Opleving konijnen in de Duinroosvallei?
Ton Leentvaar
(red.) Een langgerekte vallei in de smalle Noordduinen bij Julianadorp, de Duinroosvallei, is thuishaven voor duinrozen, konijnen en tapuiten die dankzij open duin hier voedsel en nestgelegenheid (oude holen) vinden. Zakt de konijnenstand in dan is het ergste te vrezen voor dit laatste tapuitenenbolwerk van de vastelandsduinen. Ton Leentvaar volgt de konijnen, sleutelorganisme in dit duin, al jaren op de voet. Door systematische konijnentellingen maar ook door belopen holen te inspecteren. Een verslag.
De konijnen in de Duinroosvallei leken te zijn uitgestorven als gevolg van myxomatose. Vooral sinds de winter van 2011/2012 zijn er elke winter opnieuw myxomatose-slachtoffers . De verslechterde voedselsituatie door de toenemende vergrassing (door de lagere konijnenstand) moet hierbij een belangrijke rol hebben gespeeld. De konijnen konden in de ruigte onvoldoende voor hen geschikt voedsel vinden. De jaarlijkse konijnentellingen in de Noordduinen laten al vanaf 2006 een sterk neergaande trend zien. Het ergst in de Duinroosvallei waar altijd zeer veel konijnen huisden.
De beheerder, het Landschap Noord-Holland, besloot om fors in te grijpen in de hoop het tij te kunnen keren. In 2014 zijn grote delen van de vallei gechopperd (heel kort gemaaid tot aan de bovenste wortelzone). Deze ingreep is succesvol geweest. De bodem is er nu bedekt met kort gras, kruiden, mossen en lage duinroosstruikjes. De nog in de vallei aanwezige konijnen lijken te hebben geprofiteerd van de nieuwe situatie. Tijdens de jongste kartering in november 2015 zijn er in de duinroosvallei circa 70 belopen holen gevonden plus een tiental solitaire holen in de aangrenzende duinen westelijk van de vallei. Aantallen die in schril contrast staan met de ruim 600 holen die daar gedurende de winter van 2011-2012 in kaart zijn gebracht.
Van de schapenbegrazing die omstreeks die tijd werd ingezet, zijn geen sporen terug te vinden. Het gras op de kruin van de Zanddijk waar de schapen ook enige tijd hebben gegraasd is nog steeds hoog en dicht. Het periodiek inzetten van schapen in een zwaar verruigd terrein lijkt van geen enkel nut te zijn. Maar het laten voortwoekeren van het gras op de dijk is echter geen optie. De aanwezige voedselrijke en vochtvasthoudende humuslaag zal zonder ingrijpen van jaar tot jaar alleen maar dikker worden. De kans dat de lagere delen van de vallei hierdoor ongunstig worden beïnvloedt is vermoedelijk groot. Een forse mechanische ingreep zoals plaggen waardoor het gras wordt verwijderd en de humuslaag wordt afgevoerd zal tot een grotere variatie in bodem en vegetatie leiden en is sterk aan te bevelen.
De paar stukken open zand in de vallei laten een opleving zien van duinroosstruikjes. Ook buntgras ziet kans zich op die plekken te vestigen. Het creëren van meer zanderige plekken zal deze ontwikkeling versterken. In de korte vegetatie zijn najaar 2015 overal de sporen van konijnen activiteiten te vinden. Deze conditie tezamen met de beschikbaarheid van een beperkt aantal nog intacte verlaten konijnenholen zal hopelijk voor de tapuiten een uitnodiging zijn om zich opnieuw in de Duinroosvallei te vestigen.
Ondanks de dramatische krimp van de konijnenbevolking in de Noordduinen zijn daar toch nog steeds kleine en vitale konijnenpopulaties te vinden. Misschien dat die in de komende jaren de basis vormen van een opleving van de konijnenbevolking in de hele Noordduinen.