Duinbeeld. Franciscus Andreas Milatz: Gezicht van Overveen op Haarlem (ca 1800)
Boudewijn Bakker & Rolf Roos
Franciscus Andreas Milatz (1764-1808)
Gezicht vanaf de duinzoom te Overveen op Haarlem
Ca 1800
Pen in grijs, penseel in kleur
23 x 37 cm
Opschrift: ?
Haarlem, Provinciaal Archief Noordholland, inv.nr. NL-HlmNHA_53004174
Kunsthistorie
De Haarlemse kunstenaar Milatz was van beroep handschoenmaker en daarnaast een begaafd amateurtekenaar en -etser. Hij kreeg als jongen les van de bekende tekenaar Paul van Liender, die hem meenam op zijn wandelingen rondom de stad.
Hij was o.a. sinds 1799 lid van het Haarlemse Teekencollegie, samen met o.a. Hermanus van Brussel en Wijbrand Hendriks. Vermoedelijk was zijn kunstenaarschap vooral een liefhebberij. Toch zijn er veel werken van hem bewaard gebleven, zowel strikt topografische gezichten als vrijere en soms gefantaseerde landschappen. Zijn voorliefde had de landelijke omgeving van zijn woonplaats.
Milatz bewonderde de grote meesters van de zeventiende eeuw. Hier heeft hij zich kennelijk laten inspireren door de ‘Haarlempjes’ van Jacob van Ruisdael, met dien verstande dat hij zijn gezichtspunt veel lager koos dan Ruisdael mestal deed: niet op het duin maar ervoor, dichter bij de landerijen en met meer topografische details, ook in het profiel van de stad.
In het midden van de velden staat een blekerij waarvan het hoofdgebouw en de bleekvelden helder door zonlicht worden beschenen. Verspreid over het land zien we koeien, paarden en een paar mensen.
De kunstenaar doet veel met het licht en lichteffecten. De lucht is vrij helder maar deels gevuld met zowel kleurig belichte als onbelichte wolken. Deze werpen verspreide schaduwen op het land. Ook de voorgrond is onbelicht, waardoor we als het ware in een kijkkast het landschap daarachter zien.
Locatie
Milatz laat ons hier met de zittende wandelaar aan de rand van de weg meekijken in zuid-oostelijke richting over de rechthoekig verkavelde weilanden en blekerijen tussen Bloemendaal en Haarlem. De weg langs de duinzoom is de tegenwoordige Bloemendaalseweg. Achter de eigenlijke weg loopt een parallel voetpad, dat links van de weg af en het land in loopt. Achter en beneden de twee wandelaars op dit pad loopt nog een derde weg langs een rij knotwilgen.
Aan de hand van oude kaarten en de gezichtshoek (vanuit het noordwesten, gezien de plaatsing van de Sint Bavo) is de blekerij wellicht te identificeren.
Tijd en seizoen
De wilgen lijken kortgeleden geknot (normaal in de winter) maar de bomen en struiken zijn al zeer groen en overal tiert de begroeiing welig.
Natuur en landschap
De Bloemendaalseweg is een oude weg die sinds de middeleeuwen langs de binnenkant van de ‘jonge duinen’ loopt en die omstreeks 1800 kennelijk nog niet verhard was.
Het lijkt of rechts achter de blekerij nog delen van de oude hobbelige strandvlakte niet zijn afgegraven.
Op de voorgrond staat allerlei verschillende beplanting en geboomte, onder andere geknotte wilgen, die als we er goed naar kijken wel op een erg vreemde plek groeien: in het hoge, ter plekke droge duin. Voor een boom van moerassen en slootkanten een vreemde plek.
De schilder was mogelijk gefascineerd de de grillige vormen en heeft ze uit hun natuurlijke biotoop overgeheveld naar het duin. Dat kan ook de reden zijn waarom ze ontdaan van groen (als winterbeeld) in het schilderij zijn geplaatst. Ook bij Jacob van Ruisdael figureert zo’n wilg in het duin, maar die staat met de stamvoet in het water.
Literatuur
Roeland van Eijnden en Adriaan van der Willigen, Geschiedenis der vaderlandsche schilderkunst, sedert de helft der XVIII eeuw, dl. 2, Haarlem (Loosjes) 1817, p. 451-452
Ben Speet, Historische atlas van Haarlem : 1000 jaar Spaarnestad, Amsterdam (Uitgeverij Sun) 2006, p.7