Berichten van Hompelvoet
1 september 2015
De afgelopen twee weken was ik druk met het tellen van de Herfstschroeforchis op de Hompelvoet. Om ze nauwkeurig te kunnen tellen wordt bij elk bloeiend exemplaar een kokkelschelp gelegd. Aan kokkels geen gebrek want de ondergrond van de Hompelvoet bestaat voor een deel uit grote schelpenbanken. Hieruit gezeefde schelpen worden verpakt in zakjes van honderd stuks, waarna ze zonder dat je de tel kunt kwijt raken gedachteloos worden weggelegd. Wel donders opletten, want je ziet die bloeiende orchideetjes gemakkelijk over het hoofd. Bij hard zonlicht vallen ze totaal niet op tussen de overige begroeiing.
Ze verschenen dit jaar wat later als gewoonlijk vanwege langdurige droogte en mogelijk was de langdurige kou in het voorjaar waardoor veel plantensoorten een vertraging van enkele weken opliepen, ook nog van invloed. Omstreeks half augustus werden de eerste exemplaren gevonden en daarna ging het hard, als paddenstoelen schoten ze de grond uit.

Hompelvoet Herfstschroeforchis met Parnassia en rolklavers 20150820; foto Kees de Kraker
Vorig jaar verdubbelde de populatie van 10.000 naar 20.000 exemplaren. Dat bleek geen eenmalige gebeurtenis, want dit jaar was de toename niet minder (zie tabel). Toch verrassend zo hard dat nu gaat en er over grote oppervlakten zeer dichte populaties ontstaan. Het zag er prachtig uit: vlakten met Parnassia, Geelhartje, Herfstbitterling, Stijve ogentroost, leeuwentand en plaatselijk Slanke gentiaan met daartussen al die Herfstschroeven. Alle bloeiende planten merken bleek in 2014 al onbegonnen werk, het is toen bij 10.000 exemplaren gebleven en het overig deel meer globaal geteld. Dit jaar kwam ik tot 17.000 weggelegde schelpjes en is het overig deel ingeschat door per hectarehok hok in banen van tien meter breed te tellen. Het totaal aantal exemplaren voor 2015 is op minstens 45.000 exemplaren uitgekomen. Bloeiende exemplaren wel te verstaan! Een groot deel van de planten komt niet jaarlijks in bloei (o.a. merkbaar aan schelpjes uit voorgaande jaren), het werkelijke aantal planten bedraagt een veelvoud van het aantal dat een bloeiaar produceert.
Naast verdichting van de aanwezige concentraties zien we ook nog steeds verdere uitbreiding over de Hompelvoet waarvan in het bijgevoegde document een aardig overzicht wordt gegeven.
Het einde van deze ontwikkeling lijkt voorlopig nog niet in zicht. Toename tot honderdduizend exemplaren is dan ook geen irreële verwachting, misschien wel tot twee keer zoveel! Voorlopig ligt er nog genoeg geschikt habitat te wachten om gekoloniseerd te worden. Het gaat daarbij om een schrale kortgrazige open begroeiing. Wel zijn er ontwikkelingen die de beschikbaarheid daarvan op termijn aanzienlijk zullen beperken, zoals verruiging door sterk toenemende soorten als Knoopkruid, Kruisdistel (hogere delen), Peen, Sint Janskruid en in de meer vochtige gebiedsdelen door Kruipwilg. Uit dat oogpunt zou een verhoging van het aantal Fjordenpaarden dat jaarrond het gebied begraast, wenselijk zijn. Overigens verdient Staatsbosbeheer alle lof voor de wijze waarop dit gebied sinds de afsluiting van de Grevelingen in 1971 beheerd is.

Hompelvoet: runderen bij opkomende bui; foto Kees de Kraker
Aantallen Herfstschroeforchis (1e telling) op proefvlakken. Dat het doorgaans om een mooi afgerond getal gaat, komt omdat ik de laatste jaren meestal probeer het zakje met schelpen leeg te maken. Wanneer je terugloopt over een geteld deel zie je altijd nog exemplaren die je over het hoofd hebt gezien. Kost dan ook weinig moeite om 20 of 30 schelpjes extra weg te leggen.
Hompelvoet | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 |
hoekje Schor | 120 | 144 | 330 | 1500 | 3700 |
stuifrug Ganzewei | 272 | 760 | 666 | 1500 | 2700 |
westzijde Delingsdijk | 275 | 291 | 282 | 880 | 1800 |
oost van Oostvijver | 55 | 30 | 40 | 135 | 750 |
hoekje Morinellenvlak | 350 | 450 | 670 | 1500 | 2800 |
Een PDF met de ontwikkeling sinds vestiging in 2004 is hier te downloaden (tekst Kees de Kraker):
Herfstschroeforchis Hompelvoet aantalsontwikkeling en verspreiding tot en met 2015
21 september 2015
Gisteren weer eens gekeken naar de Herfstschroeforchis op de Hompelvoet. Drie weken regen en lagere temperaturen hebben de bloemenrijkdom van het gebied ondertussen flink omlaag gebracht al staat er nog steeds heel wat Parnassia en door al die nattigheid heel veel Zwartwordende wasplaat. Uitgebloeide aren van Herfstschroeforchis waren overal nog talrijk aanwezig, veelal met zich ontwikkelende zaaddozen. Hier en daar nog een exemplaar met wat bloemen aan de top van de aar. Veel nieuwe bloeiaren zijn er na afloop van de telling (30 augustus) niet meer verschenen.

Hompelvoet – Herfstschroeforchis, 8 bloeiaren, hoeveel planten is pas duidelijk na uitgraven; foto Kees de Kraker
Omdat de soort in grote aantallen over een aanzienlijke oppervlakte voorkomt, blijkt begrazing gedurende de bloei en de weken daarna geen enkel probleem voor de zaadzetting, maar werkt deze juist positief door het handhaven van de vereiste korte vegetatie. Uit eerdere waarneming bleek al dat het vee geen voorkeur heeft voor de bloeiaren en dat paarden deze liever laten staan, in tegenstelling tot de bloeiaren van Harlekijn in het vroege voorjaar.
Bij de uitvoering van het maaibeheer zijn er gedeelten waar de bloeiaren van Herfstschroeforchis mee gemaaid worden. Ondanks de jaarlijkse maaibeurt op deze locaties, valt ook hier een toename vast te stellen. Uiteraard moet het belangrijkste groeigebied gevrijwaard worden van een dergelijk beheer.
Vogelwaarnemingen: 400 Bergeenden aan het Slik, IJsvogeltje langdurig rondscherend boven Oostvijver en daar telkens in petsend waarschijnlijk om zich te wassen, Paardenmestkever opgeprikt door Grauwe klauwier.