Heikikkers in het Texelse duin
Door: Dick Schermer
In 2020 is onderzocht hoe het met de heikikker in het Nationaal Park Duinen van Texel gaat. De laatste jaren werden ze nog maar nauwelijks gezien en dat baarde binnen het bestuur van het Nationaal Park zorgen. Bestaat er nog wel een levensvatbare populatie? Met deze vraag in het achterhoofd zijn in maart alle ondiepe plassen in de duinen afgelopen op kikkerdril.

De heikikker is een mooi, klein kikkertje en komt op Texel voornamelijk in de duinen voor. Heel kenmerkend is de smalle snuit en de lichte streep op de rug. In het Nederlandse duingebied komen ze anno 2020 alleen op Schouwen en Texel voor. Omdat de heikikker geen echte kwaakblaas heeft klinken de geluiden zacht. Zij worden in het vroege voorjaar voortgebracht door de dan blauw kleurende mannetjes. Het klokkende geluid wordt omschreven alsof er een fles onder water wordt gehouden waaruit lucht ontsnapt.
Om de kans op succes te vergroten is er onder natuurliefhebbers op Texel ruchtbaarheid gegeven door middel van het verspreiden van een informatieblad. Er werd gevraagd om waarnemingen van heikikkers op de site Waarneming.nl te plaatsen. Daarnaast is ook informatie gegeven via het Boswachtersblog Texel van Staatsbosbeheer en er is een informatieartikel verschenen in het huis-aan-huis blad ‘Texel, dit weekend’.
Kerngebieden in het Nationaal Park
Het dril van bruine kikkers en heikikkers is nauwelijks te onderscheiden. Daardoor was controle van plekken met dril in juni en juli nodig. Het voorkomen van juveniele heikikkers gaf zekerheid over de waargenomen soort.


Tijdens dit onderzoek zijn twee kerngebieden duidelijk geworden: rond de Geul en de Muy. In het Geulgebied werden 131 klompen kikkerdril in het Geulgebied gevonden. In de buurt van het Pompevlak lagen maar liefst 78 bij elkaar in een snel uitdrogende vallei. Afgelopen zomer zijn alle plekjes nagelopen op het voorkomen van heikikkertjes. Enkele jonge dieren zijn gevonden op plekjes waar geen dril was ontdekt, zoals langs het westelijk Horsmeertje.


In het Muygebied waren vooral de landjes van de Nederlanden, bij de boet van Hopman en de Buitenmuy succesvol. Tezamen ging het om 210 klompen dril en enkele volwassen dieren. Bij de zomerse controle werden hier een aantal heikikkertjes en een enkel bruin kikkertje aangetroffen – een soort die meestal op Texel in de dorpen voorkomt.

Afname van de heikikker op Texel
Om de gegevens van 2020 te vergelijken met oude gegevens zijn een aantal bronnen uitgezocht zoals het oude vogelwachtersarchief van Staatsbosbeheer, persoonlijke gegevens van Jan Witte (voormalig SBB-medewerker en enthousiast amfibieënwaarnemer), de gegevens van het IVN-onderzoek van 2008 tot en met 2012 via Mark Fonds, gegevens uit Waarneming.nl en het NDFF.
Een vergelijking met deze gegevens laat zien dat de aantallen in de Geul teruglopen. Een aantal wat diepere poelen, die voorheen ‘vol’ zaten met heikikkers, leven nu alleen nog groene kikkers. Vroeger kwam deze soort op Texel niet voor. Zij zijn in de jaren ‘80 ontsnapt uit tuinen en hebben zich daarna razendsnel verspreid.
In de Bollekamer verdween de populatie heikikkers nagenoeg. Tien jaar geleden werden nog grote hoeveelheden dril gemeld tijdens een onderzoek van het IVN-Texel. De oorzaak van deze enorme achteruitgang is niet duidelijk; het milieu is hetzelfde gebleven.
In de Muy lijkt het te gaan om een gezonde populatie heikikkers. In de Bleekersvallei is mogelijk nog een kleine populatie. In de Eierlandse Duinen zijn heikikkers waarschijnlijk nooit algemeen geweest en hier stamt de laatste waarneming uit 2008. Mogelijk is de soort daar verdwenen.
Door de afstand (meer dan 10 kilometer) van de Geul en Muy-clusters is het niet aannemelijk dat er genetische uitwisseling plaats kan vinden. Het blijft zaak om de ontwikkeling van de heikikker in de Texelse duinen te blijven volgen.

Naschrift
In een artikel van Van Laar uit 2005 staan veel gegevens over de oudste waarnemingen op Texel. Hij gaat hier ook meer in op de verspreiding in het verleden buiten de duinen. De theorie is dat de heikikker een relict is van de populatie die ook op de wal bestond en overbleef na het verbreken van verbinding met de vaste wal rond 1100 (ontstaan Marsdiep). Er schijnt bij een opgraving bij Bovenkarspel (N.H.) fossiele heikikkerbotjes gevonden te zijn van enkele duizenden jaren oud (zie: Atlas van de Noord-Hollandse amfibieën en reptielen).
Een aantal heikikkerwaarnemingen in de buurt van Den Burg (zie Waarneming.nl) zijn mijns inziens vertroebeld door het succesvol uitzetten van heikikkerlarven in vijvers waar ook bruine kikkers voorkomen. Mogelijk heeft de bruine kikker de heikikker hier weer laten verdwijnen. Over het voorkomen buiten de duinen zijn de laatste tijd weinig waarnemingen. Een intrigerende waarneming uit 2020 komt uit de buurt van het Texelse polderreservaat Dijkmanshuizen. Mogelijk zijn er op het oude land van Texel nog hier en daar kleine populaties.