Hotspot Papenberg: 10 soorten in beeld
Waar? Vanaf het station Castricum is dit makkelijk te belopen. Het rondje gaat door duinbos van ca 60 jaar oud en duingraslanden met veel bijzondere ‘zeedorpensoorten’, gevolg van aloude beweiding vanuit ‘duindorp’ Castricum. Ook nu weer beweid. Verder: let op de onder het zand verdwijnende tankmuur en de kwelsloot aan de duinvoet, en op de horizon vanaf de top.
Wanneer? De beste tijd om deze soorten te zien bloeien is mei en juni. Hoogzomer staat er veel bitterkruid, bitterkruidbremraap en andere zeldzaamheden zoals oorsilene. Er is een duidelijk verschil tussen begraasd en onbegraasd gebied. In het duinbos staan diverse voorjaarsbloeiers als daslook en sneeuwklokjes en – voor wie er oog voor heeft en veel geluk na een regenrijke tijd: stofzaad.
Klik op het icoontje (of de cijfers) op onderstaande kaart en vindt de soort. Of andersom: klik op icoon bij een soort en je wordt naar een plek geleid waar deze staat.
De op kaart getoonde soorten staan vet.
Soorten gezien en wil je weten wat de soorten vertellen? Hier het ABC van de Papenberg

Stofzaad. Hier op de foto net uit de grond opduikend (foto Rogier van Vugt). In kalkrijke duinbossen bij Kennemerland algemener dan werd gedacht maar wel bedreigd!
De binnenduinrand: aangeplant bos, grotendeels gestoffeerd met gewone bossoorten maar ook met verrassingen. In het duinbos: gewone soorten als stinkende gouwe, dagkoeksbloem, iets minder gangbare als daslook en aronskelk (vaak aangeplant bij duinhuisjes) maar ook een bijzonderheid als stofzaad (zie foto). Kardinaalsmuts, onder het vee en bij konijnen erg geliefd, staat vrijwel alleen buiten de rasters waar de overigens erg nuttige koeien (houden het grasland open en gevarieerd) het niet wegvreten.
Soorten van duingrasland: naast knolboterbloem, zachte haver en walstrobremraap (zeer algemeen in dit duinreservaat) ook duingraslandsoorten als muizenoor, vleugeltjesbloem, en de echte kalkminnaars bitterkruid, bitterkruidbremraap, nachtsilene en oorsilene.
Droog kalkrijk duin met – zo zien we bij de laatste soorten – invloed van eeuwenlange beweiding: zeedorpensoorten maar dan van een duindorp.
De Papenberg is verder opvallend kalkrijk voor de binnenduinrand, een direct gevolg van het bronmateriaal en de bijzondere ontstaansgeschiedenis: rond het jaar 500 verstoof hier zand van het Oer-IJ landschap.
Bezoek de andere hotspots via de overzichtskaart.