Toponiemen in het Zwanenwater
Dan van Lunsen
Niet meer bestaande, huidige en nieuwe toponiemen
Toponiemen | Bekend sinds | Verklaring | Opmerking |
1 Kieftenglop | In 1589 voor het eerst in een pachtcontract genoemd. In 1618 voor het eerst met naam op een kaart van Adriaan Adriaansz Metius | Smalle doorgang waar kievitten zaten/broeden | Oude vallei, restant van een getijdengeul aan de waddenzijde van het voormalige eiland ’t Oghe gelegen. Oudste stukje Zwanenwater binnen het voormalige eiland ’t Oghe gelegen. Een glop is een woord dat voorkomt van Kennemerduinen (Houtglop) tot op de Waddeneilanden en wordt meer algemeen gebruikt voor smalle doorgang (een geloop) |
2 Hazenkamer | In 1606 voor het eerst genoemd in een pachtcontract. In 1647 voor het eerst met naam op een kaart van Dirk Pietersz Abbestee | Plek waar hazen voorkomen. Kan mogelijk ook vernoemd zijn naar de Antwerpse koopman Servaes de Haese, één van de grote geldschieters van de bedijkingen en waarnaar ook de Hazenpolder bij Petten vernoemd is. Oorspronkelijke schrijfwijze was Haesecamer. | Oude vallei/getijdengeul vanaf de zeezijde. Oudste stukje Zwanenwater buiten het voormalige eiland ’t Oghe gelegen. |
3 De Dennen | 1936-1937 | Aanplant van Bergden, Grove den, Zeeden, Oostenrijkse- en Corsicaanse den. | Geplant in het kader van de werkverschaffing in de winter van 1936-1937. De dennen zijn geplant t.b.v. de jacht op Houtsnippen. De officiële toponiem is “De Eerste Dennen” = de eerste dennen die je vanaf de ingang tegenkomt. In de afgelopen decennia verbasterd tot “De Dennen”. In het Zwanenwater zijn op drie plaatsen dennen geplant. |
4 De Binnendennen | 1936-1937 | De dennen binnen het duin/binnen de zeeduinen gelegen. | Idem. Anno 2010 resteert er van deze Binnendennen nog slechts één Corsicaanse den. |
5 Stelling 28 | >1945 | Vernoemd naar het Duitse bunkercomplex “Widerstandsnest 28H”. Een complex bestaande uit 25 bunkers. Gesloopt in 1962-1963. | Op een kaart uit 1976 vermeld als “acht en twintig”. |
6 Tussenslahoek | <1973 | Gelegen tussen de Slahoek en Stelling 28 | |
7 Slahoek | <1973 | Plaats (hoek) waar in vroeger jaren veel Zeesla (Ulva lactuca) aanspoelde | Mededeling oud-beheerder Wim Klomp. |
8 Strand van Delcourt | 1900<>1905 | Vernoemd naar Mr. Aalbrecht Arent del Court van Krimpen. Moet dus zijn: Strand van del Court”. | Deze voerde vanaf 1900 samen met zijn zwager Jonkheer Charles Frederik van de Poll om het jaar het beheer over het Zwanenwater (Heerlijkheid van Callantsoog). In de praktijk liep dit niet en del Court werd uitgekocht. Beide heren waren getrouwd met een dochter van Marie Prosper Theodore Prévinaire, tot zijn overlijden in 1900 eigenaar van de Heerlijkheid (Zwanenwater). |
9 Piet Pokkes Nol | <1973 | Geen idee. Ook al eens gevraagd aan Wim Klomp maar deze weet het ook niet. | Vernoemd naar een Pokdalig iemand? In de burgelijke stand en het bevolkingsregister (v/a 1811) van zowel Callantsoog als Zijpe niemand met een dergelijke naam gevonden. |
10 Zuidduinen | Voor het eerst genoemd in 1710 als “Zuiderduinen” | Het hele duingebied heet in principe nog steeds de Zuidduinen. De meren (vanaf 1848) het Zwanenwater. Anno 2010 is de nam Zuidduinen toebedeeld aan een strookje duingebied ten zuiden van het uitkijkduin. Paralel: Noordduinen (gezien vanaf Callantsoog) | |
11 Bokkeneiland | 1886 | In 1886 liet toenmalig eigenaar Marie Prosper Theodore Prévinaire een groot aantal “geitenbokjes” op dit eiland los. | Om het t.b.v. de jacht kaal te laten vreten. Zijper Courant, dd. 6 juni 1886 |
12 Zwarte Nol | <1973 | Vermoedelijk verwijzend naar een duinbrand. Onbekend welke. | |
13 Slechte Bocht van Jaap Mooy | Jaren ’30. | Jaap Mooy (Jacob Mooij) was een jachtknecht in dienst van eigenaar Van de Poll. In de jaren ’30 was hij belast met de aanleg van paden en wegen en de verbetering van bestaande paden en wegen in het Zwanenwater. Dit werk werd uitgevoerd door werklozen in het kader van de werkverschaffing. | Mooij moest van eigenaar Van de Poll de paden zo recht mogelijk aanleggen. Dat deed hij niet. Hij volgde langs het Tweede Water de grondlijn tussen het moeras en het duin waardoor veel bochten ontstonden. Eén van deze bochten zelfs in de vorm van een winkelhaak en sindsdien dus de Slechte bocht van Jaap Mooy genoemd. |
14 Platte Berg | <1973 | Afgevlakte duintop. Een beetje in de vorm van de Tafelberg. | Nu ook nog enigszins zichtbaar. |
15 Bommenvlak | >1945 | In deze vochtige duinvallei liggen een drietal kraters keurig op een rijtje. Op luchtfoto’s uit 1933 is te zien dat ze er nog niet liggen. | De kraters zijn vermoedelijk ontstaan in de oorlogsjaren. Het zijn geen springputten voor het opruimen van mijnen (deze lagen elders in het terrein). Het zijn ook geen drinkputten voor Fazanten uit de tijd van het fokken van Fazanten t.b.v. de jacht. Mogelijk bommen uit een Geallieerd Vliegtuig die van zijn bommenlast af moest. Zeker is dit niet. |
16 Theehuis | >1876 | Nat grasland vernoemd naar een gemetseld Theehuisje met ramen, dakpannen en een kachel wat aan de oever van de “Kom van het Theehuis” stond (zie nr.24) t.b.v. de eigenaren van het Zwanenwater. | In 1941 stond dit Theehuis er nog en deed dit dienst als jachthut (Dagboek Gijs Oskam). Bij het plaggen van de oevers van de “Kom van het Theehuis” (winter 2008-2009) kwamen de restanten weer boven. |
17 Vlak van Timmerman | <1973 | Geen idee. Ook al eens gevraagd aan Wim Klomp maar deze weet het ook niet. | Duinvallei verpacht aan iemand met de naam Timmerman? |
18 Grote Flors | <1973 | Idem. | Geen idee wat Flors betekent. Ook niet in het Middel Nederlands terug kunnen vinden. De aanwezigheid van een Grote Flors suggereert ook de aanwezigheid van een Kleine Flors. De toponiem hebben we echter niet in het Zwanenwater. Misschien bij de buren (SBB). Hypothese: verbastering van gors? |
19 Achter | <1973 | Achterste gedeelte van het gebied/terrein | |
20 Hoekkuiltje | <1973 | Op deze plaats kuil in de hoek van de weg/pad (zie kaart). | Moet officieel zijn: “Het hoekkuiltje”. |
21 De Kuiltjes | <1973 | Op deze plaats kuilen langs de weg/pad | |
22 Grote Rietgat | 1917 | De naam Rietgat wordt voor het eerst genoemd in advertentie in de Schager Courant van 6 oktober 1917 in het kader van de verkoop van “Hanekollen” in het Rietgat | In deze advertentie wordt ook gesproken van een Ooster- en Westerrietgat. Beide in het Zwanenwater gelegen. Deze toponiemen bestaan niet meer. Geen flauw idee waar zij gelegen hebben. |
23 Kom van het Rietgat | <1973 | Een poel gelegen in het (Grote) Rietgat (ook nu nog). | Vroeger ook wel “Het Poeltje” genoemd. O.a. in het boekje Vogels van het Zwanenwater van Dick Woets. |
24 Kom van het Theehuis | <1973 | Een soort kom in de uiterste zuidpunt van het Tweede Water. Deze kom ontstond door verlanden aan de zuidkant van het meer en de aanleg van het Houteiland. Vernoemd naar het daar ooit gelegen Theehuis (zie ook tekst bij nr.16). | |
25 Houteiland | <1973 | T.b.v. de jacht kunstmatig aangelegd schiereiland. Oorsprong van de naam onbekend. Er zal niet veel hout(gewas) op gegroeid hebben. | Tussen 1964 en 1984 broedplaats van de Lepelaars. Om Vossen te weren in 1979 van het vaste land gescheiden door een 5 meter brede sloot (hielp helaas niets). Pas vanaf dat moment eiland. |
26 Verloren Dijk | In 1728 voor het eerst met naam vermeld in een pachtcontract. In 1800 voor het eerst afgebeeld op een kaart (zonder naam). Kaart van Gillis Johannes le Fevre de Montigny. | Een als verloren beschouwde stuifdijk? In 1702 lag de dijk er waarschijnlijk nog niet want toen spoelde het wrakhout van schepen nog aan op de Zijperzeedijk. In 1728 dus al verloren. | Dijk is van na de aanleg van de Zijperzeedijk. |
27 Spionkop | 1908 | Op deze hoge duintop in de Verlorendijk had voormalig jachtopziener Arie Kos (jachtopziener vanaf 1903 tot 1919) een hutje staan van waar uit hij het hele Zwanenwater kon overzien. | Met veel gevoel voor dramatiek had Kos deze duintop vernoemd naar een gelijknamige berg in Zuid-Afrika waar op 23 januari 1900 een groot Engels leger door opstandige boeren (nazaten van Nederlanders) in de pan was gehakt. (bron J.P. Strijbos: Het Zwanenwater in vroeger jaren, De Pieper 8:108 (1969). |
28 Verbrande Strand | <1973 | Vermoedelijk verwijzend naar een duinbrand. Onbekend welke. | Mogelijk die van 28 mei 1917. Ontstaan op de Zijperzeedijk maar door de zuidoostelike wind de “moerassige grond rond het Zwanenwater gelegen in gedreven”, Schager Courant dd. 30 mei 1917. |
29 Hazeneiland | <1973 | Natuurlijk gevormd schiereiland. Oorsprong van de naam onbekend. Aanwezigheid van Hazen in het verleden? Lijkt sterk omdat de ervaring is dat deze juist wat meer langs de Zuidschinkel- en Zijperzeedijk blijven hangen en niet zo ver het gebied in komen. | Dit schiereiland is al zichtpaar op de militaire (minuut) kaart van A.W.N. de man uit 1858. Dan nog niet met naam vermeld. |
30 Previnairestrand | 1900 <>1905 | Vernoemd naar Marie Henriette Prévinaire (1856-1918). | Echtgenote van Aalbrecht Arent del Court van Krimpen (zie nr.8). Samen met haar zusters Elisabeth Aldegonde en Eugenie Prévinaire eigenaresse van het Zwanenwater. Uiteindelijk door haar zusters uitgekocht. |
31 Kermissloot | Gegraven tussen 1922 en en 1933 tijdens de in deze streek beruchte Zantemeter (in ’t Zand) kermis. | Berucht vanwege drankgelag en vechtpartijen. Mededeling Wim Klomp. Had hij van voormalig jachtopziener Jan van Honschooten vernomen. Op de topografische kaart van 1922 ligt er nog geen sloot maar is de doorgang tussen beide meren vrijwel verland (aangegeven als moeras). Op de luchtfoto’s uit 1933 is inmiddels wel een sloot zichtbaar. | |
32 Schotse Vlakte | 1799 | Mogelijk duidend op de aanwezigheid van Schotse Militairen tijdens de Engels-Russische invasie in 1799. | Het zou dan kunnen gaan om het 1e bataljon van de 92th Gordon Highlanders welke op 27 augustus 1799 ten noorden van Groote Keeten aan land kwamen. Deze verbleven tussen 27 augustus en 10 september 1799 ergens tussen Callantsoog en Zijpersluis. Op laatste datum ingezet bij Zijpersluis. Verder maakte Dr. Heinrich Karl Redeke in 1903 melding van het feit dat hij uit overlevering had vernomen dat Engelse Dragonders in 1799 hun paarden in het meer lieten drenken (Redeke, Planktononderzoekingen in het Zwanenwater bij Callantsoog, 1903). |
33 Kleine Rietgat | Zie nr.22 | ||
34 Zomerpad | <1973 | Een pad wat door de hoge waterstanden in de wintermaanden alleen gedurende de zomermaanden betreedbaar was | Mededeling Wim Klomp. Had hij uit overlevering van voormalig jachtopziener Jan van Honschooten. |
35 Schuithuis | 1933 | Vernoemd naar een (tweetal) botenhuizen die in de onmiddellijke omgeving gelegen waren. | Voor 1933 lagen deze botenhuizen ten noorden van het Schuithuis en stonden deze middels een gegraven sloot in verbinding met het Eerste Water. Vanaf 1933 lag er een nieuw Botenhuis ten zuiden van het schuithuis aan de noordoever van het Eerste Water. De officiële toponiem is: Het oude schuithuis” en verwijst naar de botenhuizen van voor 1933. Oorspronkelijk loopt dit gebied ook veel noordelijker door tot op de plaats waar deze botenhuizen stonden. Dit is ook weergegeven op een kaart uit 1976. In de afgelopen decennia is dit gebied verkleind en de naam verbasterd tot “Schuithuis”. |
36 De Vlakte | 1680 | Afkomstig van strandvlakte | Voor 1680 werd het hele gebied tussen Petten en Callantsoog “Het Strand” ook wel “Het Zijperstrand” genoemd. In 1680 noemt men dit gebied “De Vlakte”. In een pachtcontract uit 1728 is “De Vlakte” expliciet het gebied ten zuiden van de Hazenkamer tot aan de Verlorendijk aan toe. Nu is “De Vlakte” nog slechts de natte graslanden tussen het asfaltpad en het uitkijkduin (het werd dus steeds kleiner). |
37 Eerste Water | ? | Het eerste meer wat je vanaf de ingang (voormalige jachtopziener woning) tegen komt. | De aanwezigheid van een meer voor het eerst genoemd in 1799 (Engelse Dragonders die hun paarden in het meer lieten drenken). In 1800 voor het eerst op een kaart van Gillis Johannes le Fèvre de Montigny afgebeeld. Dan blijkt het om twee separate meren te gaan. |
38 Tweede Water | ? | Het tweede meer wat je vanaf de ingang (voormalige jachtopziener woning) tegen komt. | Idem. |
39 Zijperzeedijk | 1552 | Vernoemd naar een getijdengeul die ooit te noorden van Petten liep (De “Zipe”) | Naam ontstaat bij de aanleg van de eerste Zijperzeedijk in 1552. |
40 Zuid-Schinkeldijk | 1552 | Vernoemd naar een getijdengeul die ooit ten zuiden van het eiland ’t Oghe liep (De Suder Scindel). | Naam ontstaat bij de aanleg van de eerste Zuidschinkeldijk (Zuijderschinckel) in 1552. |
41 Govers Kluft of Mariniersbocht | Goverskluft
Versie Natuurmonumenten. Vernoemd naar Willem Govers, in 1887 o.a. wethouder van Callantsoog. Mariniersbocht: Versie weg en werken o.i.d. Vernoemd naar marinepersoneel (niet specifiek mariniers) wat in het verleden op vrijdagmiddag in het kader van de weekafsluiting de kantine op de kazerne bezocht. Vervolgens kroop men in kennelijke staat van beschonkenheid achter het stuur en vloog alhier steevast uit de bocht. Dit gebeurde met een zekere regelmaat. |
Govers was boer in de Uitlandsepolder. Zijn gebouwen stonden in wat nu het “Bosje van Vel” heet (zie ook nr.49 hierna). Hij woonde dus op een steenworp afstand van deze bocht (200 meter ten noorden hiervan langs de Zijperzeedijk). Piet Vel, zie nr.49 was zijn kleinzoon en de laatste boer op deze plaats. Het woord kluft verwijst naar een helling. In dit geval geen duinhelling maar een helling tegen de Zijperzeedijk alwaar de Zuidschinkeldijk (weg) aansluit op de Westerduinweg. Zie ook kluft in bv Wijk aan Zee. |
|
42 Uitlandse Polder | |||
43 Schapenkaai | <1973 | Beweiding door schapen. | Voor 1834 werd er met schapen beweid. Na 1834 niet meer. Opvallend is dat deze Schapenkaai vrijwel op de positie van het huisje van Cleas Kat lag. |
44 Geldnol | <1937 | Onbekend | |
45 Zwanenwater | 25 mei 1848 | De naam Zwanenwater wordt voor het eerst op 25 mei 1848 genoemd in een schrijven van een ambtenaar aan J. Ort, ingenieur van Waterstaat in het kader van eventuele droogmaking (kopie in archief Zwanenwater). | De naam zou ontleend zijn aan 17e eeuwse Zwanenfokkers die hier hun beroep uitoefenden. Onzin. Er bestaat geen enkel bewijs dat dit het geval was. Daarnaast was het Zwanenwater in de 17e eeuw totaal ongeschikt voor het fokken van Zwanen. Men is met de “Ordonnantie en keur der Heeren van Callantsooge op het jagen van wild” van Hendrik van Brederode uit 1562 aan de haal gegaan. De ordonnantie werd door de latere heren van Callantsoog in 1620, 1624, 1636, 1638 en 1660 nogmaals ongewijzigd afgekondigd. In de ordonnantie wordt melding gemaakt van gemerkte (= gefokte) Zwanen. Hierdoor is de suggestie ontstaan dat er in de 17e eeuw Zwanenfokkers in het Zwanenwater actief waren. Hypothese1 : die zwanen van rond 1850 waren reeds lepelaars…. die af kwamen op de brakwatergarnalen Hypothese 2: het waren (kleine) zwanen die af kwamen op de toen aanwezige fonteinkruiden in het toen nog licht brakke water |
Nieuwe toponiemen | Bekend sinds | Verklaring | Opmerking |
46 Het Reigerbos | Jaren ‘80 | Tot in de jaren ’80 broedde de Blauwe Reigers rond de Kom van het Rietgat, in het Grote Rietgat en nabij de Schotse Vlakte. Vanaf 1987 alleen nog in dit bos wat sindsdien dan ook het Reigerbos genoemd wordt. | Tegenwoordig alleen in het noordelijke deel het Reigerbos terwijl ze voorheen ook in het zuidelijke deel broedde. |
47 Heksenbosje | V/a 2007? | Vernoemd door de vrijwillige excursieleiders van Natuurmonumenten door de aanwezigheid van de aldaar op Berk veelvuldig voorkomende Heksenbezem. | |
48 De loodsanering | >2000 | Hier is door de provincie Noord Holland en Natuurmonumenten de met loodhagel vervuilde toplaag (t.g.v. een kleiduivenschietbaan in het verleden) verwijderd | Wordt door het beheerteam als zodanig genoemd. |
49a Bosje van Vel | 1996 | Vernoemd naar Piet Vel. Boer die van de natuur en vooral vogels hield. | Boer in de Uitlandsepolder die voor een vriendenprijs zijn land in 1996 aan Natuurmonumenten verkocht. De opbrengst hiervan liet hij na zijn dood o.a. na aan Vogelbescherming. Hij was een kleinzoon van Willem Govers (zie Goverskluft nr.41). De gebouwen die hier stonden verkeerden in een slechte staat en zijn gesloopt. Het bosje is als monument blijven bestaan. |
49b Botenhuis | |||
49c Drijvende hut | |||
49d Klomphuis |
Niet meer bestaande toponiemen | Bekend sinds | Verklaring | Opmerking |
50 Zuiderbuitenveld
|
Ca. 1680 | Buitendijks gelegen aangeslibd begroeit land dat bij gewone vloed niet meer onderloopt. | Was precies ten zuiden van de huidige werkschuur gelegen. |
51 Buitenveld
|
1722 | Buitendijks gelegen aangeslibd begroeit land dat bij gewone vloed niet meer onderloopt. | Op kaart uit 1722 vermeld. Dan gelegen in wat nu het Zomerpad heet (ten zuidwesten van de Goverskluft/Mariniersbocht). |
52 Buitengors
|
1698 | Buitendijks gelegen aangeslibd begroeit land dat bij gewone vloed niet meer onderloopt. | In 1698 genoemd in een pachtcontract en dan bezuiden de Hazenkamer gelegen. |
53 Coltermans Kooi
|
1757 | Voormalige vogelkooi gelegen in het Buitenveld. | In 1757 verkocht (koopcontract). Enige vermelding over het bestaan van deze vogelkooi. |
54 De Pilaren
|
<1973 | Langgerekt eilanden groepje in het Tweede Water t.h.v. het Verbrande Strand | Dit eilanden groepje stak als een soort pilaren boven de waterspiegel uit (de begroeiing). In 1943 nog genoemd (Lepelaars broedde er toen). In de loop der jaren door erosie verdwenen. Was t.b.v. de jacht kunstmatig aangelegd. Dit deed men door in de wintermaanden grote hoeveelheden zand op het ijs van de dichtgevroren meren aan te brengen. Zo ontstond na dooi, als het zand door het ijs zakte een eiland. |
55 Ronde eiland
|
<1973 | Rond eiland in het zuidelijke deel van het Tweede Water | In de loop der jaren door erosie verdwenen. Was t.b.v. de jacht kunstmatig aangelegd. Verder idem als voorgaande. |
56 a Ketelduin(en)
|
1421 | Klein en Groot Ketelduijn op vele kaarten tot 1722; daarna vrijwel vergeten maar wel op topografische kaart 1:50000 van ca 1990; zie Duinen en mensen: Noordkop en Zwanenwater | Positie volgens reconstructie J. Westenberg (1961), Oude kaarten en de geschiedenis van de kop van Noord-Holland. Verhandeling der Kon. Ned. Academie van Wetenschappen, afd. Natuurkunde. Eerste reeks, deel 23, nr.2. (Zie ook Dick Woets, Vogels van het Zwanenwater, blz.24). |
56 b Ketelduin
|
1722 | Idem | Positie volgens pentekening op kaart van Zoutman uit 1722 |
56 c Ketelduinen
|
1990 | idem | Positie volgens topografische kaarten vanaf 1990 en later. Hierbij dient te worden opgemerkt dat hoewel op kaart vermeld er geen ketelduinen meer in het Zwanenwater aanwezig zijn. |