Opvallende toename van grote boterbloemen in de duinen van Voorne?
(Door Rolf Roos m.m.v. Erik Ketting en met dank aan Dick van der Laan en Jolien Morren-van der Aa van Waarneming.nl)
Rapport nr. 2022/02 van Natuurvereniging Hollandse Delta, een afd. van de KNNV.
Dit artikel werd geschreven als voorstudie voor het boek Duinen en mensen Voorne
SAMENVATTING
Van de reeds lang van Voorne bekende, maar in de Nederlandse duinen zeer zeldzame, grote boterbloem wordt op basis van gegevens van Waarneming.nl de verandering in het aantal waarnemingen in de duinen van Voorne vanaf 2008 beschreven en een mogelijke verklaring van de geconstateerde toename gegeven. Gezien een mogelijk waarnemerseffect (er keken recent 2-3 keer zoveel mensen) is een toename lastig hard te maken, ondanks dat de (grotere) toename van het aantal locaties (vindplaatsen) en deelgebieden fors lijkt en het aantal waarnemingen van grote boterbloem sterker toenam dan het totaal aantal waarnemingen. Opvallend is verder dat op Voorne de toename in aantal waarnemingen vooral optreedt in die (noordelijke) duingedeeltes die het minste zoutspray ontvangen en dat geeft te denken. Gedetailleerde waarnemingen de komende jaren moet uitwijzen of de soort echt toeneemt.
Grote boterbloem is makkelijk te herkennen: grote bloemen tot 5 centimeter in doorsnede en grote lancetvormige bladeren (vergelijkbaar met die van de egelboterbloem, maar de bladen daarvan zijn klein). Niet te missen, ook vegetatief niet.
In de duinen is het echter een zeer zeldzame soort, met grotere populaties alleen bekend van Texel en het Zwanenwater. Op Voorne is de soort al lang aanwezig (in de database van FLORON al vanaf 1900). F. van Eeden (1874) vermeldt in zijn lijst van Nederlandse duinsoorten de grote boterbloem voor Voorne echter niet. De verspreidingsatlas beschrijft de ecologie: “Grote boterbloem staat op zonnige, zelden licht beschaduwde plaatsen in ondiep of zwakstromend, weinig of niet vervuild water of op natte, matig voedselrijke, zwak zure tot zwak basisch, vaak wat kalkhoudende en stikstofrijke bodems (laagveen, leem, zand en rivierklei). Ze staat vaak op kwelplekken en is zoutmijdend.” Eddy Weeda in de Oecologische Flora, deel 1: “Aan duinplassen vestigt deze zoutmijdende plant zich pas als het water geheel ontzilt is.” Over verspreiding en bedreiging meldt de verspreidingsatlas: “Plaatselijk vrij algemeen in laagveengebieden en de beekdalen in Drenthe en vrij zeldzaam in het rivierengebied. Elders zeer zeldzaam.”
Hoewel de trend sinds 1950 een achteruitgang van 25-50 procent laat zien, is het geen soort die als ‘bedreigd’ wordt beschouwd. De zeldzaamheid in de duinen en het directe achterland komt door een gebrek aan wat ouder moerasbiotoop (en het neemt tijd voor de soort zich kan vestigen), maar vooral door het zoutmijdende karakter van deze boterbloem.
Op Voorne
Vanaf 2008 zijn op Waarneming.nl locaties en schattingen van aantallen ingevoerd. Aantallen per vindplaats worden lang niet altijd genoteerd dus dat laten we rusten, maar aantallen vindplaatsen zijn goed te onderscheiden. We hebben de gegevens in twee bijna even lange periodes verdeeld. Aantallen waarnemingen en aantallen locaties/deelgebieden staan samengevat in de tabel; kaartjes zijn toegevoegd.
Overzichtstabel waarnemingen grote boterbloem in de duinen van Voorne 2008-juli 2022 op basis van Waarneming.nl
2008 t/m 2014 | 2015 t/m 16 juli 2022 | |
Totaal aantal waarnemingen duinen Voorne | 44821 | 133700 |
Aantal waarnemingen grote boterbloem | 11 | 43 |
Aantal locaties | 6 binnen 4 deelgebieden nl.: | 15 binnen 8 deelgebieden nl.: |
Stekelhoek | Stekelhoek | |
Vogelpoel e.o. | Vogelpoel e.o. | |
Sipkesslag/Vliegveld | Sipkesslag/Vliegveld | |
Mildenburg | Mildenburg | |
Quackjeswater | ||
Inspectiepad | ||
Tenellaplas/Spartelvijver | ||
Parnassiavlak/Oostvoornse Meer |
Op de kaarten en in de tabel is goed te zien dat er meer waarnemingen van grote boterbloem zijn gedaan, op meer locaties en in meer deelgebieden. Een verdubbeling als we de twee periodes vergelijken. Hoe is dit te verklaren?
Voor een groot deel is de toename een waarnemerseffect, er wordt steeds meer ingevoerd in waarneming.nl. Zo vond de eerste auteur in 2022 een grote (d.w.z. waarschijnlijk al veel oudere) populatie in een secundaire natte, niet gemaaide en tamelijk verborgen duinvallei nabij het Quackjeswater die niet van een openbare publicatie bekend was.
Jolien Morren-van der Aa van Waarneming.nl wijst ons er terecht op dat:
“Als je op de statistiekpagina van de grote boterbloem kijkt, zie je inderdaad een toename in aantal waarnemingen in heel het land welke iets minder sterk is dan het totaal op de site (https://waarneming.nl/species/7296/statistics/). Ik heb gerekend en kom op gemiddeld 150 waarnemingen per jaar in de eerste periode en 365 in de tweede. Dat is nog steeds ruim twee keer zo veel, wat ongeveer overeenkomt met de waargenomen toename in het aantal waarnemingen in het betreffende gebied.”
(Red: Deze verhouding is coherent met aantal waarnemingen van wilde planten in het gehele duin van Voorne; m.a.w. ruim 2,5 keer zo veel is gekeken in de recente periode. Bovenop dit waarnemerseffect lijkt er een surplus op Voorne want grote boterbloem neemt nog meer toe dan 2,5 keer)
De toename in aantal waarnemingen (in de tweede periode bijna 4 keer zo veel) zit opvallend veel in het (noordelijke) duin van Oostvoorne, niet in dat van Rockanje. Juist dit noordelijk duin ligt door alle haven- en deltawerken minder in het bereik van zee-invloeden en mist al jaren de normale saltspray: de fijne nevel met zout die neerdaalt in het duin. Deze verminderde ‘neerslag’ van zout kan de grote boterbloem mede een boost hebben gegeven. Bovendien is maaibeheer in veel valleien in het noorden (van Het Zuid-Hollands Landschap) al in jaren 90 omgezet in gedeeltelijke beweiding, wat mede leidde tot veel verruiging en bosontwikkeling. Niet verkeerd voor de grote boterbloem. Moerassige ruigte is het voorkeursbiotoop van deze valleisoort. Ondanks meer maai- en plagbeheer in het zuiden (bij Natuurmonumenten) lijkt ook daar nog voldoende ruiger en nat biotoop aanwezig. De toename aan waarnemingen zit duidelijk in de noordelijke terreinen met minder zout.

Dichtgegroeide secundaire duinvallei: vindplaats van grote boterbloem samen met o.a. stijve moerasweegbree en hoge cyperzegge
Tot slot
Het verdient aanbeveling dat alle terreinbeheerders, particulieren en overheden, meer complete soortenlijsten per deelgebieden laten maken en die ook publiceren. Dus niet alleen van de ‘subsidie-soorten’ in interne rapporten. Alleen zo is objectieve analyse van trends mogelijk en houden we zicht op de gehele natuur.
Deze analyse was gebaseerd op ‘burgerwaarnemingen’ ingevoerd op waarneming.nl en afgesloten op 16 juli. Begin augustus 2022 was de populatie nabij het Quackjeswater vrijwel geheel verdwenen in de koeienmagen die er op bezoek kwamen…zo snel kan het gaan.
Bronnen
https://www.verspreidingsatlas.nl/1051
https://duinenenmensen.nl/wp-content/uploads/2021/02/FWvEedenLijstfloraVoorne1874.pdf
Dit artikel werd geschreven als voorstudie voor het boek Duinen en mensen Voorne