Bas Arens, geomorfoloog tussen twee werelden: waterkering en duin
Vroeger had ik niets met de duinen; als kind dacht ik dat het een soort braakliggend gebied was. Wat me in mijn studie gegrepen heeft is de snelheid van processen en direct waarneembare verandering van vormen.

Bas Arens met zoon
Bas Arens (Bureau voor stand- en kustonderzoek, geb. 1961) heeft in 25 jaar diverse grote omslagen meegemaakt. Allereerst is er de omslag in het denken dat de zeereep, -vanouds het domein van waterschappen en rijkswaterstaat- niet meer een strakke 19e eeuwse zanddijk hoeft te zijn maar een levend landschap is met gaten. De angst dat het door verstuiving mis kan gaan lijkt overwonnen. Sinds men zag dat bij het dichtgooien van het Van Limburg Stirumkanaal in de Amsterdamse Waterleidingduinen geen oncontroleerbare verstuivingen ontstonden maar hooguit wat lokale en tijdelijk aanwezige stuifkuilen is die angst voorbij.

Foto Bas Arens Van limburg Stirumvallei AWD; verstuiving liep niet uit de hand…
Stichting Duinbehoud stond aan de basis van dit nieuwe denken met o.a. de nota Duinen voor de wind van Marc Jansen cs.
Wat zijn duinen eigenlijk? Je kunt ze niet maken. Het zijn door de wind opeengestapelde hoeveelheden zand.

Foto Bas Arens Witte duinen
Een andere echt grote omslag is volgens Arens nog niet gemeengoed. Het is een stille revolutie die zich heeft voltrokken, een inbreuk op de geologie. Sinds de laatste ijstijd, ca 10000 jaar terug is er een vrijwel constante beweging van zeespiegelstijging en kustafslag. Maar rond 2000 werd de ‘basiskustlijn’ op een kaart getrokken die niet meer mocht wijken en volgde het rijksbesluit dat er zoveel zand uit zee naar de kust wordt aangevoerd dat in ons land de afslag voorbij is en bijna overal aangroei plaats vindt. De wetten van de geologie zijn overruled met de miljoenen op de begroting van de waterkeringbeheerders. De zeespiegelstijging moet worden bij gebeend en daar blijkt de natuur zelf bij te helpen.
Elke meter een vrachtwagen zand
Arens toonde aan dat er heden ten dage per strekkende meter kustlijn effectief ca 10 kuub zand uit zee over het strand richting zeereep en duin komt. Bij storm zie je niet meer dan slierten stuivend zand, maar door het jaar heen is er een aangroei van een forse vrachtwagen vol per meter. Dat is wat het land bereikt. In zee zelf voor de kust wordt nu jaarlijks 12 miljoen kuub gestort. Megaprojecten als de zandmotor bij Monster en de Nieuwe Hondsbossche duinen ontvingen resp. 20 en 36 miljoen kuub.
Waar dat zand eindigt vertelt Arens hangt af van de vorm van de zeereep. Is die recht en hoog en strak dan komt het zand nauwelijks er over heen maar ontstaan en lage ‘embryonale’duintjes’ aan de duinvoet. Zeewaartse aangroei. Dit is bijv. te zien zuidwaarts van Zandvoort tot aan Den Haag.
Maar is de vorm van de zeereep open met gaten en kan het zand doorstuiven en overstuiven dan komt het tot een kilometer landinwaarts tot rust. Het meeste direct achter de zeereep en dan per 100meter steeds factor 10 minder. In dat geval, een open zeereep zoals in de ‘Noordwestkern’ -de wat zouteloze naam voor een fascinerend project onder IJmuiden- hogen zowel de zeereep als achterliggende valleien op. ‘Tja, zegt hij niet zonder ironie, zelfs hele valleien met parnassia worden begraven’ .

Noordwestkern Kennemerduinen. Foto Bas Arens
En de kustbeheerder is ook tevreden want de ‘onderwateroever’ – d.w.z. de zeebodem waar de branding plaatsvindt – hoogt netto ook op en houdt de zeespiegelstijging bij. En daar zijn al die miljoenen primair voor bedoeld.
Zonder de suppletie zou de kust van ons land er al heel anders uitzien: nog overal een ouderwetse zanddijk als zeereep en niet te stuiten afslag bij zwakke plekken als bij Callantsoog, Texel en Schouwen.’

Foto Bas Arens

Bas Arens bij zandvanger
Genieten van een stormvloed
Bas is geomorfoloog, een discipline binnen de fysische-geografie. Vormen in het landschap en de onderliggende processen, daar gaat het om. En wat Arens heeft gegrepen in het duin is dat de processen zo snel gaan dat je de vormen van jaar tot jaar kan zien ontwikkelen. Hij kan genieten van gevolgen van een stormvloed van plus 3 boven NAP die meters duinen kunnen wegslaan waarna een steil klif ontstaat. “Geen ramp want het zand vanuit zee vult het weer aan in de maanden daarna.”
Een vakgebied met een rijke taal. Gaten in de kust heten afhankelijk van de mode in een decennium een slufter, kerf of, zoals nu, een ‘venster’. Arens promoveerde in de negentiger jaren bij Prof. P. Jungerius op een toen geheel nieuw onderwerp ‘zandtransport naar de zeereep’. Hij toonde aan dat zand zich in ‘suspensie ‘beweegt, dat zand zich tot op zekere hoogte als zwevende deeltjes kunnen worden beschreven.
Vroeger zag men 3 aparte compartimenten: strand, zeereep en duin. De zeereep was de blokkade. Zowel fysiek als in ons denken. Nu overzien we het hele systeem, al weten we nog weinig wat er in zee voor de kust gebeurt met het zand.
Zijn ideaalbeeld: de kust als een stationair draaiende motor waarbij er steeds zand doorheen stroomt maar de onderdelen op landschap op zijn plaats blijven ter waarborging van de veiligheid . Strand en zeebodem in de branding groeien mee met de zeespiegelstijging, de zeereep is zo open dat niet alle helmgras stuivend zand invangt maar tot diep achter het duin valleien worden uitgeblazen als kern van lopende paraboolduinen.

Witte duinen. foto Bas Arens
Knoeiwerk
Wat ecologen willen, kan me niet altijd blij maken. Zij gaan vaak teveel voor soorten en begrijpen natuurlijk dat onderliggende processen van belang zijn maar nemen een onnatuurlijke vorm of een mal aangelegde vallei al snel voor lief. Ik hecht zelf veel meer waarde aan de natuurlijke vormen van duinen en valleien zoals die door werking van wind, water en begroeiing ontstaan.
Door steeds weer te plaggen ontstaan volgens Arens bizar steile randen langs hellingen. En helemaal problematisch zijn lokaal gestorte hoeveelheden zand dat bij het graafwerk niet kan worden afgevoerd. Puisten in een verder zo natuurlijk landschap als het duin. Bij de beroemde Kerf van Schoorl (inmiddels bijna gesloten) zie je zo’n kunstbult, er neergelegd om kosten te besparen. Graven is prima volgens Arens, als je het natuurlijke proces van erosie dat je hiermee nabootst wel helemaal afmaakt en het weggegraven zand ook afvoert.
Hij is zelf zeer te spreken over het eerder beschreven project in de Kennemerduinen waarbij de zeereep op vele plekken werd geopend. Ook om te zien een fraai project, al blijven er mensen die mopperen. Zo was er een klacht van een duinbezoeker die zich ergerde aan het gebulder van de wind in de eens zo rustige valleitjes. Het haalde dagblad Trouw.
Zijn eigen ideealbeeld lijkt wel op oude schilderijen met een bobbelige kustlijn, zoals in de 16e en 17e eeuw overal het geval was; en met een dikke potvis op de voorgrond.

Aangroeikust. Foto Bas Arens
Effecten op de natuur door zandsuppleties
De kalkminnaars lopen het duin binnen nu kalkrijker zand van het strand het kalkarme duin (vanaf Schoorl tot en met de wadden) bereikt. Effecten in het kalkrijke duin zijn nog minder evident.
Als je over verstuiving praat en aanvoer van zand zijn er voor de duinnatuur twee zaken van belang:
- suppleren( kunstmatig aanvoeren van zand uit zee en opspuiten voor de kust waarna het via het strand het duin bereikt)
- dynamisch kustbeheer (toelaten verstuiving in het duin, openen vegetaties en maken van ‘vensters’ in zeereep etc)
Dynamisch kustbeheer heeft volgens Arens tot nu een veel grotere impact. Overall effect is dat er meer embryonale duinen (laag, met bierstarwegras) en meer witte duinen (open, met veel vitaal helm). Het oppervlak zgn. Grijze duinen (duingrasland, met enig humus in de bodem) kan lokaal wel eens afnemen.
Kleine stuifkuilen met nieuwe rol
Nieuwe tak aan de loot van het verstuivingsonderzoek is het inzicht dat ook kleine stuifkuilen een gunstig effect hebben op de duingraslanden die al tientallen jaren leiden onder verzuring en vermesting. Een beetje extra kalk laat het duin dan weer bloeien.
Dat is nu heel actueel in verband want met de PAS (bestrijding luchtvervuiling door stikstof) “moeten” stuifkuilen gemaakt worden om ruimte voor economische ontwikkeling te maken.
Het verstuivingsonderzoek zelf is met zijn insprirator Pim Jungerius begonnen in stuifkuilen en zo is een cirkel na 30 jaar weer rond.

Stuifkuil. foto Bas Arens
Links
Stuivende noordwest natuurkern Kennemerland
http://www.diax.nl/virtueletour/pwn/
http://nos.nl/video/426253-grote-gaten-om-duinen-sterker-te-maken.html
Verhaal van Bas Arens over Duinen van Schouwen en Frans Beekman uit 2007