Oude veldnamen in de Voorne duinen (1): Olaertsduin, Windgat en Opdam
(Verscheen eerder in Struinen, het tijdschrift van de Historische Vereniging Westelijk Voorne (33, 3) )
door: Nol Freijsen
Olaertsduin
In het jaar 1354 geeft Mechtild, Vrouwe van Voorne, dus de heerseres op ons eiland, aan twee broers de concessie om het duingebied van Rockanje te gaan exploiteren. Het waren de gebroeders Jacop en Clays Oelaert. Zij werden daardoor de opvolgers van hun voorouders, die hen voorgingen in het gebruik van het gebied. Dit kreeg door de band met deze familie ook hun naam als toponiem (gebiedsnaam): Olaertsduin. De naam is voort blijven bestaan bij Rockanje tot in onze huidige tijd.
Het betreffende duingebied grensde aan het Oude Rockanje en de polder Stuifakker. Men moet zich hierbij wel voorstellen dat het toenmalige duingebied binnen het Ambacht Rockanje (de latere gemeente) heel wat smaller was dan het tegenwoordige duingebied daar. En een ander groot verschil was de gesteldheid van het landschap. In de oorkonde van Mechtild wordt gesproken over een “uitgors”. Hiermee werd bedoeld dat het gebied nog openstond voor hoge vloeden van zeewater.
In de loop van de 14e eeuw kwam er blijkbaar een eind aan het bestaan van de Olaertsers als duingebruikers. Vanaf die tijd kwam het duin in handen van andere pachters. Dat waren prominenten met de naam Van Naaldwijk. De documenten die daarop betrekking hebben, maken ons duidelijk dat het duingebied van Rockanje nog steeds onderhevig was aan overstroming door de zee. Het beperkte de mogelijkheden voor gebruik van het duin. We moeten ons voorstellen dat de meeste inkomsten voor de pachters verworven werden uit de jacht op konijnen, die van de 13eeeuw in ons land voorkwamen en in de duinen zeer talrijk waren. Zij werden gejaagd voor het vlees en het bont.
Opvallend is het dat ondanks het vertrek van de familie Olaert uit het duin, hun naam voor dat gebied gehandhaafd blijft tot in de 17e eeuw. Dat zien we op topografische kaarten uit die tijd. De kaart van Jacob Cornelis Koutter uit 1608 is daar een duidelijk voorbeeld van (Fig. 1 a en b).


En daar blijft het niet bij. We zien hun naam verschijnen in het poldergebied. Ze werden toen blijkbaar eigenaar of pachter van een deel van de polder Stuifakker en dat kreeg de naam Nieuw Olaertsduin (Fig. 2).

Op die plaats leeft de naam Olaertsduin voort tot in onze tijd. Heden ten dage ligt daar het landgoed met die naam (Fig. 3). Het werd in 1910 gesticht door William Smith. De gebouwen aldaar hebben in de moderne tijd publieke functies gekregen o.a. Volkshogeschool en waren en zijn zo bekend.

Windgat
Er is geen passender naam voor een deelgebied in het duin van Voorne dan de benaming Windgat, zoals hieronder zal blijken. De benaming stamt uit de Middeleeuwen, uit het jaar 1479. Toen werd het gebied genoemd in een oorkonde in verband met verpachting door de toenmalige heersers over Voorne Maximiliaan en Maria van Bourgondië. Het werd omschreven als het gors tussen Berckenrijs in het noorden en de Olaertsduinen in het zuiden. De exacte ligging van Windgat wordt pas duidelijk op de veel latere kaart van Koutter, die we boven reeds hebben genoemd in verband met Olaertsduin (Fig. 1.). Ter verdere verduidelijking: het op deze kaart genoemde Kijf Duyne is nu het gebied van het landgoed Strypemonde. De naam Kijf Duyne kennen we niet meer, wel die van Berckenrijs nl. als naam van een nabij gelegen weg. In de oorkonde werd overigens ook de verpachting van de Olaertsduinen gegund aan dezelfde persoon, zijnde Cornelis Gillisz van Cleyburg. Die gingen dus weer in andere handen over.
Een grote bijzonderheid van de kaart van Koutter is, dat we een getijdenkreek zien, lopend vanaf de monding van het Haringvliet naar en in het Windgat. Hij draagt de naam Grote Creeck. Van wanneer die kreek dateert, is niets bekend; de geologische kaart geeft hierover geen informatie. Of hij reeds in 1479 er was, weten we dus niet. Het roept wel de vraag op, of de kreek misschien ontstaan is bij de grote stormvloed van 1214, waarbij grote veranderingen optraden in de waterhuishouding van Voorne o.a. ook met de vorming van de Gote kreek.
Wat we wel weten, is dat de Grote Creeck ongetwijfeld bestond in het jaar 1570. In dat jaar vond de Allerheiligenvloed plaats op 1 november. De kreek was toen de toegangsweg voor het zeewater in de richting van de polder Stuifakker. Het water vernielde de Noorddijk en de Vleerdamsedijk. Dat bracht veel consternatie in die polder. Omdat de leiding van de polder niet gauw genoeg in actie kwam, gingen de ingelanden er toe over om zelf een nieuwe dijk aan te leggen. Dat werd de Pietersdijk, die de Grote Creeck de weg afsneed en de duingebieden aan weerszijden van Windgat verbond. Het restant van de Pietersdijk ligt parallel aan het zandpad lopend vanaf het Kreekpad naar het landgoed Strypemonde. Niet goed zichtbaar echter door overvloedige groei van struiken en bomen. De overstroming van het gebied in 1570 maakt duidelijk, dat het Windgat door zijn openheid in het duin niet alleen toegangspoort was voor veel wind, maar dus ook voor water aangevoerd door die wind. De reden voor mijn opmerking aan het begin, dat de naam Windgat zo doeltreffend was.
De naam Windgat is tot in onze tijd blijven bestaan, maar wel op een merkwaardige manier. Op de topografische kaart van westelijk Voorne staat de naam vermeld op de plaats van het landgoed Strypemonde. Hij is dus verschoven en staat niet meer daar waar hij thuishoort. Gewoon fout en dat verwacht je niet van een topografische kaart (Fig. 3). Dezelfde fout treffen we overigens ook aan op oude wandelkaarten van de huidige duinbezitters ZHL en NM.
Obdam
Boven sprak ik over verpachtingen van de duingebieden, door de eigenaars nl. de Heer of Vrouwe van Voorne of de Graaf van Holland. Dat ging veranderen, het Windgat kreeg een particuliere eigenaar. In de 17e eeuw verschijnt de naam Obdam op kaarten van Rockanje (Fig. 2). Die naam vraagt enige uitleg. Zijn drager was een prominente figuur in het maatschappelijk bestel van Holland in die tijd. Hij heette Jacob van Wassenaer en hij behoorde tot een aanzienlijk geslacht. Zijn vader was admiraal van de marine en hij volgde zijn vader op in die hoedanigheid. De Wassenaers waren heersers in verschillende gebieden o.a. in het stadje Obdam in Noord-Holland en dat bracht blijkbaar de naam Obdam naar ons duingebied.
Het bezit van de Heer van Obdam, zoals we de aanduiding aantreffen op kaarten, bleef niet beperkt tot het Windgat, maar het breidde zich uit over alle duinen van Rockanje. Dat is mooi weergegeven op een kaart van het jaar 1694 (Fig. 4).

De toenmalige eigenaar was overigens een jongere vertegenwoordiger van de dynastie Van Wassenaer, waarvan de leden nog een eeuw in het bezit van het duin bleven. Volgens de kaart vormde het duingebied van Voorne een aaneengesloten geheel en het Windgat lag niet meer open naar het strand. Ook uit andere bronnen is inderdaad bekend dat omstreeks de eeuwwisseling de duinen van Rockanje en Oostvoorne aaneen gegroeid waren. En daarmee ontstond de huidige landschapsstructuur in onze binnenduinen. Het is echter bekend dat het duingebied van Rockanje toch nog steeds erg open lag met veel verstuiving tot gevolg. In 1683 sluit de Heer van Obdam een overeenkomst met het Hoogheemraadschap, het waterschap in die tijd, tot het aanbrengen van helm in het duin om het zand vast te leggen.
De duinen van Rockanje hadden, zoals we nu gezien hebben, van oudsher particuliere eigenaren of pachters. Dat is een opmerkelijk verschil met de duinen van Oostvoorne. Deze bleven al die tijd onder direct beheer van het Huis van Voorne en toen dat uitgestorven was werd de Graaf van Holland of zijn vertegenwoordiger de heerser. In overeenstemming daarmee droeg het duingebied van Oostvoorne de aanduiding Graaflijkheidsduinen.
De bespreking van het Windgatgebied vraagt nog om vermelding van een aardig detail. Op een primitief getekende kaart van Rockanje en omgeving treffen we de vermelding aan dat in 1602 grond is aangekocht voor de aanleg van een weg naar Windgat (Fig. 5). Het betekent, dat de toenmalige eigenaar van Windgat zich zo toegang wilde verschaffen tot zijn gebied. Er was dus in dat jaar al een particuliere eigenaar van het gebied, die voorafging aan Jacob van Wassenaer. De aangelegde weg hebben we nog steeds. Het is de Heerzijnweg in de polder Stuivesant. Dit is misschien het meest sprekende restant van de oude geschiedenis van het Windgat.


Literatuur
Freijsen, A.H.J. (2017) Van Pietersdijk tot Wolvenpolder. Ontstaan van het polderlandschap op de eilanden Voorne en Putten. Uitgave Historische Vereniging De Brielse Maasmond.
Graaf, H. van der & C. Wind (1985) Rockanje, wording en groei. Repro-Holland B.V., Alphen aan de Rijn.
Kort, J.C. (1972) Het Archief van de Heren van Voorne Burggraven van Zeeland 1273-1371. Algemeen Rijksarchief, ’s-Gravenhage.
Snijders, M. (2017) Buitenplaatsen. Het verlangen naar landelijkheid. Westvoornaer 2, 7. Uitgave van Bastion X Communicatie Partners.
Staalduinen, C.J. van (1979) Toelichtingen bij de geologische kaart van Nederland 1:50000. Blad Rotterdam West (37W). Rijks Geologische Dienst, Haarlem.
Kaarten
Nationaal Archief, Den HaagVerzameling Binnenlandse Kaarten Hingman, nummer toegang 4.VTH