Veldnamen van de Delflandse duinen
(Frans Beekman)
Na de veldnamen van Meijendel (Holland’s Duinen nr. 79) en van De Beer (Holland’s Duinen nr. 80) is er in dit tijdschrift aandacht voor de tussenliggende duinen van Delfland. Plaatselijk zijn hier de duinen veel smaller dan ten noorden van Den Haag. Veldnamen van verschillende ouderdom verwijzen naar de landschappelijke historie. Oude kaarten en archieven geven informatie.
Lees hier het gehele verhaal als pdf. (Ontleend aan Holland’s Duinen 2022, nr.81: 49-57)
“De veldnamen in de duinen tussen Hoek van Holland en Scheveningen geven een goed inzicht op het landschappelijk verleden. Op de Oude Duinen wijzen namen van drinkpoelen (wapel, sol) op beweide duingraslanden (veld) met plaatselijk heide. De naam Eyckenduynen verwijst naar het eikenbos dat van nature op Oude Duinen groeit. Het eikenhakhout van Solleveld staat dus op een logische plek. Bijzonder in de omgeving van Den Haag is het gebruik van het aardige verkleinwoord ‘bosje’. De namen eindigend op –geest duiden op hoger gelegen bouwland. Sommige duinboerderijen kregen in de 17e eeuw een (zomer)recreatieve bestemming voor stedelingen. In de Jonge Duinen zijn er namen die eindigen op –berg of –duin voor hoge toppen. De namen van duinvalleien in de Westduinen bij Scheveningen eindigen vaak op –del, -pan of –veld en dat sluit aan op de veldnamen in de Oostduinen. Opvallend in de zeereep waren vroeger openingen waar schepen in de winter beschut lagen, met namen eindigend op –gat. De grote kustafslag van Delfland leidde een aantal keren tot verplaatsing van het vissersdorp Ter Heijde. Bij de Maasmond was er juist kustaangroei met zandplaten en gorzen, maar later ook kustafslag.”