Bezemkruiskruid: kleurig maar ongewenst
Deze nieuwkomer in onze flora vestigde zich eerst alleen in weg- en spoorbermen en stedelijke terreinen, zodat niemand er een potentiële bedreiging van de wilde flora in zag. Maar steeds vaker zien we bezemkruiskruid (Senecio inaequidens) in de duinen. Daarmee gebeurde uiteindelijk tóch wat slechts weinigen hadden verwacht.

Kaart op basis waarneming.nl.
Rond 1900 is deze Zuid-Afrikaanse kruiskruidsoort in België ingevoerd. Na een periode met verspreiding op bescheiden schaal en ‘inburgering’ in de decennia voor de oorlog, veroverde deze plant – in het wild bekend van o.a. grindrijke beekafzettingen – na 1970 Nederland in sneltreinvaart via spoorlijnen en wegen.
Vanuit de infrastructuur en stedelijke omgeving vindt sinds ca 2015 op grote schaal een invasie van natuurterreinen, en met name duingebieden (zie taartdiagram) plaats. Link naar achterliggende gegevens.
Bezemkruiskruid blijkt een prachtig voorbeeld van een proces dat meer invasieve soorten laten zien. Normaal gesproken is de kans dat een uitheemse soort de relatief stabiele leefgemeenschappen in natuurterreinen binnendringt zeer klein, bijvoorbeeld één miljoenste, omdat daarin de inheemse soorten hun plek al hebben ingenomen en die niet zomaar meer afstaan. Omdat bezemkruiskruid in bermen ongehinderd enorme populaties kon vormen waaien er van daaruit tegenwoordig miljoenen zaden de natuurgebieden in. Een grote “diasporendruk” noemen we dat. Een kans van één miljoenste vermenigvuldigd met die miljoenen inwaaiende zaden betekent uiteindelijk toch zó’n frequente kolonisatie dat de plant zo langzamerhand overal in de duinen opduikt, óók in meer gesloten duingraslanden en –struwelen. Daarbij wordt bezemkruiskruid geholpen door de natuurherstelprojecten die in allerlei duingebieden plaatsvinden. Op plaatsen waar struweel wordt gekapt om plaats te maken voor (soortenrijker) duingrasland grijpt bezemkruiskruid zijn kans in de opengelegde bodems en vegetaties. Tegelijkertijd vindt er evolutie plaats, wat wil zeggen dat de soort zich steeds beter aanpast aan de leefgemeenschappen die hij binnen weet te dringen. Als Zuid-Afrikaanse soort is bezemkruiskruid bovendien beter aangepast aan het opwarmende klimaat dan de inheemse flora.
Schadelijk of niet?

Foto Gerard Oostermeijer
Kan de invasie van bezemkruiskruid in het duingebied kwaad? Dat is nog onduidelijk. De soort levert tot laat in het jaar nectar voor insecten, en dat lijkt positief. Maar hebben duininsecten laat in het jaar wel nectar nodig? Voor bestuiving is het seizoen voor de meeste bloemen dan voorbij. Misschien is het zelfs beter voor de insectenpopulaties dat ze door een natuurlijke afname van het voedselaanbod in de herfst op tijd in winterrust gaan. Omdat bezemkruiskruid ook open, stuivend duin met bijv. de jonge duinsterretjesgemeenschap invadeert is het ook denkbaar dat hij met zijn grote “bezems” het voor het duin onmisbare verstuiven beïnvloedt. In wat ouder duingrasland lijkt de soort met zijn diepgaande penwortel een geduchte concurrent voor allerlei inheemse soorten zoals duinviooltje, kruipend stalkruid, liggend bergvlas, bleek schildzaad, nachtsilene, wondklaver, etc. De grote schaal waarop de invasie nu plaatsvindt vraagt om meer onderzoek.
En is er dan nog wel wat aan die invasie te doen? In feite is het in dit stadium al vechten tegen de bierkaai, want de diasporendruk vanuit de reeds enorme, en nauwelijks te bestrijden bermpopulaties zal voor voortdurende kolonisatie blijven zorgen. Lokaal kan echter een beginnende invasie van een kwetsbaar terrein met bijzondere soorten nog wel worden bestreden door de gevestigde planten simpelweg met penwortel en al uit de grond te trekken. Wanneer je dit een aantal jaar herhaalt is de populatie lokaal de kop in te drukken, maar daarna blijft het voortdurend opletten op nieuwe kolonisatoren, die ongetwijfeld zullen blijven komen. Recent zijn er dwergcicades (Evacanthus interruptus) waargenomen die zich aan de plant tegoed deden en wellicht aanpassingen hebben ontwikkeld tegen de specifieke gifstoffen van deze kruiskruidsoort. Wie weet komt er langzamerhand van nature ook enige biologische “bestrijding” op gang, net als bij de Amerikaanse vogelkers. Daarop wachten lijkt iets te coulant. Voordat zulke herbivoren populaties in toom kunnen houden zijn honderden jaren nodig.

Bezemkruiskruid in duingrasland, Papenberg, Castricum: een al gangbaar beeld anno 2017 in de vastelandsduinen, maar nog niet op de Wadden.

Evacanthus interruptus
De les die we van bezemkruiskruid kunnen leren is duidelijk: denk niet dat een nieuwe soort niet invasief is wanneer in het begin alleen ruderale terreinen langs (spoor)wegen en rond de stad worden gekoloniseerd, want dat kan het begin zijn van een échte “probleeminvasie” in kwetsbare natuurgebieden!
Dit artikel is onderdeel van project ‘Bloeiende duinen’. U steunt ons project door het boek te bestellen.
Was vandaag in IJmuiderslag, zo noem ik het duingebied, gemeentegrond, ten westen van de nieuwbouw van IJmuiden. Sommige terreindelen waren behoorlijk begroeid met het Bezemkruidkruid. Ik schrik daar wel van. Een mooi en nog goed ontwikkeld stuk duingrasland, met Gele walstro en Kruipwild b.v. had het niet. Maar het groeit dicht, het ‘vereikt’ en de gemeente die als beheerder de habitats moet onderhouden voert er niets uit. Doodzonde, een groot deel is al verbost en dat is minder qua diversiteit; ik zie weinig verschil met eikebos op de Veluwe.
Schande dat de H.R. niet wordt nageleefd, gemeente en provincie zijn zwaar in overtreding (ik ook: ik zaagde wat eiken om! -niet doorvertellen!)
Ik was daar om Am. vogelkers -met licensie- te bestrijden; het terrein is bijna schoon maar ik was er jaren niet geweest, veel te lang niet en ik sla mezelf voor bijna voor m’n kop. Maar veel staat er toch niet meer. Dat de Am. vogelkers al onder controle staat van aangepaste herbivoren wordt elders sterk genuanceerd, en gelukkig staat in het huidige beheersplan van Natura 2000 dan ook dat hij bestreden moet worden. De Am. vogelkers kan je met enge inspanning uitroeien. Maar dat Bezemkruiskruid? Nu ja, het staat hierboven.