Noordduinen vragen actief beheer na crash konijnenstand
Ton Leentvaar
(Noot redactie: bewerkte versie van Ton Leentvaar: Noordduinen vragen actief beheer in Natura 2014, jaargang 3; update 19 januari 2016)
De Noordduinen vormen een smal duingebied tussen Den Helder en Callantsoog. Het gebied ligt ingeklemd tussen de zee en de bollenvelden in de duinzoom. Het is een Natura-2000 gebied dat bekend staat om zijn tapuiten en konijnen. De Noordduinen zijn van het Landschap Noord-Holland. Het is een gebied waar de beheerder met de problematische situaties in de duinen worstelt.
De duinroosvallei
Wie door de duinroosvallei tussen de strandslagen Zandloper en Falga in de Noordduinen wandelt, ziet weinig sporen van konijnen, maar wel veel hoog gras. De honderden konijnenholen die hier in de winter van 2012 zijn geteld, zijn geheel onder een dichte door grassen beheerste vegetatie verdwenen. De bewoners ervan zijn in diezelfde koude winter massaal aan myxomatose bezweken. Omdat het om zulke grote aantallen gaat, kun je van lokaal uitsterven spreken. Opvallend hoe gemakkelijk en terloops dat gaat!
Verstoorde relatie
Gras en konijnen verhouden zich tot elkaar. Als er weinig konijnen zijn kan het gras onbelemmerd groeien. Stikstof uit atmosfeer én een nat en koud voorjaar geven het gras extra impulsen om door te schieten. De strooisel- en humuslaag die er in de loop van de jaren is opgehoopt, doet de bodemvruchtbaarheid en het vermogen van de bodem om vocht vast te houden, verder toenemen. Conclusie: een verstoorde relatie, waarvan het gras dubbel profiteert. Ten eerste: door de gunstige groeicondities; ten tweede: door de afwezigheid van grote aantallen grazende konijnen. Resultaat: vergrassing.
De konijnen hebben in deze relatie dubbel pech. Ten eerste: de ziekte, waardoor hun aantal is gedecimeerd; ten tweede: het moeilijk te verteren ruwe gras dat ze moesten eten, wat tot ondervoeding en een verminderde weerstand tegen ziekten heeft geleid. In de winter is het gebrek aan voedsel nog nijpender. Waar anders groenblijvende winterannuellen tezamen met polletjes kort gras voor eiwitrijke winterkost zorgen, ligt nu een grijze deken van oud gras. Resultaat: massale sterfte.
Gevolgen voor de andere soorten
De verstoorde relatie in de duinroosvallei heeft consequenties voor andere soorten. Kleine plantjes zoals duinviooltjes en hondsviooltjes, waardplanten van de parelmoervlinders, vinden er geen open plekken meer om te groeien. Aannemelijk is dat deze vlindersoorten ter plaatse achteruit zullen gaan. Door het ontbreken van gravende konijnen is er ook weinig open zand. Zandhagedissen en insecten die zanderige plekken nodig hebben voor het afzetten van hun eieren, of om zich op te warmen, vinden daar nauwelijks geschikte plaatsen voor. Het terrein is ook niet meer geschikt voor de tapuiten. Deze zichtjagers kunnen door de dichte begroeiing onvoldoende insecten vangen. Hun terugkeer onder deze condities zou verbazingwekkend zijn. Het ontbreken van konijnen betekent verder dat er minder prooidieren voor predators (vossen, hermelijnen, roofvogels) zijn. Misschien zitten er in het hoge gras nu meer muizen, wat dan een voordeel is. Zonder ingrijpen moet de duinroosvallei voor een aantal soorten worden afgeschreven. Eind 2013 is het terrein voor een deel gemaaid. Het is afwachten in hoeverre er herstel zal optreden.
Uit balans
De duinroosvallei is symptomatisch voor het gebrek aan ecologisch evenwicht in de Noordduinen. Het ging over grassen die andere soorten overheersten. Op andere plekken zijn het andere soorten die dat doen. De moeilijk te bedwingen rimpelroos (een exoot, waar de konijnen helaas niet van eten). Of de oprukkende dauwbraam, of de zandzegge die met zijn diep reikende en wijdvertakte wortels moeiteloos veel terrein inneemt (konijnen lijken deze plant ook niet lekker te vinden). Ook mossen streven naar een dominante positie. In duingraslanden, waar de begroeiing laag is, vormen ze matten of tapijten die zo dicht zijn dat er niet of nauwelijks plaats is voor kruidachtige planten en lage grassen. Zanderige delen in het terrein die hadden kunnen stuiven, zijn soms compleet door mossen vastgelegd. Zeldzame grijze duinen, met buntgras, schapengras en kortmossen als kenmerkende soorten, dreigen door deze ontwikkelingen in oppervlakte en kwaliteit achteruit te gaan. De afname van het areaal voedzaam duingrasland betekent op den duur een terugval van het aantal konijnen. Luchtverontreiniging, gepaard gaande verzuring en verrijking van de bodem, is uiteindelijk de belangrijkste oorzaak van de instabiliteit.
In onderstaande grafiek de trends bij konijnen. Het gaat om relatieve aantallen. 2004 is op 100% gezet
konijnentelling noordduinen
2004 – 2013
Unieke positie, maar kwetsbaar
De konijnen zijn de enige grazers in het gebied, op een klein aantal hazen na. Met hun graas- en graafgedrag bepalen zij in belangrijke mate de samenstelling van de vegetatie en de vorm van het landschap. Ondanks het grote aantal slachtoffers van de uitbraken en de gestage neergang van de populatie na 2006, hebben de konijnen in de Noordduinen in hun totaliteit toch standgehouden. Het aantal slachtoffers verschilde daarbij per deelgebied of sector. In de duinroosvallei waren dat er extreem veel, in de andere sectoren weer relatief weinig. Er zijn dus verschillen in de neergaande beweging. Dit vestigt de aandacht op de andere factor die het functioneren van het organisme aantast: de honger. Als het immuunsysteem door honger en uitputting verzwakt raakt, stijgen de kansen van het virus om toe te slaan. Of anders gezegd, het virus is zo sterk als het immuunsysteem zwak is. De voedselcondities in de deelgebied met minder slachtoffers moeten beter zijn geweest. Waarnemingen in het veld ondersteunen deze conclusie. De gesteldheid van de duinroosvallei in negatieve zin, eveneens.
Actief beheer
Er wordt een actief beheer gevoerd door met de schaarse middelen die ter beschikking staan de beruchte VER-problemen (vergrassing, verstruiking, verstoring et cetera) aan te pakken. Al zal de plaatselijke beheerder van het gebied direct te kennen geven dat hij meer zou willen doen. Meer dan alleen het reguliere programma: maaien, afvoeren van het maaisel, en andere vormen van onderhoud. Meer ook dan het lopende meerjarige project voor het bestrijden van rimpelrozen. En het grote project ter revitalisering van de Noordduinen, dat eind 2013 werd afgerond. Er moet meer worden bereikt. Zoals het verwijderen van de voedselrijke bovenlaag in sommige delen van het gebied en het opzetten van de periodieke begrazing door schapen. Het doel van al dit soort acties en plannen is bepalend voor het ontstaan van een zo natuurlijk mogelijk evenwicht in de Noordduinen. Met een stevige en uiteindelijk kostenbesparende taak voor de konijnen hierin.
Verder lezen
Revitalisering Noordduinen Landschap Noord-Holland (website)
Drees, J.M., en anderen, 2007 Voorkomen en verspreiding van Rabit Haemorrhagic Disease en Myxomatose in Nederlandse konijnenpopulaties VZZ rapport 2007.17
Marijke Drees e.a., Wilde Konijnen KNNV Uitgeverij 2007.
En links op de site met trefwoord ‘noordduinen‘ en ‘tapuit‘.
Tip van Thea Spruyt
Verder zoekend nav het verhaal van Ton Leentvaar over de konijnenstand Noordduinen vond ik deze pdf van zijn verhaal (met Marijke Drees) in het blad Zoogdier uit 2011. Lijkt met handige link
http://www.zoogdierwinkel.nl/sites/default/files/imce/nieuwesite/Winkel/pdf%20download/Zoogdier_Jaargang_22_3_2011_HERFST.pdf