Jaap van Baarsen: Van grote lijnen en kleine details
Jos Lap heeft de opzichter van Voornes Duin Jaap van Baarsen – hij overleed in 2001 op 46-jarige leeftijd – goed gekend. Eind vorige millennium waren opzichters markante persoonlijkheden met eigen ideeën en stijl.
Mijn schoolvriend Jaap van Baarsen was een natuurtalent of beter: iemand met een groot talent voor natuur. Op het gymnasium (Sint-Michaël College in Zaandam) was biologie zijn favoriete vak. Al roeiend in het Ilperveld en op de fiets naar school via het Zaanse polderland ontstond zijn passie voor alles wat bloeit en vliegt. Hier en tijdens zijn opleiding biologisch-dynamische landbouw op de Warmonderhof in de Betuwe vormde hij zijn ideeën over natuur waarover hij met veel enthousiasme kon vertellen.
Met die ideeën en dat enthousiasme overtuigde hij Natuurmonumenten toen hij in 1980 – 26 jaar oud – met succes solliciteerde naar de functie van beheerder Voornes Duin. Hij had geen ervaring als beheerder of leidinggevende, maar kreeg niettemin het vertrouwen. Een functie die hij tot zijn overlijden in 2001 vervulde.
Voor mij is Jaap steeds iemand geweest van de grote lijnen én de kleine details. Altijd bezig met plannen om de rijke biodiversiteit van het duingebied te beschermen of te verbeteren. Zo opperde hij het idee om van het zanddepot aan de zeezijde in de oksel van de Haringvlietdam en het duingebied ter hoogte van het Quackjeswater een natte duinvallei te maken. Natuurmonumenten heeft dit gebied de naam Jaap van Baarsenvallei gegeven.

Hij maakte mee dat de aalscholver (1984) ging broeden op de oever van het Breede Water en de lepelaar (1989) en de kleine zilverreiger (1994) bij het Quackjeswater door rust rond het water te creëren maar tegelijkertijd bezoekers er – via een verhoogd uitzichtpunt op afstand – een blik op te gunnen.
Jaap behoorde tot de mensen die zich halverwege de jaren negentig met succes keerden tegen het Autostrand in Oostvoorne en er kwam nieuwe natuur: de slikken van Voorne. Hij zag de bedreiging voor Voornes kustgebied door de aanleg van de Tweede Maasvlakte. Toen hij voor zijn openlijk kritische opstelling in eigen kring weinig steun vond en een ingezonden stuk in de Volkskrant schreef (zie pdf), werd hem dat niet in dank afgenomen door de leiding van de natuurorganisatie. Al kwam dat ook weer goed. Maar als hij opkwam voor zijn duin dan wilde hij dat risico wel lopen.
Tijdens de wandelingen door het gebied genoot hij van kleine details, van elke bloeiende plant. Hij noemde ze ‘vitamines voor je ogen’. Maakte daarvan dia’s en gaf tal van presentaties en voorzag die van begrijpelijke en enthousiaste verhalen gelardeerd met tal van vermakelijke anekdotes en vergelijkingen. En zo herinner ik me ook nachtegalenexcursies in de heel vroege morgen. Als de nachtegalen zich niet meteen lieten horen wist hij de excursiegangers toch te boeien met verhalen over wat we onderweg aan planten en vogels tegenkwamen.
Hij dacht altijd na over de toegankelijkheid van het gebied voor bezoekers zonder dat de natuur geweld werd aangedaan. In Voornes Duin vindt sinds 1951 geen waterwinning meer plaats en dat kon ook betekenen dat sommige delen makkelijk onder water konden komen te staan. Hij hielp aanwonende waar de kelders van onder liepen (zie artikel op duinenenmensen.nl). En hoe voorkom je dan dat wandelaars ‘om de paden heenlopen’? Het gebied afsluiten was voor hem geen optie. Hij zocht en vond oplossingen. Hij leidde paden om, of sloot ze af en bood een alternatief, vaak op zo’n manier dat zelfs frequente bezoekers er niet veel van merkten.

En hij maakte van diezelfde wandelaars gebruik om vergrassing en daarmee het verdwijnen van vlinders en plantjes tegen te gaan. Dan kapte hij struweel en legde een pad aan door zo’n duinvallei. Al snel kwam het zand terug en aan de randen van het pad de reigersbekken, viooltjes en steentijm.
Zijn betrokkenheid bij Voornes Duin was groot. Als we met hem door het terrein liepen hadden we de afspraak dat we even inhielden als hij bezoekers moest aanspreken omdat de hond losliep of ze buiten de paden liepen. Hij kon niet voorbijlopen zonder daar iets van te zeggen, ook al had hij op dat moment geen dienst als toezichthouder. En zo had hij ook altijd een plastic zakje bij zich. Elke prop en elk blikje ruimde hij op. Zijn idee: als mensen vuil zien liggen gooien ze er makkelijk wat bij en dat willen we niet. En over oog voor details gesproken: eens per jaar trok hij in ‘rechte lijnen’ door het terrein om precies te weten hoe elk stukje erbij stond. Dat was Jaap ten voeten uit.
Jos Lap, mei 2021
Enkele artikelen met of over Jaap van Baarsen (red.)
Volkskrant 25-03-1995 Milieu-organisaties willen autovrij strand
Volkskrant 16-04-1996 Tweede Maasvlakte funest voor Voorne
De Levende Natuur (2013) (Over de Jaap van Baarsenvallei)
Koos van Zomeren (1989) De verhouting van Voorne. NRC 27 mei 1989
Enkele artikelen van Jaap van Baarsen
Dynamische processen in Voornes Duin (1990)
Dagvlinders van Voornes Duin (1996)
Volkskrant 29-07-1997 Bulldozer-natuur
(Naschrift redactie)
We vonden een artikel uit 1980 over de opzichter, Gijsbert Meijvogel die werkte onder de voorganger van Jaap van Baarsen, Hamer die hoofdopzichter was. We weten niet wanneer zijn dienstverband bij Natuurmonumenten precies begon, maar dat moet in de jaren 50 zijn geweest. Hij was daarvoor in dienst bij J. van Hoey Smith van landgoed Strypemonde, maar vertrok volgens het krantenartikel “als een kwaje hond waarvan de haren recht overeind gaan staan” en kwam later bij Natuurmonumenten terug als opzichter van o.a. het Brede water. Ander citaat: “In de dertig jaar dat ik bij Natuurmonumenten gewerkt heb, heb ik ontdekt dat negentig procent van de mensen ziende blind zijn en horende doof. Ze kunnen nog geen brandnetel van een denneboom onderscheiden, bij wijze van spreken. Om die reden greep Meijvogel dan ook dankbaar de opleidende taak aan, om de mensen te begeleiden op excursies, zo’n vijftig per jaar. ” Zie verder nieuwsblad Het Zuiden, 13 februari 1980. De voorganger van Meijvogel was weer Hamer, over wie ons weinig bekend is, behalve dat hij in 1962 als hoofdopzichter Voornes duin in de weer was met opruimen van bunkers.
Een zoon van Hamer, Bert, schreef ons een aanvulling (jan. 2022):
“Mijn vader (Hamer) ging in 1955 als hoofdopzichter van Natuurmonumenten in Voornes Duin aan de slag. Eén van de opzichters was Meijvogel. De boekingen voor de excursies kwamen via de VVV bij mijn vader terecht en deze werden vervolgens meestal uitgevoerd door Meijvogel. Een bezoek werd gebracht aan het Quackjeswater en het Breede Water. Later werd mijn vader bevorderd tot districtsbeheerder en werd zijn werkgebied uitgebreid met de eigendommen van Natuurmonumenten op Goeree en de Vlietlanden bij Schipluiden. In een later stadium behoorden de Nieuwkoopse plassen ook tot zijn werkterrein. Hij was in 1962 betrokken bij het opruimen van bunkers in Rockanje. Ook had hij bemoeienis met de aanleg van de aansluitende weg op de Haringvlietsluizen door het duingebied. Tot slot kan worden genoemd dat hij namens Natuurmonumenten betrokken was bij de aanleg van de Waterboscamping in Rockanje.”

Ha Jos en Els,
We zijn elkaar uit het oog verloren, maar we hebben onze tijd met Jaap en Angeline en jullie nooit vergeten. Wat was dat bijzonder. Ik was benieuwd en zocht je op internet.
Daar vond ik dit ontroerende stuk van jou over Jaap. Zó liefdevol en zó treffend.
Dankjewel.
Hartelijke groet,
Fred en Ada