De Uithof, een zee van groen aan de rand van de stad
Aletta de Ruiter
Ontleend aan Haagwinde juni 2014
Den Haag is een stad in en achter de duinen. En dat is aan de natuur heel goed te zien. Aan de zuidwestkant grenst de stad echter aan de oorspronkelijke rivierkleigebieden van de Gantel, een oude getijdenstroom waar tot het eind van de Middeleeuwen het zeewater bij elke vloed vanuit de Maas vrijelijk naar binnen stroomde. Daarbij werd slib afgezet dat zich ophoopte als voedselrijke zeeklei. Na het afsluiten van de kust en de afdamming van deze stroom werd het gebied ingepolderd. Nadat het zout uit de bodem was geregend, vormde dit prima landbouwgrond. Echter, toen de stad in de ‘jaren zestig’ van de vorige eeuw moest uitbreiden, besloot de gemeente op deze plek een groene buffer aan te leggen voor recreatie en natuurbeleving. Inmiddels treffen we hier een zee van groen waar in alle seizoenen veel te ontdekken valt.
1 De Uithof heeft aan alle kanten een ingang, maar vanuit de stad moet je wel eerst die drukke Lozerlaan oversteken. We starten tegenover de Melis Stokelaan en komen direct in een weelderig hellingbosje met fluitenkruid, meidoorn en een zee aan kleefkruid en hondsdraf op de bodem. Daarachter geeft een dijkje met abelen uitzicht op een groot rond speelgazon. Geflankeerd door een modern standbeeld proeven we hier nog duidelijk de aanleg van een twintigste-eeuws stadspark, waar in het weekend vlak bij huis gerecreëerd kon worden.
2 Na een half rondje rond het gazon lonkt achter de populieren een weidelandschap met Galloway-runderen. Eigenlijk horen hier zwartbonte koeien te lopen, maar dat ras vraagt om veel meer zorg dan de Galloways, die niet gemolken hoeven te worden. Het weiland ligt in een ronde polder die doorsneden wordt door een traditioneel slotenpatroon. De ooievaarspaal is dit voorjaar bezet en de meerkoeten hebben pulletjes.
3 We volgen het wandelpad langs de polder waar hoogopgaande populieren voor een ouderwets Zuid-Hollands poldergevoel zorgen. Na 100 meter, waar de polderweg in een bocht naar rechts afbuigt, kiezen we voor rechtuit. Rechts treffen we een ouderwets doolhof van meidoornhagen, maar dat bezoeken we op de terugtocht. Nu draaien we linksaf de Compartimenteringsdijk op en lopen recht op de oude hoogstamboomgaard af, waar oude fruitrassen groeien. In het voorjaar een bloemenzee, die in september en oktober een oogstfeest voor de Haagse bevolking oplevert. Daar gaat de AVN straks bij participeren. Indien het hek open staat, lopen we dwars door de boomgaard. Zoniet, dan volgen we drie keer de zigzag van de dijk.
4 Vanuit de achteruitgang van de boomgaard raken we langzaam verzeild in moerasbosjes met veel zwarte els en wilgen. De kruidlaag is weelderig. In het voorjaar paarse dovenetel, boterbloemen, kleefkruid. Aan het eind lopen we omhoog naar de Compartimenteringsdijk. Als we die oversteken komen we na een klaphek pas in echte ruige natuur terecht. Het graspad voert langs de rand van een wiel (waterplas) tussen geknotte wilgen en essen door. De ruige begroeiing vertoont opeens schade langs de stammen en de hoefafdrukken in de klei bewijzen dat we hier niet alleen lopen. Om de hoek van een bosschage staan we opeens oog in oog met twee Schotse Hooglanders. Hun enorme hoorns dwingen respect af. Gelukkig is dit een zeer vredelievend runderras en zullen ze hooguit een nieuwsgierige stap in onze richting doen. Ze houden hier de vegetatie kort.
5 Het pad komt uit bij de moerasoever van de Wennetjessloot. Vanaf hier kunnen we helemaal doorlopen tot aan de Kanovereniging bij de Nieuwe Weg. Maar wie de route wil bekorten kan op drie plaatsen rechts afslaan om het middenbos van de Uithof te bereiken. Deze oever is nog niet af, er moet nog een glooiende overgang naar het water komen met specifieke oeverbegroeiing. Ook de waterkwaliteit vraagt om aandacht want het is hier te troebel en dat geeft risico op blauwalg.
6 We steken door naar het binnenbos van de Uithof. Dit is een essen-iepenbos met veel kwaliteit. Typisch bos voor kleibodems. Veel kronkelpaden maken een spannende (ver)dwaaltocht mogelijk. Het bos is nog redelijk jong, toch treffen we hier ook al dood hout op de bodem, resten van een dunning, hetgeen een voedingsbodem vormt voor zwammen en schimmels en veel insecten. Op verschillende plekken treffen we waterpartijen, waar de karekiet in het riet broedt.
7 Onze route voert terug naar de heuvel in het midden van het gebied, vanwaar we prachtig uitzicht hebben over het doolhof met daarachter de weilanden en hooilanden. Het doolhof nodigt uit voor een zoektocht naar het middelpunt. Eenmaal terug gaat de route verder door nat bos en bekijken we het weiland vanaf de andere zijde. De ooievaars hebben er dit jaar twee jongen groot gebracht. Er zitten dus voldoende emelten in de grond.
8 Wie wil dwalen kan nog het orchideëneiland bezoeken of het veenmoeras. De gemeente Den Haag geeft een boekje “Welkom in De Uithof” uit, maar dat is slecht verkrijgbaar. We pleiten voor een herdruk en plaatselijk meer informatie, want de Uithof is een prachtig gebied dat te weinig bezocht wordt. Binnenkort houdt de AVN er een excursie.