Hotspot Rottumeroog: een expeditie naar 10 soorten
Waar en wanneer? Rottumeroog is geen simpel ommetje. Vanaf Lauwersoog is het ruim 3 uur varen en dan nog bijna een uur wadlopen. Keiharde wind. Regen. Wispelturig getij. Bovendien is het verboden gebied. Je komt er alleen als je een beroemde schrijver bent (zoals Jan Wolkers), onderzoeker of medewerker van Staatsbosbeheer. Maar: je kunt je in de zomer opgeven voor een expeditie, de enige mogelijkheid voor gewone stervelingen. Vermoeiend, kostbaar, enerverend en onvergetelijk. De beste tijd is juli – september. Er is een romantisch verhaal van ongereptheid te vertellen, maar de realiteit blijkt deels anders.
Klik op het icoontje (of de cijfers) op onderstaande kaart en vindt de soort. Of andersom: klik op icoon bij een soort en je wordt naar een plek geleid waar deze staat. (Bijna) alle soorten staan op vele andere plekken dus laat je verrassen. Plaatsaanduiding is bij benadering.
Een kort ABC van Rottumeroog (getoonde soorten staan vet)
Rottum is zeer soortenarm: ongeveer 150 plantensoorten, terwijl andere (grotere, zoetere, kalkrijkere) duingebieden er tot 1000 huisvesten. Weer, zout en zee domineren. Het eiland is klein. Er is geen zoet water van betekenis, een beetje zit onder lage duintjes. Dan zie je wat riet.
Er zijn ook geen grote grazers. Dazen, muggen, teken ontbreken. Er is een rijtje ooit aangeplante en kwijnende duindoorns, en (in 2017) precies nog 1 ‘boom’: een eenzame vlier. Zwerfkatten zijn er niet, wel konijnen.
Ook exoten, vreemde soorten uit verre landen, ontbreken er vrijwel. Ooit, in de jaren 90,is er de tuinplant brandende liefde aangetroffen, verwant aan de echte koekoeksbloem en heftig rood. Een late echo van Wolkers (die op Rottumerplaat zat, een weekje in 1971). Er staat een plukje Aziatische rimpelroos. Wel staat er sinds een enkel jaar een net gearriveerde warmteminnaar, zeewinde, zoals wel vaker in het Zeeuwse, Hollandse en Friese duin. Van nature noordwaarts gekomen door de aanzwellende hitte.
Biestarwegras is het gras dat aan de Noordzeezijde en bij de zandige wandplaat waar je aanlandt aan de Waddenzijde domineert, in delen waar het duin aangroeit. De in het agrarisch gebied gehate akkerdistel hoort van nature thuis in de zeereep, net als de zeemelkdistel, zeeraket en loogkruid. Ook de warmteminnende zeewinde heeft vlak bij het baken in een lokaal opgestoven duintje kunnen kiemen en bloeit. Op lage (nog geen halve meter hoge) duintjes in de kwelder staat veel strandduizendguldenkruid. Pionier van licht vochtig duin.
De kwelder van Rottumeroog, zandig en jong, wordt zoals het de ansichtkaart betaamt gedomineerd door lamsoor. De zeeasters zijn schaars, maar in de laagste delen staat overal zeekraal en hier en daar slijkgras. Zilverwitte zeealsem, geurend als geen ander, is er ook veel. Gerande schijnspurrie is algemeen en in de hogere kwelders staan rode ogentroost, kattendoorn en de aardbeiklaver, alle licht zout-tolerante planten. Een echt Rottumerplant (van zowel de plaat als het oog) is gesteelde zoutmelde. De hoogste kwelderdelen zijn zeeën van zeekweek (dat vroeger strandkweek heette en eigenlijk ‘kwelderkweek’ zou moeten heten).
Bezoek de andere hotspots via de overzichtskaart.