Niet alleen de bijtjes maar ook de bloemetjes
Pieter Bol
Op zaterdag 6 september 2014 – na een geanimeerde bij-eenkomst van de Nederlandse Bijenhoudersvereniging in Den Burg over de Texelse Zwarte Bij – waren er excursies. Die middag liep een gezelschap van zeven personen door het zonovergoten duinlandschap van Zuid-Texel, de Hors. De leider was Wim Loning die een fabelachtige kennis van flora en fauna heeft. Hij ontpopte zich als een geboren onderwijzer in de beste traditie van Theo Tijssen en Jac. P. Thijsse. Een van ons was bioloog met een grote botanische belangstelling en kennis. Extra leerzaam, want in de gesprekken tussen de twee experts kwam veel aan bod.
Ontroerend mooi was de parnassia, hele velden daarvan. We bewonderden de wolfsmelk in twee varianten, de melkzwam en de melkdistel. Duindoorn en kamperfoelie in bessenpracht. Ogentroost in twee varianten. Velden met teunisbloemen (Hugo de Vries!). Zeedistels. Vlierstruiken gekastijd door de heftige westenwind, dood aan de loefzijde maar met aan de lijzijde herlevend groen. Op de strandvlakten leerden we over de lagen met cyaanbacteriën. Lepelaars in de verte.
Na een uur of vier bracht onze sympathieke gids nog enkelen van ons naar de veerboot. Zo’n excursie ontrolt zich nog dagenlang in je hoofd. Ik was al een paar maal op Texel geweest maar herinnerde me vooral dijken, weilanden en schapen. Zo’n enorm stil en mooi duingebied, nota bene aan de ‘continentale’ kant, had ik niet verwacht. We gaan zeker ernaar terug.