Trends bij broedvogels in Solleveld en Ockenrode
Wanneer leden van de Ockenrodegroep, die in 1967 begonnen met het inventariseren van broedvogels in Solleveld en Ockenrode nabij Den Haag, nu terugkijken naar deze beginperiode dan doen ze dat met weemoed en enige treurnis. De vogelwereld van de jaren zestig bestaat niet meer. Tal van typische duinvogels zijn in de loop der jaren verdwenen of sterk afgenomen maar er zijn ook positieve ontwikkelingen: andere soorten namen juist toe of hebben zich recentelijk als nieuwkomer gevestigd. We horen nu geen jodelende wulpen meer en missen ook andere eens vertrouwde geluiden van kievit, grutto, tureluur, scholekster, patrijs, zomertortel, grauwe klauwier, paapje en tapuit. Van de bijna 100 paar veldleeuweriken is er geen enkele meer over. Ook ransuil (ooit 9 paar), boomvalk en torenvalk (ooit 17 paar!) hebben Solleveld verlaten. Er verschenen echter wel nieuwkomers zoals de aalscholver (322 paar in 2020), verschillende soorten ganzen en eenden, roerdomp, waterral, buizerd, havik, blauwborst, kleine karekiet, Cetti’s zanger en boomleeuwerik.
Mogelijke oorzaken die de vogelstand beïnvloed kunnen hebben zijn de komst van drinkwaterinfiltratie, de verruiging door de sterke afname van het konijn en door stikstofdepositie, het verdwijnen van omliggende agrarische gebieden, de effecten van ”De Grote Droogte” in de Sahellanden en ten slotte de kolonisatie door vos, havik en bosuil. De afname van een aantal zangvogelsoorten zoals grasmus, nachtegaal, gekraagde roodstaart en sprinkhaanzanger in de jaren zeventig viel duidelijk samen met “De Grote Droogte” van 1969-93 in hun voornaamste overwinteringsgebied, de Sahel. Toen de regenval zich daarna weer herstelde namen deze soorten weer toe en deze doen het nu weer uitstekend.
De komst van de vos viel samen met het verdwijnen van veel resterende grondbroeders. Daarnaast leek de kolonisatie door de havik en de bosuil de stand van kleinere roofvogels en ransuil naast die van groene specht, houtduif en kleinere kraaiachtigen te beïnvloeden. De tegenwoordige bezoeker van Solleveld kan nog steeds genieten van de vogelrijkdom daar maar moet zich wel realiseren dat deze vogelrijkdom veranderlijk is. Een halve eeuw geleden was deze heel anders en zal over een halve eeuw ook weer anders zijn.
(Martin Lok in naschrift:) We hebben uitvoerig gestudeerd op het effect van de zandmotor en contact gehad met mensen die daar naar vogelbewegingen kijken, maar geen enkel effect kunnen ontdekken. Je zou verwachten dat de zandmotor een positief effect op de visstand zou hebben en daar mee de aalscholvers positief kunnen beïnvloeden. De aalscholvers foerageren wel voornamelijk op zee maar vaak ver van de zandmotor.
Het hele artikel (pdf) van Jacco Duindam, Gerben J. van Geest, Gerjon Gelling & Martin Lok verscheen in Holland’s Duin, 2021