Blijven duinen verschoond van de insectencrash?
Rolf Roos
Berichten uit Duitsland over zeer grote achteruitgang in biomassa van insecten zijn stevig aangekomen en meteen vroeg men zich af of dat voor ons land van toepassing is. In Duitse natuurgebieden is vastgesteld dat daar in 27 jaar de insectenpopulatie met 76 procent is afgenomen. Toxicoloog Henk Tennekes (66) voorspelt al sinds 2009 dat de insecten zullen uitsterven door chemische bestrijdingsmiddelen, de zgn. neonicotinoïden. Zijn boek is hier downloadbaar. Niet alleen slecht voor bijen, maar voor al het kleine leven….
Nu hoopten we altijd dat relatief schone gebieden als de kust van achteruitgang gevrijwaard blijven. Maar we hoeven ons geen zand in de ogen te strooien. Berichten over vergiftiging met dioxine bij tapuiten zullen ook kunnen gelden voor insecten. Om maar niet te spreken van inwaaiende bestrijdingsmiddelen uit het bollenland, de mix van giftige stoffen van de Maasvlakte en de zware metalen van Tata Steel. Voor zover bekend wordt er door duinbeheerders geen onderzoek gedaan naar de gevolgen van toxische stoffen voor de (kleinere) fauna. Wel dat verruiging en vermesting door luchtvervuiling worden aangepakt, althans door lokaal te plaggen en het duin meer te laten stuiven, maar vieze stoffen komen nog steeds neer.
Er zijn over diverse soortsgroepen wisselende berichten. Bij dag- en nachtvlinders overweegt de somberheid, bij sprinkhanen en libellen klinken meer zonnige berichten. ‘Alles bij elkaar doen de sprinkhanen het prima in de duinen.’ aldus Wilbert Kerkhof met een verhaal in Duin 2016. Hij nuanceert dit wel bij navraag. Het gaat om aantallen soorten die toenemen, of er echt meer of mindere dieren (in aantallen of biomassa) zijn, is niet gemeten. Titia Wolterbeek van de Vlinderstichting is echter somber over de dagvlinders.
Een gedegen rapport over nachtvlinders uit 2013 laat zien dat in de loop van de laatste dertig jaar het aantal exemplaren per waarneming met 30% is teruggelopen. Dit is dan het landelijke beeld, voor de duinen zal dit mogelijk niet afwijken.