De landslakken van de duinen van Voorne
Door: Tello Neckheim & Rykel de Bruyne. (Met dank aan Adriaan Gmelig Meyling; Stichting ANEMOON).
Iedereen kent slakken: spreekwoordelijk traag kruipende dieren met ogen op steeltjes waarvan de meeste een slakkenhuisje op hun rug meedragen. Slakken behoren tot de stam der Weekdieren (Mollusca). Er bestaan meerdere klassen, met naast huisjesslakken en naaktslakken ook tweekleppigen (mossels; in zoet en zout water) en inktvissen (in zee). In de Duinen van Oostvoorne komen meer dan zestig soorten landslakken voor. Behalve landslakken leven er ook zoet- en brakwaterslakken en tweekleppigen in het gebied.
Onderzoek naar de landslakken
In 2021 zijn twee speciale slakkenexcursies gehouden. Eén door Tello Neckheim (20 augustus) en een samen met Joop Eikenboom (26 juli). Daarbij zijn zichtwaarnemingen gedaan en diverse monsters van de strooisellaag genomen. De resultaten zijn ingevoerd in Waarneming.nl. Ook werden gegevens gebruikt uit de veldgids ‘Slakken en mossels’ (Jansen, 2015) en van een inventarisatie van de landslakken van Zuid-Holland (Boesveld, 2005). Ook in het kader van het Netwerk Ecologische Monitoring (NEM), een samenwerkingsverband van overheden ten behoeve van de inwinning van natuurgegevens voor beleid, zijn in het gebied inventarisaties uitgevoerd. Aangetekend moet worden dat naar naaktslakken (slakken zonder slakkenhuis) veel minder is gezocht. Deze groep is op de soortenlijst nog ondervertegenwoordigd.

Bij een excursie benodigd verzamelmateriaal: zeven voor het uitzeven van strooisel, harkje, monsterzakjes, rugzak met proviand, loep, pincet en divers ander verzamel- en documentatiemateriaal. (Foto: Tello Neckheim).
Zoetwaterweekdieren
Dit hoofdstuk gaat over landslakken. Hoewel in de Duinen van Oostvoorne diverse droogvallende poelen, waterhoudende vijvers, geulen en allerlei drassige plaatsen aanwezig zijn waar ook in zoet- en brakwater levende slakken en tweekleppigen voorkomen, worden die hier verder niet uitgebreid besproken. Het Oostvoornse Meer is brak met een wisselende saliniteit. Op de meeste andere plaatsen is het water zoet. Maar net als in de andere duingebieden in Nederland leven in de duinwateren van Oostvoorne relatief weinig weekdiersoorten en ontbreken de echt zeldzame soorten. Er is in ons land één bijzondere duinsoort die vrijwel uitsluitend voorkomt in schone heldere duinplasjes. Dat is de Gladde schijfhoren Gyraulus laevis, een zeldzame schijfhorenslak waarvan het aantal vindplaatsen in Europa achteruit lijkt te gaan. Uit het onderzoeksgebied is deze soort niet bekend. Dat is wel het geval bij de Platte schijfhoren Anisus vorticulus. Deze is opgenomen in de bijlagen II en IV van de Habitarichtlijn en geniet daardoor in Nederland en Europa speciale bescherming. Op de Rode Lijst staat deze soort gekwalificeerd als kwetsbaar (KW). De Platte schijfhoren is tijdens bemonsteringen in 2010 meerder malen aangetroffen in het Quackjeswater.
De landslakken
Landslakken kun je grofweg onderverdelen in huisjesslakken en naaktslakken. Je zou het van een dier waarvan het lichaam voor het grootste deel uit water bestaat misschien niet verwachten, maar er zijn meerdere soorten slakken die voornamelijk voorkomen in droge en zandige duinen. Duingebieden bestaan niet alleen uit open zandige plaatsen maar ook uit bossen en moerassen met alle tussenliggende gradiënten. In de Duinen van Oostvoorne komen vergeleken met andere duingebieden in Nederland de meeste soorten landslakken voor en de dichtheden zijn er vaak eveneens opmerkelijk hoog. Het gebied staat bekend om de diversiteit aan biotopen. In elke specifieke habitat komen specifieke soorten landslakken voor. Maar er zijn ook landslakken die op vrijwel alle plaatsen kunnen leven.

Links: Typische huisjesslak: de Zwartgerande tuinslak Cepaea nemoralis; zowel algemeen in duingebieden als elders in het land. Geel exemplaar met donkere kleurbanden, Oeverlanden Amsterdam 5-7-2014 (Foto: Tello Neckheim); rechts: Grijze wormnaaktslak Boettgerilla pallens. Naaktslakken hebben in de loop van de evolutie hun slakkenhuis verloren. Oostvoorne 20-8-2021 (Foto: Tello Neckheim).
In de zeereep en droge duinen
In de droge zeereep komen voornamelijk slakken voor die zich hebben aangepast aan droogte en warmte. Niet voor niets worden sommige van deze soorten duinslakken genoemd, hoewel ze ook elders in het land voorkomen (zie verder bij Duinslakken). Ook een uit heel Nederland bekende soort als de Segrijnslak kan op bepaalde plaatsen in de zeereep en het droge duin overleven, als het niet té droog wordt tenminste. Hetzelfde geldt voor de Zwartgerande tuinslak, waarvan je in grote delen van de zeereep de huisjes kunt vinden. Die hebben meerdere kleurpatronen, van eenkleurig geel, bruin of roze, tot exemplaren met diverse donkere kleurbanden. Opvallend is dat op plaatsen met veel zon de huisjes vaker lichter zijn dan in beschaduwde bossen. Lichte kleuren weerkaatsen de zon namelijk beter, waardoor gele slakken beter bestand zijn tegen warmte en droogte. Op iets meer beschutte plaatsen in de duinen leven onder takken, stenen en in mos twee soorten tonnetjes. Het Mostonnetje kun je een echte duinsoort noemen. Dit slakje leeft veel onder stenen en hout en in mos in duingebieden. Maar ook elders in het land is de soort op vergelijkbare plaatsen te vinden. In de Duinen van Oostvoorne komt ook het Genaveld tonnetje (Rode Lijst soort) aanwezig. Deze is ook te vinden op wat meer begroeide plaatsen en in bosranden of op muurtjes. Tonnetjes zijn verhoudingsgewijs kleine soorten, net als de Slanke agaathoren en de Scheve jachthorenslak, die beide ook kunnen overleven in relatief droge biotopen.

Zwartgerande tuinslak Cepaea nemoralis. Een van de bekendste slakken van ons land. Ook algemeen in duingebieden. Egaal bruin exemplaar zonder kleurbanden, Oostvoorne 20-8-2021 (Foto: Tello Neckheim.)

Mostonnetje Pupilla muscorum, kruipend op een arm. Klein slakje (5 mm hoog) met een huisje als een klein ouderwets (regen)tonnetje. Oostvoorne, 20-8-2021 (Foto: Tello Neckheim.)
Onder struiken, langs bosranden en in bossen
Slakken leven vaak in de strooisellaag. Dus daar waar veel afgevallen bladeren en takjes liggen. Daar blijft het lang vochtig en groeit ook mos. Bosjes en struikgewas zijn dan ook voor veel soorten landslakken een goed leefgebied. In de soortenlijst is te zien welke soorten daar voorkomen. Vaak zijn het ubiquisten, soorten die je in zeer veel uiteenlopende biotopen kunt aantreffen. Voorbeelden zijn algemene huisjesslakken als het Boerenknoopje, de Geribde jachthoren, de Doorschijnende glasslak, de Haarslak en ook het minieme Dwergpuntje (1,4 mm). Behalve enkele naaktslakken die alleen bij regen in bossen tevoorschijn komen, kun je tot de echte bossoorten ook een fraai slakje rekenen dat een klein bol huisje heeft met gebogen stekeltjes: het Stekelslakje (2 mm). Die vind je vrijwel uitsluitend in de strooisellaag van bossen. In de Duinen van Oostvoorne is het Stekelslakje vrij zeldzaam.

Links: Haarslak Trochulus hispidus. Onder hout, tussen pissebedden. Het huisje heeft kleine haartjes (8 mm). Oostvoorne 20-8-2021; rechts: Stekelslakje Acanthinula aculeata (3 mm). Noord Hollands Duinreservaat 30-4-2012 (Foto’s: Tello Neckheim.)
Op vochtige plaatsen; langs oevers en in vochtig bos
In de Duinen van Oostvoorne zijn veel vochtige plaatsen. Echte moerassoorten zijn de Donkere glimslak, de Slanke agaatslak en een klein naaktslakje met de naam Kleine akkerslak. Maar ook de Dikke korfslak (Rode Lijst soort), de Bolle dwergslak, de Gladde tolslak, de Grote kristalslak en nog een aantal andere soorten zijn vooral op natte plaatsen te vinden.
De Wijngaardslak
Niet te missen in de Duinen van Oostvoorne is de Wijngaardslak. Deze grote bij wet beschermde soort is op meerdere plaatsen in de binnenduinen aan te treffen. Het slakkenhuis kan ruim 5 cm worden. Vooral na een regenbui is de soort vaak actief en kun je ze relatief snel voortkruipend aantreffen. Het dier is niet schuw, maar als je ze aanraakt worden de ogen op steeltjes als eerste ingetrokken of trekken ze zich zelfs helemaal in hun grote huis terug. Bij droog weer tref je de dieren vastgeplakt op een boom aan of gewoon op de grond tussen planten en struiken. Ze kunnen zich goed onvindbaar maken en zich zelfs in de bodem ingraven. Ook hun eitjes leggen ze in een holletje in de grond en in zelfgegraven holen brengen de slakken ook de winter door. Na de winter kruipen de Wijngaardslakken uit hun holen. Van mei tot en met juli is het de tijd voor verleiden, voorspel en paren. Zoals de meeste slakken zijn Wijngaardslakken tweeslachtig (hermafrodiet); ze hebben zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen. Desondanks doen ze niet aan zelfbevruchting. Ze zoeken altijd een partner en bevruchten elkaar wederzijds. En dat gaat niet zonder slag of stoot. De dieren vertonen opvallend paringsgedrag, waarvan ook een soort paringsdans deel uitmaakt. Als twee Wijngaardslakken elkaar ontmoeten, betasten ze elkaar met de (vier) voelhorens. Dan klampen ze zich aan elkaar vast, richten zich heftig bewegend hoog op, waarbij de monddelen elkaar betasten. Na een tijdje verstrengeld heen en weer wiegen, zakken ze uitgeput weer naar de bodem. Maar na een rusttijd begint het liefdesspel opnieuw. Dit alles kan soms wel 20 uur duren. Op een bepaald moment kan de ene partner een 7 tot 11 millimeter lange kalkpijl, de zogenaamde liefdespijl, in het lijf van de ander schieten. De geprikte partner kan eveneens een pijl afschieten. Met die liefdespijl wordt een hormoonstof in de partner overgebracht. Op een gegeven moment komt uit beider geslachtsopeningen het mannelijk geslachtsorgaan te voorschijn, een melkwit slurfachtig geheel dat ze om elkaar heen kronkelen, om vervolgens in de vrouwelijke geslachtsopening van de partner te verdwijnen. Tijdens deze eigenlijk paring, die hoogstens een kwartier duurt worden zaadpakketjes aan de wederhelft overgedragen. Daarna trekken beide partners zich terug en gaat ieder weer zijn/haar weg. Overigens is de Wijngaardslak niet de enige slak die een dergelijk gedrag vertoont en liefdespijlen afschiet. Ook bij het iets kleinere familielid de Segrijnslak en diverse andere soorten komen liefdespijlen en een zekere (zij het veel minder uitgebreide) paringsdans voor.
De Wijngaardslak staat ook bekend als Escargot en wordt in de landen om ons heen als delicatesse gegeten. Zonder beschermde status zou dit populaire dier door het wegvangen snel uit ons land verdwijnen. Gelukkig voor de liefhebbers zijn er speciale slakkenfarms waar voor consumptie bestemde dieren worden gekweekt. Ook de lege huisjes mogen niet verzameld worden. Hoewel deze regel discutabel lijkt voor wat betreft de bescherming van de soort, is een leeg slakkenhuisje nuttig in de natuur. Veel soorten insecten en spinnen maken gebruik van het lege huisje om in te schuilen en er zijn zelfs bijensoorten die speciaal een slakkenhuisje gebruiken om hun ei in te leggen. Ook kleine mierensoorten maken er soms een nest in. De kalk die afbrekende slakkenhuisjes oplevert is belangrijk voor de bodem en de vegetatie en de kringloop van het kalk komt ook weer ten goede aan andere slakken. De kalk is ook belangrijk voor vogels, voor de aanmaak van eieren.
De Wijngaardslak komt in de Duinen van Oostvoorne verspreid voor in een gebied dat zich uitstrekt van het Breede Water in het noorden tot en met de Stekelhoek in het zuiden. De soort is daar nergens echt talrijk. Het meest algemeen zijn de dieren in gemengde bossen ten oosten van het Breede Water en het aangrenzende binnenduinbos Strypemonde (Boesveld, 2005).

Wijngaardslak Helix pomatia. De grootste huisjesslak uit de duinen van Voorne (6 cm). Strypermonde 20-8-2021 (Foto’s: Tello Neckheim.)
Duinslakken
De meeste soorten duinslakken die nu in de Nederlandse duinen voorkomen, zoals de Slanke duinhoren en de Bolle duinhoren,hebben zich ten minste deels onder invloed van de mens verspreid. Het zijn van oorsprong niet-inheemse Zuid-Europese en Atlantische soorten die, omdat de mens een belangrijke rol heeft gespeeld bij de verspreiding en vestiging in ons land, ook wel gerekend worden tot de exoten. Ook in de Duinen van Oostvoorne komen diverse soorten uit deze groep voor, zoals in de gemaakte duinen en bermen ten noorden van het Oostvoornse Meer. Opvallend is dat de beide duinhorens aan de randen van die aangelegde duinenrij voorkomen en dus mogelijk aangevoerd zijn met materiaal en grond. De Bolle duinslak is een algemene soort op kalkrijke onbeschaduwde spaarzaam begroeide zandige plaatsen. Met name richting zeereep kun je deze kleur- en vormvariabele soort aantreffen. Veelal vind je dan ook lege huisjes van vorige generaties. De Griekse duinslak lijkt veel op de Bolle duinslak maar heeft grovere ribben op het huisje en is in het Voornse Duin zeldzamer. Op een enkele plek komt in het gebied ook de Afgevlakte duinslak voor. Hiervan is het huisje duidelijk platter. De populatie die in de duinen leeft is amper gekleurd: de huisjes zijn vrijwel geheel kalkwit. Een recente nieuwkomer is de Zandslak, deze soort verspreidt zich snel in Nederland en gedraagt zich qua verspreiding als een echte pionier. Deze slak met vaak mooi getekende huisjes is massaal te vinden op struiken of paaltjes, waarin ze omhoog klimmen om de hitte op de grond te vermijden. Na regen of in koelere nachten gaan de slakken dan op zoek naar algen of planten. Het Duintolletje is in Nederland voor het eerst aangetroffen op de Brouwersdam. Dit kleine slakje wordt in de duinen langs de Nederlandse kust geleidelijk algemener en komt van oorsprong eveneens uit zuidwestelijk Europa. In de Oostvoornse kalkrijke en droge duinen zijn verder nog de Grofgeribde grasslak en de Fijngeribde grasslak te vinden, die zich hier eveneens als echte warmteverdragende duinsoorten gedragen (de laatste is een Rode Lijst-soort). Opmerkelijk is dat deze soort hier in de duinen wat kleiner blijft dan op sommige plaatsen in de Noord-Hollandse duinen (eigen waarnemingen). Ook kartuizerslakken, respectievelijk de Grote kartuizerslak en de Kleine kartuizerslak zijn in de Duinen van Oostvoorne te vinden. De Grote houdt meer van vochtige duinpannen en bosranden, de Kleine is meer een soort van open veld met houtachtige, opgaande vegetatie (en is een Rode lijst soort).

Twee soorten van de familie der duinslakken. Links de Bolle duinslak Cernuella virgata. Een huisjesslak met een variabel huisje, zowel mét kleurbanden als zonder en gewoonlijk vage dwarsribjes. Rechts de Griekse duinslak Cernuella cisalpina. De huisjes hebben gewoonlijk sterkere dwarsribben. Brouwersdam, november 2021. (Foto’s: Joop EIkenboom.)
Clausilia’s (raketjes)
De soorten uit deze familie hebben huisjes die uit een groot aantal, steeds iets in grootte toenemende windingen bestaan. Ze lijken wel op raketjes. Opvallend is dat deze huisjes niet gewoon rechtsgewonden zijn (met de top omhoog zit de mondopening rechtsonder) maar in spiegelbeeld gedraaid. Ze zijn linksgewonden in plaats van ‘normaal’ rechtsgewonden. Het voor Nederland zeldzame Vergeten schorshorentje is in de duinen van Voorne in vergelijking met de duinen meer naar het noorden vrij algemeen. Dit is een boombewonende soort die op de schors van wilgen, iepen en populiersoorten voorkomt, maar ook wel op Paardenkastanje, Gewone esdoorn, Meidoorn en Wegedoorn. Niet op Zomereik en Beuk en zeker niet op naaldbomen; de zuurgraad van de schors is te hoog voor deze soort. De sterk gelijkende Slanke schorshoren Balea perversa leeft meer landinwaarts, eveneens op schors van bomen. Anders dan andere Clausilia-soorten maken schorshorentjes niet echt deel van de fauna van de strooisellaag en komen ze zelden op de grond. Interessant is dat hun directe neefje de Vale clausilia helemaal niet voorkomt in de Duinen van Oostvoorne. Deze soort is (plaatselijk zeer) algemeen in de Noord-Hollandse duinen en leeft daarnaast onder meer ook langs de grote rivieren, rond Nijmegen en in Limburg. Waarom deze soort niet in de Voornse duinen voorkomt is onbekend; de juiste biotoop is zeker aanwezig. Deze soort komt wel voor wel in de strooisellaag evenals op valhout en op stammen van bomen. Hetzelfde geldt voor een andere soort: de Grote clausilia die in grote delen van Nederland vrij algemeen voorkomt. Ook in de Duinen van Oostvoorne is deze soort met een relatief groot huisje (tot ruim 10 mm) aanwezig, zij het nog op een enkele plaats. Deze slak lijkt zich overigens landelijk in de Nederlandse duingebieden uit te breiden.

Vergeten schorshoren Balea heydeni. (10 mm), levend op schors van Wegedoorn. Quackjeswater 26-7-2021 (Foto: Tello Neckheim.)

Vergeten schorshoren Balea heydeni. (10 mm), Quackjeswater 26-7-2021 (Foto: Joop Eikenboom).
Korfslakken
Korfslakken hebben een huisje als een ouderwets bijenkorfje en zijn klein (vaak hoogstens 2,5 mm). Je moet er goed naar zoeken en de soorten worden vooral door specialisten gevonden. Er leven in de Duinen van Oostvoorne meerdere soorten. De vanuit natuurbescherming en -behoud belangrijkste en daardoor bekendste soort is de Nauwe korfslak. Deze staat vermeld in bijlage II van de Habitatrichtlijn van de Europese Unie. De Habitatrichtlijn is bedoeld om de biodiversiteit in stand te houden door de wilde flora en fauna en hun habitat te beschermen. In de Duinen van Oostvoorne komt dit beschermde slakje algemeen voor in de geschikte habitat. De dichtheden van de plaatselijke populaties zijn hier, vergeleken met voorkomens elders in de Nederlandse kustduinen, relatief hoog. Zo is de soort boven het Noordzeekanaal veel zeldzamer en afwezig in de kalkarme duinen. In het gebied onder het Noordzeekanaal zijn de dichtheden in de duinen hoger, zeker meer naar het zuiden toe. Meer naar het noorden langs de kust leeft de soort onder andere op de hoge kwelders van Schiermonnikoog en Rottumeroog en -plaat, maar ontbreekt het dier verder in het Waddengebied. De Duinen van Oostvoorne vormen dus een belangrijk leefgebied voor de Nauwe korfslak in Nederland. Dat maakt dat de beheerders van dit gebied een verantwoordelijke rol hebben bij het in stand houden van deze soort.
Het huisje van de Nauwe korfslak is, net als bij de Clausilia’s, opvallend genoeg in spiegelbeeld gedraaid (linksgewonden). Het wordt hoogstens 1,8 x 0,9 mm en is meestal glanzend bruin tot roodbruin gekleurd. Op het huisje staan schuine dwarsribbels en in de mondopening zitten diverse kenmerkende tandplooien. De dieren zijn levend te vinden onder valhout en in mos in open terrein en langs zomen in de strooisellaag. Vaak is er een relatie met populieren en Duindoorn omdat het bladstrooisel van specifiek deze soorten veel kalk bevat wat gemakkelijk kan worden afgegeven aan de omgeving en kan worden opgenomen door slakken. Het huisje van de Kleine korfslak is eveneens linksgewonden en lijkt op de Nauwe korfslak, maar wordt groter en een stuk zeldzamer in het Oostvoornse duingebied (dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld de Noord-Hollandse duinen). De overige korfslakken hebben een normaal (rechts-) gewonden huisje. Zo ook de Bolle korfslak. Deze soort leeft verspreid in Nederland in drassige gebieden en is relatief algemeen in de Duinen van Oostvoorne in vochtige gebieden, zoals bij het Quackjeswater. Het is een soort van de Rode Lijst en het voorkomen ter plaatse geeft aan dat de biotopen van blijvende natte zoetwatergebieden vaak bijzonder zijn. De vierde echte korfslak in de Duinen van Oostvoorne is de Dwerg-korfslak. Deze leeft op relatief drogere plaatsen verspreid door het hele land. Ook hier is dat het geval, onder meer onder struiken, in mos en in bosgebieden. Andere korfslakken uit het gebied hebben anders dan de eerder behandelde korfslakken geen tandplooien in de mondopening van het huisje. Dit betreft twee soorten uit het geslacht Columella (resp. de Tandloze korfslak en de Ruwe korfslak) en de Cilindrische korfslak, een minieme soort die sterk aan kalk gebonden is en slechts eenmaal uit het gebied gemeld is.

Nauwe korfslak Vertigo angustior (2 mm). Het huisje van deze beschermde soort (Habitatrichtlijn) is van nature linksgewonden. (Fotos: Adriaan Gmelig Meyling, Stichting ANEMOON)
Beheer en bescherming
Specifiek voor Voorne geldt dat hier de grootste populaties voorkomen van de Nauwe korfslak in Nederland. Dat maakt het gebied alleen al voor de landslakken van groot belang. In het verleden hebben bepaalde beheersmaatregelen voor de Nauwe korfslak behoorlijk negatief uitgepakt. Dat geldt met name het grootschalig afplaggen van duingebied en het inzetten van vee als methode om ‘Grijs Duin’ te vergroten of verbeteren. De behouden refugia waren veel te klein en terreinen met belangrijke populaties werden niet afgerasterd. Omdat er nauwelijks onderzoek werd gedaan naar de gevolgen van deze vormen van beheer, verdwenen meerdere deelpopulaties van de Nauwe korfslak in de Nederlandse duingebieden of werden deze sterk uitgedund of raakten ze versnipperd (Gmelig Meyling et al., 2019; Boesveld et al., 2018). Intussen is er veel aandacht geweest voor deze problematiek en zijn beheerders zich er meer bewust van dat er ook rekening moet worden gehouden met beschermde en andere slakkensoorten en daarmee met de gehele bodemfauna. Vanwege het nog steeds afnemen van veel slakkensoorten in de Nederlandse duingebieden is het belangrijk de Nauwe korfslak en andere weekdieren in het kader van het Netwerk Ecologische Monitoring (NEM) te blijven monitoren. Voor de Nauwe korfslak, met landelijk gezien grote dichtheden in de populaties ter plaatse, is een uitbreiding van het aantal meetpunten in de Duinen van Voorne wenselijk. Dan zijn ook op gebiedsniveau significante trends voor deze beschermde soort vast te stellen en ontstaat meer inzicht in de populatieveranderingen. Wat betreft het natuurbeheer in duingebieden blijven voor de Nauwe korfslak en daarmee verbonden slakken de belangrijkste adviezen kleinschalig beheer, zoveel mogelijk beperken van afplaggen, afrasteren van refugia en het instellen van grotere refugia.

Slakkenexpert Joop Eikenboom in actie bij het Quackjeswater tijdens een speciale slakkenexcursie in de duinen van Oostvoorne op 26 juli 2021. (Foto: Tello Neckeim.)
Nawoord
Na het schrijven van dit artikel vertelde Sylvia van Leeuwen, dat zij recent op zoek is geweest naar land- en zoetwaterslakken in de duinen van Voorne. En heeft hier een rapport van geschreven voor Het Zuidhollands Landschap. Er zijn tijdens haar bezoeken geen soorten landslakken waargenomen die nog niet in de lijst stonden. In haar verslag vermeld zij 22 soorten zoetwatermollusken gemeld van de Tenellaplas, Heveringen, Inspectiepad en omgeving vliegveld. Ook geeft Sylvia aan dat er meerdere soorten te verwachten zijn zoals Aplexa hypnorum en Assiminea grayana. In de Tenellaplas was de zoetwater weekdierfauna het meest divers. In de literatuurlijst wordt het verslag door haar geschreven vermeld (van Leeuwen, 2021).
Tabel 1. Soortenlijst Voorne
Wetenschappelijke naam | Nederlandse naam | Biotoop | Rode lijst | |
1 | Acanthinula aculeata | Stekelslakje | op kalkrijke zandgrond met vegetatie | |
2 | Aegopinella nitidula | Bruine blinkslak | onder struiken, in bos | |
3 | Alinda biplicata | Grote clausilia | diverse plaatsen, ook antropogeen | |
4 | Arianta arbustorum | Heesterslak | onder struiken, in bos | |
5 | Arion circumscriptus | Grauwe wegslak | onder struiken | |
6 | Arion intermedius | Egel-wegslak | onder struiken | |
7 | Arion rufus | Oranje wegslak | algemeen | |
8 | Balea heydeni | Vergeten schorshoren | op schors van bepaalde bomen | |
9 | Balea perversa | Slanke schorshoren | op schors van bepaalde bomen | Bedreigd |
10 | Boettgerilla pallens | Grijze wormnaaktslak | voornamelijk ondergronds | |
11 | Candidula gigaxii | Fijngeribde grasslak | open droge kalkrijke duinen, gras | Bedreigd |
12 | Candidula intersecta | Grofgeribde grasslak | droge duinen, gras | |
13 | Carychium minimum | Plompe dwergslak | vochtige tot natte strooisellaag, oevers | |
14 | Carychium tridentatum | Slanke dwergslak | vochtige strooisellaag | |
15 | Ceciliodes acicula | Blindslakje | ondergronds | |
16 | Cepaea nemoralis | Zwartgerande tuinslak | onder struiken, in gras, in bos | |
16 | Cernuella cisalpina | Griekse duinslak | droge duinen, gras, mos | |
17 | Cernuella neglecta | Afgevlakte duinslak | droge duinen, gras, mos | |
18 | Cernuella virgata | Bolle duinslak | droge duinen, gras, mos | |
19 | Cochlicella acuta | Slanke duinhoren | droge duinen, gras, mos | |
20 | Cochlicella barbara | Bolle duinhoren | droge duinen, gras, mos | |
21 | Cochlicopa lubrica | Glanzende agaathoren | struiken, bos | |
22 | Cochlicopa lubricella | Slanke agaathoren | droge en vochtige strooisellaag | |
23 | Columella aspera | Ruwe korfslak | bos, ook op aride plaatsen | |
24 | Columella edentula | Tandloze korfslak | vochtig tot nat, oevers | Kwetsbaar |
25 | Cornu aspersum | Segrijnslak | op diverse plaatsen, ook antropogeen | |
26 | Deroceras invadens | Zwervende akkerslak | met name antropogeen | |
27 | Deroceras laeve | Kleine akkerslak | oevers, gras, vochtige plaatsen | |
28 | Deroceras reticulatum | Gevlekte akkerslak | onder struiken, in bos | |
29 | Discus rotundatus | Boerenknoopje | onder struiken, in bos | |
30 | Euconulus fulvus | Gladde tolslak | diverse plaatsen, ook aride plaatsen | |
31 | Euconulus praticola | Moeras-tolslak | vochtige tot natte strooisellaag, oevers | |
32 | Helix pomatia | Wijngaardslak | bos en bosranden, kalkrijke grond | Kwetsbaar |
33 | Hygromia cinctella | Gekielde loofslak | vochtige duinen, bosjes, antropogeen | |
34 | Lauria cylindracea | Genaveld tonnetje | droge duinen, muurtjes bosranden | Kwetsbaar |
35 | Limax maximus | Tijgerslak | in bos, diverse plaatsen, ook in tuinen | |
36 | Lucilla scintilla | Aardschijfje | ondergronds | |
37 | Monacha cantiana | Grote kartuizerslak | vochtige duinen | |
38 | Monacha cartusiana | Kleine kartuizerslak | droge open plaatsen | Bedreigd |
39 | Nesovitrea hammonis | Ammonshorentje | struiken, bos, ook op aride plaatsen | |
40 | Oxychilus alliarius | Look-glansslak | in houtmolm, ook op aride plaatsen | |
41 | Oxychilus cellarius | Kelder-glansslak | in vochtige duinen, ook antropogeen | |
42 | Oxychilus draparnaudi | Grote glanslak | diverse plaatsen, ook antropogeen | |
43 | Oxyloma elegans | Slanke barnsteenslak | natte oevers of moeras | |
44 | Paralaoma servilis | Duintolletje | op droge tot vochtige open plaatsen | |
45 | Punctum pygmaeum | Dwergpuntje | onder struiken, in bos | |
46 | Pupilla muscorum | Mostonnetje | op droge duinen of muurtjes | |
47 | Quickella arenaria | Rode barnsteenslak | vochtige duinvalleien | Verdwenen |
48 | Succinea putris | Barnsteenslak | vochtige tot natte plaatsen met vegetatie | |
49 | Succinella oblonga | Langwerpige barnsteenslak | droge en vochtige strooisellaag | |
50 | Theba pisana | Zandslak | droge duinen | |
50 | Trochulus hispidus | Haarslak | diverse plaatsen, ook antropogeen | |
51 | Vallonia costata | Geribde jachthorenslak | onder struiken, in bos | |
52 | Vallonia excentrica | Scheve jachthorenslak | droge tot vochtige open plaatsen | |
53 | Vallonia pulchella | Fraaie jachthorenslak | vochtig bos, struiken, strooisel, oevers | |
54 | Vertigo angustior | Nauwe korfslak | duinen, strooisel o.a. populier | Bedreigd |
55 | Vertigo antivertigo | Dikke korfslak | moeras, oevers | Kwetsbaar |
56 | Vertigo pusilla | Kleine korfslak | bos, droge tot vochtige strooisellaag | |
57 | Vertigo pygmaea | Dwerg-korfslak | bos, struiken, gras, oevers | Kwetsbaar |
58 | Vitrea contracta | Kleine kristalslak | droge tot vochtige plaatsen | |
59 | Vitrea crystallina | Grote kristalslak | vochtig tot nat, oevers | |
60 | Vitrina pellucida | Doorschijnende glasslak | onder struiken, in bos | |
61 | Zonitoides nitidus | Donkere glimslak | vochtig tot nat, oevers |
Bronnen
Boesveld, A., A.W. Gmelig Meyling, C.M. Neckheim, R.H. de Bruyne, J.H. de Boer & A.D.P. van Peursen, 2018. Nauwe korfslak afgenomen door natuurbeleid. Nature Today 9-JUL-2018. https://www.naturetoday.com/nl/nl/nature-reports/message/?msg=24461
Boesveld, A., 2005. Inventarisatie van de landslakken van Zuid-Holland. EIS2005-13. Stichting European Invertebrate Survey – Nederland.
Gmelig Meyling, A.W., A. Boesveld, J.H. de Boer & C.M. Neckheim, 2019. Het natuurbeleid en de afname van de Nauwe korfslak. Zoekbeeld 9(1): 17-23.
Jansen, E.A., 2015. Veldgids slakken en mossels – land en zoetwater. KNNV Uitgeverij, Zeist.
Eikenboom, Joop, 2021. Excursieverslag dd 26-7-2021 in de Duinen van Voorne met vergelijking naar excursie in 2001. Niet gepubliceerd.
Leeuwen, S. van,, 2021. De weekdieren van Oostvoorne in de duinen van het Zuid-Hollands Landschap in juni 2020. Rapportage aan Het Zuidhollands Landschap.
Later toegevoegde bronnen:
Boesveld, A. & A.W. Gmelig Meyling (2009). Inventarisatieonderzoek naar het voorkomen van de Nauwe korfslak Vertigo angustior in de Bakenvallei en het Grote Vlak in de Duinen van Voorne in 2009. Rapportage ANEMOON/ Metridium.
Boesveld, A. & A.W. Gmelig Meyling (2010). Voorkomen van de Nauwe korfslak Vertigo angustior in diverse vegetatietypen en biotopen op Voorne en Goeree, alsmede advies voor beheer. Rapportage ANEMOON/Metridium/EIS.
Boesveld, A., W.J.M. Maassen en E. Gittenberger (2005). Twee echte Balea’s in Nederland (Gastropoda, Pulmonata, Clausiliidae). Basteria 69 (1-3): 13- 19.
Henrard, J.B., 1946a. Bijdrage tot de kennis der Molluskenfauna van Oostvoorne. Basteria 10(1-2): 25-32.
Henrard, J.B., 1946b. Over de landslakkenfauna van Oostvoorne. Basteria 10 (3-4): 42-45.
Wallbrink, H., R.H. de Bruyne and J.C.A. Eikenboom (2001). Een nieuwe landslak voor Nederland: Paralaoma servilis (Shuttleworth, 1852) (Gastropoda, Pulmonata, Endodontidae). Basteria, 65(1/3), 89-92.
Zie ook het bericht in Nature Today van 16 november 2022.
In het hoofdstuk kwam ik de volgende foutjes tegen die gecorrigeerd dienen te worden.
De landslakken.
– “In de Duinen van Oostvoorne komen vergeleken met andere duingebieden in Nederland de meeste soorten landslakken voor en de dichtheden zijn er vaak eveneens opmerkelijk hoog”. Dit klopt niet.
In een aantal andere duingebieden in Nederland is het aantal soorten landslakken ongeveer even groot of groter. Kalkrijke duingebieden zoals Meijendel& Berkheide, De AW-duinen, De Mantelingen van Walcheren zijn ongeveer even soortenrijk of soortenrijker dan het Voornes-Duin. Solleveld& Kapittelduinen is zelfs ruim soortenrijker dan het Voornes-Duin. Daar leven ook zeldzame, kritische of karakteristieke soorten als Grofgestreepte glimslak, Gestreepte korfslak, Kleine blinkslak en Donkere torenslak maar ook andere soorten landslakken die niet in het Voornes-Duin zijn aangetroffen. In de genoemde gebieden komen eveneens grote dichtheden van slakken voor. Desalniettemin is het Voornes-Duin ook van groot belang voor slakkensoorten.
Nawoord.
– “Ook geeft Sylvia aan dat er meerdere soorten te verwachten zijn zoals Aplexa hypnorum en Assiminea grayana”.
Beide soorten zijn bekend van het N2000-gebied het Voornes-Duin. Assiminea grayana van de Slikken van Voorne. A. grayana wordt genoemd in: “Slikken van Voorne: habitatkaart en soorten H1140”. Van de Goes en groot. 2012. (pers. waarneming). Aplexa hypnorum is bekend van de oostelijke oeverlanden van het Brede Water daar is de soort aangetroffen op tijdelijk droogvallende plekken in nat oeverbos tijdens onderzoek in 2010. (pers. waarneming). De verwachting is dat beide soorten er nog leven.
Op vochtige plaatsen; langs oevers en in vochtig bos:
-Slanke agaatslak is een soort van droge habitats niet van vochtige. Dit moet Glanzende agaathoren zijn. Slanke agaathoren is een soort van droge habitats.
Beheer en bescherming.
“Voor de Nauwe korfslak, met landelijk gezien grote dichtheden in de populaties ter plaatse, is een uitbreiding van het aantal meetpunten in de Duinen van Voorne wenselijk”.
Er liggen meer dan honderd meetpunten verspreid door het Voornes-Duin die op een gestandaardiseerde methode onderzocht zijn. Dat is meer dan genoeg om het verloop van de populaties in dit gebied te volgen. Het is overigens de vraag of er überhaupt nog populaties met hoge dichtheden leven. Uit monitoring onderzoek in 2014 is gebleken dat de Nauwe korfslak in de belangrijkste leefgebieden gebieden in het Voornes duin met meer dan 85 procent is achteruitgegaan in het Voornes-Duin. Dat in het Voornes duin de hoogste dichtheden Nauwe korfslakken leven is verleden tijd. Op de duintjes en kwelders van Schiermonnikoog leven momenteel de hoogste dichtheden van de Nauwe korfslak.
Graag hoor ik uw mening op mijn reactie.
Vriendelijke groeten, Arno Boesveld.
Onderzoeken en publicaties slakken Voornes Duin. A. Boesveld
Literatuur.
– Voorkomen van de Nauwe korfslak Vertigo angustior in diverse vegetatietypen en biotopen op Voorne en Goeree alsmede advies voor beheer. I.s.m. A. Gmelig Meyling. Stichting Anemoon/Metridium 2010.
– Inventarisatie van Nauwe korfslak Vertigo angustior op 10 ha duingebied te Voorne EIS- Nederland. I.s.m. V. Kalkman. 2005.
– Inventarisatieonderzoek naar het voorkomen van de Nauwe korfslak in de Bakenvallei en het Grote Vlak in de Duinen van Voorne. Stichting Anemoon. 2009.
– Verspreiding van de Nauwe korfslak in enkele gebieden binnen Voornes Duin (Meertje Pompstation, Bosje Sipkesslag en Heveringen) en adviezen om populaties te sparen bij uitvoering van geplande werkzaamheden. I.s.m. A. Gmelig Meyling. Stichting Anemoon/Metridium. 2009.
– Inventarisatieonderzoek naar het voorkomen van de Nauwe korfslak Vertigo angustior in de Bakenvallei en het grote Vlak in de Duinen van Voorne. I.s.m. A. Gmelig Meyling Stichting Anemoon/Metridium. 2009.
– Inventarisatie van het plangebied in de voormalige zeereep langs de Strandweg te Voorne op het voorkomen van de Nauwe korfslak Vertigo angustior. Stichting Anemoon/Metridium. 2010.
– Interne notitie onderzoek Nauwe korfslak Gemeenteduin Rockanje. Gemeenteduin Rockanje inventarisatie in het kader van de Flora- en faunawet en ten behoeve van uitwerking inrichtingsplan. ISM. Van der Goes en Groot. Kwintsheul/Alkmaar. 2012.
-Veranderingen in het voorkomen van de Nauwe korfslak in vier Zuid-Hollandse duingebieden (Natura2000), in relatie tot het beheer en de verwachte uitstoot van stikstof en ammoniak van op de Maasvlakte te bouwen kolencentrales. I.s.m. A. Gmelig Meyling en R.H.de Bruyne. Stichting ANEMOON. 2012.
– Inventarisatie tracé ATB-crossbaan tussen Sipkesslag en Duindoornlaan. EIS- Nederland ISM Vincent Kalkman. 2015 Uitzoeken.
-Slikken van Voorne: habitatkaart en soorten H1140. Van de Goes en groot. ISM met T Dam en J van der Goes. 2012
Verder is er door mij onderzoek gedaan in het kader van: “De landslakken van Zuid-Holland”. Het verspreidings onderzoek NEM Nauwe korfslak 2010. Monitoringonderzoek Nauwe korfslak NEM 2014.
Toch nog een correctie. Gyraulus albus is wel bekend van het Voornes Duin. Deze zeldzame soort is op 14-10-2010 met 3 exemplaren aangetroffen in de Tenellaplas tijdens het verspreidingsonderzoek naar Platte schijfhoren (pers. waarneming). Deze waarneming is te vinden in het Anemoon bestand. Van Dikke dwergslak kan beter Plompe dwergslak gemaakt worden. Plompe dwergslak is de officiële Nederland naam van deze slak.
Gladde schijfhoren Gyraulus leavis is op 14-10-2010 met 3 exemplaren aangetroffen in de Tenellaplas tijdens het verspreidingsonderzoek naar Platte schijfhoren (pers. waarneming). Deze waarneming is te vinden in het Anemoon bestand.
Beste Arno, zoals je inmiddels weet heb ik op je aanvullingen gereageerd. Groeten Tello Neckheim
Communiceren en verifiëren zijn sleutelacties om fouten te voorkomen. Laat maar dan toch een reactie. Deze is wel wat onduidelijk voor de lezer. Er waren overigens best interessante weetjes die toegevoegd hadden kunnen worden aan het verhaal zoals het gegeven dat Greenpeace een rechtszaak tegen de bouw kolencentrales op de Maasvlakte gewonnen heeft dankzij het voorkomen van Nauwe korfslak.
Communiceren en verifiëren zijn sleutelacties om fouten te voorkomen. Laat maar dan toch een reactie. Deze is wel wat onduidelijk voor de lezer. Er waren overigens best interessante weetjes die toegevoegd hadden kunnen worden aan het verhaal zoals het gegeven dat Greenpeace een rechtszaak tegen de bouw kolencentrales op de Maasvlakte gewonnen heeft dankzij het voorkomen van Nauwe korfslak in het Voornes Duin.