Hotspot het Wildrijk

April. Foto Ronald van Wijk
Het Wildrijk
Afhankelijk van of het voorjaar vroeg of laat valt is het in april of mei op zijn fraaist hier. Maar hoogzomer bloeit de wilde kamperfoelie.
- Start en einde: kruising Belkmerweg en Zeeweg 33,
- De wandelroute volgt openbare paden met de rode pijltjes die zijn uitgezet, 2,3 km lang. Geef op je mobiel toegang tot eigen positie (lees hier hoe). Wandeling: de downloadlink voor GPX-track staat ook onderaan de kaart.
- Klik op een icoon op de wandelkaart en vindt een bijzondere plant. Of andersom: klik bij een plant op de icoon en je komt op de locatie van de plant.
- De beste tijd om deze soorten te zien bloeien is april-juni. Let na afloop op teken.
- Ten overvloede: verboden te plukken, verzamelen of uitsteken.
- Reacties of eigen waarnemingen kun je kwijt onder dit bericht. Of twitter ons @Bloeiendeduinen
Het achtergrondverhaal bij deze wandeling wordt gepubliceerd in het boek ‘Bloeiende duinen’. U steunt ons project door het boek te bestellen.
Bezoek andere hotspots met behulp van de overzichtskaart.

‘Plantagie Het Wildrijck’ werd omstreeks 1620 aangelegd op de slechtste, zandige gronden van de kersverse Polder Zijpe (van 1597). Waarschijnlijk diende de eerste aanplant van bomen op deze (van oorsprong kalkarme en schrale) nollen om de landerijen tegen stuifzand te beschermen. Kaart Zoutman 1660, aangevuld 1722.
Ligging
Ook omdat het omringende bollenland deels is afgegraven ligt het tegenwoordig hoger dan de omgeving waardoor het Wildrijk zonder kunstgrepen zou verdrogen. Het Wildrijk is een met sloten doorsneden ‘park-stinsebos’, een rijk en open eikenbos met berk, esdoorn, grauwe abeel, linde, esdoorn, kurkiep, hazelaar, en veel voorjaarsplanten tussen de brede stekelvarens zoals maarts viooltje en lelietje-van-dalen. Op verschillende plekken staan stinsenplanten (verwilderde bolgewassen die eeuwen geleden in landgoederen werden aangeplant) zoals dichtersnarcis, voorjaarszonnebloem, gewone en knikkende vogelmelk. Eind april bloeien massaal en overal de roze en blauwe ‘wilde’ hyacinten. Bijzonder zijn ook bleeksporig bosviooltje en bosaardbei. Ook staan er een paar grote pollen bosanemonen. Naast een grote rijkdom aan mossoorten waaronder het kussentjesmos, zijn er vele paddenstoelen te vinden zoals de gele aardappelbovist en een bedreigde paddenstoelensoort die daar weer op parasiteert: de kostgangerboleet. De vele bramen die delen overwoekeren, heeft mede te maken met de lage grondwaterstand in het omringende, lage bollenland: het Wildrijk heeft last van verdroging. Om het bos toch voldoende vochtig te houden is in 1987 een verbindingssloot tussen het bos en de duinvoet gegraven die schoon water aanvoert dat spontaan vanuit de duinen wegvloeit en ter plekke omhoog wordt gemalen.
Haagse bossen
Er zijn weinig bossen die op het Wildrijk lijken, maar een paar bossen onder Den Haag (zie hotspot Van Leydenhof & Hyacintenbos) doen er wel een gooi naar. Ook wat vaak schriele zomereiken, wilde hulst en een woud van stekelvarens, wilde hyacinten en overal wilde kamperfoelie. Ook daar veel zachte berk, opslag van gewone esdoorn en lijsterbes. Een zuur en oud milieu. Heel subtiele overeenkomst: net als in dat kalkarme oude Haagse bos staat ook hier en pilzegge, bepaald geen alledaagse bosplant aan de duinrand. de echte overeenkomst zit in de bodem: zeer kalkarm duinzand. In het Haagse geval: ca 5000 jaar oud; bij Sint Maartensvlotbrug: 400 jaar oud.
Maar het Wildrijk is net iets sappiger (door de aanvoer van water en hogere grondwaterstand) en voedselrijker (ook door inwaai van meststoffen uit het omringend bollenland). Soorten van zeer schrale grond die bij Den Haag floreren zoals gewone veldbies, soms wat buntgras, schapenzuring en schapengras, staan hier niet. Bosplanten van iets meer voedselrijke bodem zoals robertskruid en bosviooltje staan juist weer wel in Het Wildrijk, net als grassen als zachte witbol en enkele boomsoorten van vochtiger bodem (zwarte els) of iets meer voedsel (hazelaar, grauwe abeel, meidoorn). Het vochtiger microklimaat wordt weerspiegelt in de diverse mossen: sterrenmos, haarmos en (zij net schaars) ook kussentjesmos. Maar bij Den Haag zijn andere planten aangeplant, zoals de gewone salomonszegel.
De ‘wilde’ hyacintjes hebben vele prachtige namen, ‘Blue-bell’, ‘Hasenglöckchen’ of ‘hazenklokje’. Ze worden tot 40 cm hoog en staan bij voorkeur in humeuze, vochtige bosgrond. Als dit bolgewas tientallen jaren de tijd krijgt, ontstaan door uitzaaien hele tapijten. Echt wild zijn deze planten niet, want ze worden beschouwd als een kruising van de oorspronkelijke, echt wilde Hyacinthoides non-scripta met de niet geurende Hyacinthoides hispanica , die in ons land al vroeg is geïmporteerd. Deze krachtige hybride, Hyacinthoides ×massartiana heeft brede bladeren (1,5 – 4 cm) en bloemen met blauwachtige meeldraden
Achtergrond: Het Wildrijk en de rel uit het boek Duinen en mensen Noordkop en Zwanenwater (Rolf Roos e.a., 2011)