De laatste weidegeelsterren van Castricum: de enige Oer-IJ plant die resteert?
Een bijzonder bolgewas bloeit eind maart-begin april. De in het wild voorkomende weidegeelster (Gagea pratensis). Het lijkt op speenkruid maar is dan veel bescheidener, met geel-met groene bloemetjes en een slank, grasachtig blad. Het is een van de drie wilde soorten geelsterren in ons land. Staat helaas op een plek waar cultuurhistorie wel is beschermd maar de natuur (nog) niet….
In Nederland is deze zeldzaamheid bekend van langs de grote rivieren (lokaal langs de IJssel) en langs de binnenduinrand, bijvoorbeeld uit het landgoed Leyduin bij Heemstede of de Duin en kruidberg (Santpoort). Zie hiervoor het verhaal van Joop Mourik uit Duinen en mensen Kennemerland. De soort heeft in ons land een zogenaamde ‘bipolaire’ verspreiding langs de rivieren en in de duinen, het is een ‘stroomdalplant’ van kalkrijkere bodems. Op slechts 10 plekken wild bekend in Kennemerland en slechts een daarvan ligt boven het Noordzeekanaal: Castricum. Zie het kaartje uit de digitale Flora Atlas van Noord-Holland (2014).
In Castricum staat het op een zeer oude, maar qua natuur onbeschermde plek: de oude begraafplaats bij de middeleeuwse NH kerk, midden in het dorp tussen de graven. De kerk is ooit vanaf ca de 10e eeuw gebouwd op een oude oeverwal van het Oer-IJ en het is waarschijnlijk ook een overblijfsel van vegetaties uit deze Castricumse ‘oertijd’, waar precies bij Castricum een restant van een deels zandig rivierlandschap overgaat in een duinlandschap. Alleen aan de noordzijde van de kerk en daar bleek dat voorjaar 2015 nog maar een enkele pol staat. Teveel schoffelen en mogelijk ook onkruidbestrijdingsmiddelen houden de grond tussen de graven ‘schoon’, maar dat is voor de wilde flora funest. Ook zijn er plannen voor uitbouw van de kerk nabij die plek met weidegeelsterren. Wie de soort wil zien: kom niet later dan april en speur goed. Er staat nog een enkel polletje en wat sprieten aan een oude boomvoet. Als de bescherming van het Oer-IJ landschap op zoveel belangstelling kan rekenen dat men er een hele erfgoedzone van wil maken…wie werpt zich op voor dit laatste kleine kleine blommetje van een oeroud landschap? De begraafplaats is een gemeentelijk monument (met lelijke hekken) en als zodanig is de cultuurhistorie beschermd, maar voor de natuur is er nog een wereld te winnen.
Reactie Joop Mourik: “ Weidegeelster is geen stinzenplant maar volkomen wild langs oude lanen, op begraafplaatsen etc. op de strandwalllen vanaf Den Haag Wassenaar en dan via Leiden en Haarlem verder naar het noorden. Je kan de weidegeelster zien als een relict cq indicator van (vrij) ongestoorde oude duingrond. Hij komt meer voor op oude begraafplaatsen (Leiden, Wassenaar) of bij oude kerken want die werden al vroeg op de oude strandwal gebouwd. ”

NH kerk Castricum afgebeeld in 1622, uit Zegepralent Kennemerland De achtergrond zijn niet de duinen zichtbaar maar imponerende wolken.
Naschrift 19 april 2015
Pas onlangs kreeg ik een mooi oud artikel van A. L. J. van Ijzendoorn uit 1981 over Papenberg en oude dorp onder ogen dat we ook online weergeven. Van IJzerdoorn Papenberg in Natura 1981 vol 78 nr 7 pag 234 – 247
Een mooi citaat over ons onderwerp: “Het kerkhof rond de oude Sint Pancratius verdient eveneens bijzondere zorg. Dit schaarse milieu met de vele weidegeelsterren en andere ‘stinseplanten’ behoort zo beheerd te worden dat Gagea pratensis er blijft groeien en zo mogelijk nog beter gaat floreren. Daar behoort dus evenmin chemische onkruidbestrijding plaats te vinden en kunstmest strooien dient er ook vermeden te worden. De bloei van de geelsterren kan wellicht bevorderd worden door er op sommige plaatsen de grond licht te bewerken.”
Naschrift 19 april 2015
Nog een knipsel uit Nieuwsblad voor Castricum van 15 april 2015 naar aanleiding van bovenstaand verhaal : ‘Oer-IJ plantje dwarsboomt plan’: Nieuwsblad voor Castricum 15 april 2015 Weidegeelster