Hotspot Rottumeroog: een expeditie naar 10 soorten

Ligging Oog ten opzichte van Plaat en Borkum; in blauw de beschreven route.
Waar en wanneer? Rottumeroog is geen simpel ommetje. Vanaf Lauwersoog is het ruim 3 uur varen en dan nog bijna een uur wadlopen. Keiharde wind. Regen. Wispelturig getij. Bovendien is het verboden gebied. Je komt er alleen als je een beroemde schrijver bent (zoals Jan Wolkers), onderzoeker of medewerker van Staatsbosbeheer. Maar: je kunt je in de zomer opgeven voor een expeditie, de enige mogelijkheid voor gewone stervelingen. Vermoeiend, kostbaar, enerverend en onvergetelijk. De beste tijd is juli – september. Er is een romantisch verhaal van ongereptheid te vertellen, maar de realiteit blijkt deels anders.

Ongeveer op deze afstand van Rottumeroog word je in zee gezet (als het wad droogvalt). Helemaal rechts ligt het Duitse eiland Borkum.

Zo gaat de ontscheping. Met 30 man bij een vaag waddenboompje en baken de nog natte zandplaat op. 30 min eerder kwamen de sterns nog op spiering duiken.

Dwaalgasten tussen biestarwegras, de eerste en dominante soort in lage duintjes.

Rottumeroog heeft minimaal twee gezichten: lage duintjes en veel kwelders. Hier de hoge kwelder met veel strandkweek, graspiepers en veldleeuwerikken. De kwelders zijn natuurlijk. Maar alle duinen die je ziet blijken kunstmatig: een restant van een stuifdijk, soms opgehoogd door bulldozers. Nu gebeurt er echter niets meer. Natuur bouwt voort. Recent zijn delen van deze kwelder verdwenen bij een zgn. wash-over, waarbij de Noordzee over het eiland heen slaat.

De hele noordwesthoek is bezaaid met oud puin van eerder weggeslagen bewoning (tot 1965), oude betonnen platen, ijzerwerk. Het huidige Rottumeroog ligt voor 100% op een andere plek dan het Rottumeroog van ca 1900 toen er nog een poldertje en bewoning was. Sporen van het Klooster van Rottum zijn verzwolgen door de Noordzee. In dit gedeelte, aan de noordzijde is er veel erosie, zand waait weg: schelpen en puinresten waaien bloot.

Geen fata morgana, maar de skyline in het noordoosten, Duitsland, biedt zicht op de hoogbouw van Borkum. Scheveningen en Oostende hebben hier gewonnen. We tellen onze zegeningen. Op de voorgrond hogere kwelder met zeekweek en zeerus, daarachter een laagte met lamsoor en zeekraal. Daarachter resten van een stuifdijk waartegen bij hoogwater de zee staat.
Klik op het icoontje (of de cijfers) op onderstaande kaart en vindt de soort. Of andersom: klik op icoon bij een soort en je wordt naar een plek geleid waar deze staat. (Bijna) alle soorten staan op vele andere plekken dus laat je verrassen. Plaatsaanduiding is bij benadering.
Een kort ABC van Rottumeroog (getoonde soorten staan vet)
Rottum is zeer soortenarm: ongeveer 150 plantensoorten, terwijl andere (grotere, zoetere, kalkrijkere) duingebieden er tot 1000 huisvesten. Weer, zout en zee domineren. Het eiland is klein. Er is geen zoet water van betekenis, een beetje zit onder lage duintjes. Dan zie je wat riet.
Er zijn ook geen grote grazers. Dazen, muggen, teken ontbreken. Er is een rijtje ooit aangeplante en kwijnende duindoorns, en (in 2017) precies nog 1 ‘boom’: een eenzame vlier. Zwerfkatten zijn er niet, wel konijnen.
Ook exoten, vreemde soorten uit verre landen, ontbreken er vrijwel. Ooit, in de jaren 90,is er de tuinplant brandende liefde aangetroffen, verwant aan de echte koekoeksbloem en heftig rood. Een late echo van Wolkers (die op Rottumerplaat zat, een weekje in 1971). Er staat een plukje Aziatische rimpelroos. Wel staat er sinds een enkel jaar een net gearriveerde warmteminnaar, zeewinde, zoals wel vaker in het Zeeuwse, Hollandse en Friese duin. Van nature noordwaarts gekomen door de aanzwellende hitte.
Biestarwegras is het gras dat aan de Noordzeezijde en bij de zandige wandplaat waar je aanlandt aan de Waddenzijde domineert, in delen waar het duin aangroeit. De in het agrarisch gebied gehate akkerdistel hoort van nature thuis in de zeereep, net als de zeemelkdistel, zeeraket en loogkruid. Ook de warmteminnende zeewinde heeft vlak bij het baken in een lokaal opgestoven duintje kunnen kiemen en bloeit. Op lage (nog geen halve meter hoge) duintjes in de kwelder staat veel strandduizendguldenkruid. Pionier van licht vochtig duin.
De kwelder van Rottumeroog, zandig en jong, wordt zoals het de ansichtkaart betaamt gedomineerd door lamsoor. De zeeasters zijn schaars, maar in de laagste delen staat overal zeekraal en hier en daar slijkgras. Zilverwitte zeealsem, geurend als geen ander, is er ook veel. Gerande schijnspurrie is algemeen en in de hogere kwelders staan rode ogentroost, kattendoorn en de aardbeiklaver, alle licht zout-tolerante planten. Een echt Rottumerplant (van zowel de plaat als het oog) is gesteelde zoutmelde. De hoogste kwelderdelen zijn zeeën van zeekweek (dat vroeger strandkweek heette en eigenlijk ‘kwelderkweek’ zou moeten heten).
Bezoek de andere hotspots via de overzichtskaart.