Voornse veldparelmoervlinder geen eendagsvlieg
(Door Rolf Roos)

Eerste waarneming, foto Jaco Diemeer.
Op 8 mei 2022 zagen Hanneke van Weezenbeek en Jaco Diemeer uit Rockanje op een wandeling langs de Spartelvijver in het kleine reservaat De Heveringen de eerste veldparelmoervlinder in de duinen sinds meer dan een halve eeuw. In tijden van drama-verhalen over insecten toch weer een opsteker? Na geheel uit ons land te zijn verdwenen waren er na 1995 alleen een aantal populaties in Zuid-Limburg en later ook in Noord-Brabant bekend. Omdat in 2022 de soort op Voorne op diverse plekken opdook en er ook een tiental waarnemingen waren in de Kwade Hoek (die eerste door A. van Steensel, 12 mei 2022) werden er diverse wenkbrauwen gefronst om zowel de diverse vindplaatsen -duinen…ver van populaties landinwaarts- als om de vele waarnemingen. Was de soort niet uitgezet? Chris van Swaay van de Vlinderstichting: “Het is onwaarschijnlijk dat dit een spontane vestiging betrof. De eieren worden namelijk in één klomp afgezet waardoor je maar op één plek nakomelingen zou verwachten. Hoe de soort er dan is terechtgekomen zullen we wellicht nooit weten.” Voor ons was de soort, als dubieuze nieuwkomer of als klein ecologisch geschenk, zo interessant dat het op de cover van Duinen en mensen Voorne (april 2023) is gezet.
We maken in 2023, na het vliegseizoen, even een pas op de plaats. De soort blijkt in 2023 niet meer gezien op Goeree in de winderige Kwade Hoek, maar explodeerde zowat in het wat meer beschutte Oostvoorne.

De ‘heatmap’ geeft de intensiteit van de meer dan 200 waarnemingen van soms wel 25 individuen per waarneming. De kaart laat een kerngebied zien maar ook verspreiding, zowel naar heemtuin Tenellaplas (altijd een bron van ontsnappingen) als naar het meer open duin, de Vliegveldvallei. Bron: waarneming.nl.
De verspreidingsatlas en vlinderstichting beschrijven de ecologie:
“Kruidenrijke, droge en schrale graslanden met een open, korte, vrij rommelige mozaïekstructuur.
Lage vegetaties met een hoge dichtheid aan smalle weegbree (de waardplant) worden afgewisseld met hogere overstaande vegetaties waarin de rupsen kunnen overwinteren en zich verpoppen. Daarnaast is er wat kale grond aanwezig en groeien er vaak op korte afstand bloemrijke ruigten met geschikte nectarplanten. Meestal is er enige beschutting in de vorm van verspreid staande struiken, struweel of een bosrand. (..) Een levensvatbare populatie omvat zo’n tien tot vijftien geschikte plaatsen van zo’n 0,1 hectare elk, niet verder dan vijfhonderd meter van elkaar gelegen.”
“Rups: half juni-begin mei. De soort overwintert als rups in een spinselnest met tientallen rupsen bij elkaar. De verpopping vindt plaats in dichte vegetatie. De eieren worden in groepjes afgezet op de onderzijde van een liggend blad van een klein exemplaar van de waardplant. De rups is zwart met dwarsrijtjes van lichte stipjes en een roodbruine kop.”
Een grafiek van de vliegtijd (in m.n. mei en juni) staat hier (bron Vlinderstichting)
Voornse veldparelmoeren geen eendagsvliegen
De inheemse en zeer zeldzame soort blijkt zich in de Hollandse Delta te hebben gevestigd, in ieder geval op Voorne. Voor een eventuele uitzetting die wel wordt gesuggereerd is geen bewijs gevonden. De soort gedraagt zich nu als een levenskrachtige nieuwkomer. Ook bij eerdere vestigingen waren er soms verrassingen. De terugkeer in Zuid-Limburg was bv. langs een Rijksweg, de A79. En als het milieu voor deze soort niet zou deugen, dan verdwijnt ze vanzelf.

Voornse veldparelmoer uit 2023; foto Henk Terhell