken. Na de 17e eeuw heeft men de grote parabool op zijn plaats weten te houden door beplantingen met helm. Nog goed herkenbaar in het terrein, ligt even ten noorden van de watertoren van Solleveld nog een stuk Oude Rijnweg. Het heeft een fraai profiel met bermsloten en een windschut die bestaat uit een met stuifzand opgewaaide lage wal waarop struikgewas en bomen zijn ingeplant.
De oppervlaktemorfologie van dit stuk duin is het resultaat van wisselend menselijk handelen in combi- natie met de gestaag naderende kustlijn over zeker de laatste 1000 jaar. Tien jaar winderosie wellicht geholpen door de paarden heeft zich vertaald in een dieper en breder wordende stuifkuil. Zonder deze ontsluiting zouden we de gegevens voor dit artikel niet bijeen hebben kunnen krijgen. Nu het grondwater bereikt is, is het waarschijnlijk dat de kuil zich nog wat gaat verbreden, maar niet meer verdiepen. De bodem van de stuifkuil zal spoedig door vegetatie vastgelegd worden. Het huidige gebruik als extensieve weidegrond, vormt geen grote bedreiging voor de archeologie. De natuurbelangen in dit zeldzame type kalkloos duinterrein zijn groot. De stuifkuil is een bron van verjonging van een langzaam maar steeds meer vastliggend landschap, dat de verjonging goed kan gebruiken om de specifieke en gewenste natuur- doelen hier te bereiken. Al vele eeuwen horen graaf- en graasactiviteit door konijnen en vee onlosmakelijk bij dit landschap. Ingrijpen door de mens door beplanting van de stuifkuil zou een groot verlies aan landschappelijke kwaliteit betekenen. Wij pleiten er dan ook voor dat niet te doen. Archeologische monitoring door vrijwilligers blijft gewenst om bijzondere vondsten te bergen, en om indien nodig professionele hulp in te roepen.”

Satellietfoto van het deel van Solleveld dat ten westen van het pompstation van Dunea ligt. De verstuiving bij de Bloedberg is het grotere witte vlak ten westen van de Schelpweg. Bron: Google Earth 2013.