Over het ontstaan van de Rotterdamse duinen (2019)
Gemma Venhuizen van de NRC nodigde me uit voor een interview over het boek Bloeiende duinen. Op 9 april gingen we op prille plantenexcursie naar twee uiteenlopende gebieden aan weerszijden van de zee: de duinen bij Oostvoorne en de ‘Rotterdamse duinen’ op de kop van de Maasvlakte. Tot 2019 ‘bestonden’ die laatste niet, want ze hadden geen naam. Het gebied ontstond oorspronkelijk op de tekentafel van Ronald Bakker, destijds landschapsontwerper bij de gemeente Rotterdam, en Thijs de Leeuw, H+N+S Landschapsarchitecten. Het had kortstondig de werknaam ‘Superduin’ .
Een kolossaal kunstwerk is er bovenop gezet waarvan een fraaie foto is opgenomen. Dit kunstwerk kwam er nadat een gepland restaurant ‘zeebries’ niet doorging. Te afgelegen.
De duinen zelf waren naamloos tot we een boek schreven waarin dit gebied voorkwam. Zonder naam is een duin een weeskind, een anonieme bult zand, gelegen bij ‘strand Maasvlakte’. Maar sinds we ze beschreven in Bloeiende Duinen bestaan de Rotterdamse duinen nu echt. Ze liggen op de meest zuidwestelijke punt van de Maasvlakte. We bekijken het eerst van ver af, dan van heel dichtbij.
Nabij de voormalige Oostvoorne vloedlijn lopen we door het Parnassiavlak (eens parkeerplaats, nu vochtige duinvallei, zie pag. 109 in Bloeiende duinen) en later door echt Voorns moerasbos vol gele lis naar de Vliegveldvallei (tot ca 1937 gebruikt tot de toenmalige grondeigenaar neerstortte, en daarna de oorlog alles anders maakte). In de laagtes, die worden gemaaid en begraasd door paarden en koeien, bloeien in april de dotterbloemen. De randen zijn omzoomd met allerlei orchideetjes die hun eerste bladeren laten zien. Tevergeefs hebben we hier gezocht naar voorjaarszegge die we wat later wel aantreffen langs de Sipkesslag, samen met de eerste ruige viooltjes van dit jaar.
Zoals Voorne een vochtig duin is vol struweel en grotendeels natuurlijk, zo is het Rotterdamse duin in de kern opgeworpen en droog, aangevlijd tegen een metersdikke laag van puin en steen en opgespoten zand. Het kan niet stuiven naar het achterland, maar aan de zeezijde liggen grote platen zand vol fossielen. Vanaf hier waaien grove zanden landinwaarts om de achtergelegen weg aan het oog te onttrekken, mocht de natuur hier haar gang mogen gaan. Maar de weg blijft schoon en van blakend asfalt voorzien, de levensader voor de nieuwe recreant. De associatie met het circuit van Zandvoort is onvermijdelijk. Waarom niet hier georganiseerd??
Zo ontstaan hier nu echt Rotterdamse duinen: een beetje brutaal, nogal mediterraan en droog. Er is geen druppel vocht te bekennen. En waar je op Voorne in een moeras van honderden soorten kan verdwijnen is het Rotterdamse duin zo arm dat elke beginnende botanicus in enkele minuten klaar is. 10-20 soorten waaronder aangeplante helm, opduikende duindoorn, veel bezemkruiskruid en op het strand lage duintjes met biestarwegras. Tegen de hellingen met puin treffen we ook muurpeper, hertshoornweegbree en merkwaardig genoeg de moerasplant smeerwortel. Die kan hier alleen gedijen als er een bodem met organisch materiaal is aangebracht. Of zal er sprake zijn van enige kweldruk uit de – vuile – ondergrond? Hoe hoog deze duinen worden, we weten het niet, maar het zal aanzienlijk zijn want helm is bewust aangeplant om overstuiving van de weg te voorkomen. Jong en dynamisch, Rotterdam kan er mee wegkomen. Ronald Bakker schreef me nog over de ondergrond: ‘Dat puin in het duin is daar gekomen omdat het in feite de gerecyclede grond was van een dijk van de eerste Maasvlakte die weer samengesteld was uit restgrond uit heel Rotterdam.’ Niet het enige Hollandse duin met stadsresten in de ondergrond.
Foto afkomstig van het architectenweb waarop ook aardig stukje over kunstwerk
Link naar artikel van Gemma Venhuizen in NRC 29 juni 2019
https://duinenenmensen.nl/wp-content/uploads/2019/06/NRC-2019-06-29.pdf