Geschiedenis van de Wadden, een recensie
Rolf Roos
Geschiedenis van de Waddeneilanden
Ondertitel: Canon van de Waddeneilanden
(Door Anne Doedens en Jan Houter, 2015)
Veel werd geschreven over de natuur en de geschiedenis van ieder eiland apart. Geschiedenis van de Wadden – Canon van de Waddeneilanden is het eerste dat vijftig historische hoogtepunten en hoofdzaken van de Nederlandse Waddeneilanden weergeeft. In hun samenhang en apart. Van Texel, Vlieland en Terschelling tot Ameland, Schiermonnikoog en Rottumeroog.
Het water verbond de eilanders. Hun blik was gericht op de Noord-, de Zuider- en de Waddenzee, op de Oostzee en Indië; zonder zeevaart en visserij kon geen eiland. De eilander ‘talen’ zijn verwant. De folklore kent overeenkomsten. De aanleg van bossen maakt op alle eilanden deel uit van één proces. Opvallend is de aanwezigheid van doopsgezinden. De rol van kerken en kloosters is bepalend voor de Waddengeschiedenis. Veranderingen van het landschap voltrekken zich hier sneller dan elders. Aparte staatjes als Ameland, beroemde Nederlanders als kardinaal de Jong, Willem Barendsz. en Willem de Vlaming komen aan bod. De betekenis voor onze nationale defensie is en was groot. Meer dan elders vindt en vond men er kunstenaars van allerlei soort, zoals Wolkers op Texel.
Er werd overlegd met tal van kenners van de eilanden zelf om een evenwichtig beeld te scheppen.
Auteurs kozen voor 50 van die verhalen die overzichtelijk, chronologisch zijn gerangschikt. Ze zijn noodgedwongen altijd kort, wat geen bezwaar is als het maar niet fragmentarisch of kort door de bocht wordt. Het is qua opzet een geweldig boek met vele fraaie doorkijkjes maar we noemen enige tekortkomingen.
In het voorwoord heeft uw recensent vergeefs gezocht naar een heldere verantwoording van keuzes voor de vele leuke en vaak leesbare onderwerpen. Zo staat er wel een vrij zouteloos verhaal over waddenbestuur (en wordt niet duidelijk gemaakt wat dit inhoudelijk heeft opgeleverd) maar ontbreekt er weer een samenbindend verhaal over de recente theorie van ‘eilandstaarten’ dat kon worden ingebed een mooi verhaal over vormverandering (en dat is heel wat breder dan het opgenomen stuifdijkcanon). Nogal wat onderwerpen hebben meer met aaibaarheid of aansluiten bij de interesse een breed publiek te maken zoals de veerboten en de scheepswrakken. Elk canon wordt afgesloten met ‘verder lezen’ en ‘er op uit’ waarvoor men beter het web (met enkele goede urls) had kunnen gebruiken want het is zeer onvolledig en snel gedateerd wat er nu staat.
Er zijn twee van de 50 onderwerpen gewijd aan natuur en natuurbescherming, wat bepaald karig genoemd mag worden. In die verhalen is men nogal anekdotisch. De grote lijnen van het tot stand komen van de natuurgebieden komen niet uit de verf. De grote rol van Staatsbosbeheer op alle eilanden had is een rode draad kunnen zijn die niet werd opgepakt, net als het spanningsveld tussen bosaanleg, recreatie en jacht (daarover geen woord). Dat de zeehondencreche in Pieterburen wordt bedeeld met een alinea heeft weinig met het onderwerp van het boek te maken. Over de geschiedenis van de natuur op de eilanden: geen woord over trends, herkomst van soorten, veranderingsprocessen, etc.