over de site | contact | info auteurs | toegang auteurs
  • Home
  • Nieuws
  • Thema’s
    • Ontstaan van de kust
      • Duinen als zeewering
      • Klimaat en duinen
    • Archeologie
    • Zeedorpen
    • Jacht
    • Duinlandbouw
    • Cartografie
    • Veldnamen
    • Militaire kustverdediging
    • Waterwinning
    • Natuur en landschap
      • Flora en vegetatie
      • Fauna
      • Bos
      • Natuurbeheer
    • Strand
    • Recreatie
    • Beeldende kunst
  • Gebieden
    • Zeeland
    • Zuid-Hollandse eilanden
    • Zuid-Hollandse vasteland
    • Zuid-Kennemerland
      • Amsterdamse Waterleidingduinen
      • Nationaal Park Zuid-Kennemerland
      • Kennemerstrand
    • Noord-Kennemerland
      • Wijk aan Zee
      • Noordhollands Duinreservaat
      • Bergen
      • Schoorlse Duinen
    • Noordkop
      • Camperduin-Petten
      • Zwanenwater
      • Zijpe- en Hazepolder
      • Callantsoog
      • Noordduinen
      • Den Helder
    • Texel
      • Zuidpunt van Texel
      • Duinen bij Den Hoorn
      • Duinen bij De Koog
      • Ten noorden van De Koog
    • Vlieland
    • Terschelling
    • Ameland
    • Schiermonnikoog
    • Rottumerplaat / Rottumeroog
  • Landschapselementen
    • Eendenkooien
    • Landgoederen
    • Wegen en paden
    • Kanalen
    • Stuifdijken
    • Agrarisch
    • Militair
    • Heemtuinen
    • Recreatief
  • Portretten
  • Onderzoek
  • Hotspots
  • Natuurmedia
rss

Artikel

20
FEB
2015

Recreatie aan de kust voor 1940 (erfgoed-essay 1)

Dorine van Hoogstraten
RecreatieUitgelicht
Tags : 19e eeuw, erfgoed-essay, historie, in ontwikkeling, kuuroorden, RCE, Rijksdienst Cultureel Erfgoed, strandtoerisme, vakantiehuisjes
Posted By : Dorine van Hoogstraten
Comments : 5

Tot eind 19e eeuw beschikte vrijwel alleen de bovenklasse over vrije tijd; daarna groeide de groep die in de gelegenheid was om te recreëren gestaag. Het kustgebied ontwikkelde zich daarbij tot een favoriete bestemming. De associatie van de zee met gevaar is naar de achtergrond gedrongen ten gunste van de associatie van de zee met plezier. Stapsgewijs veranderde de kust in het collectief bewustzijn.

RCE Rijksdienst Cultureel Erfgoed[Noot van de redactie: dit is erfgoed-essay 1. Deze serie is tot stand gekomen met steun van de Rijksdienst Cultureel Erfgoed]

Was de kust eeuwenlang een gebied om te jagen, jutten, vissen, transporteren en de zee te weren; in de 20e eeuw werd het een landschap waar je lekker kan wandelen, zonnen, varen, surfen, spelen, fietsen, kamperen, paardrijden, golfen en zwemmen. Een omgeving om van de natuur te genieten. En de recreanten die de laatste twee eeuwen de kust bezochten, hebben overal en overvloedig sporen achtergelaten: van bungalow tot badhotel en van duinpad tot golfterrein.

Zomerverblijf aan de kust

Recreatie is niet altijd een belangrijke economische drager van het kustgebied geweest. Tot ver in de 19e eeuw was de groep mensen die voor hun plezier naar de kust kwamen heel beperkt, alleen de elite zocht vanaf de 17e eeuw naar manieren om hun vrije tijd op een aangename manier te besteden. Sommige van hen bouwden buitenplaatsen met (moes)tuinen en vaak ook bossen en landerijen, waar ze de zomermaanden konden doorbrengen om de stank en drukte van de zomerse stad te ontvluchten. Buitenplaatsen golden bovendien als waardevaste belegging met een goede opbrengst uit de houtkap, moestuin en landerijen. Daarbij zochten zij gebieden waar ook andere welgestelden een zomerverblijf vestigden, want het is prettiger recreëren als er gezelschap te vinden is uit een gelijke sociale klasse.

Een deel van de elite uit steden in de kustprovincies, zoals Amsterdam, Haarlem, Den Haag, Rotterdam en Middelburg, liet de blik vallen op de binnenduinrand. In Noord-Holland verrezen tal van buitenplaatsen in het gebied tussen Beverwijk en Vogelenzang, en in Zuid-Holland waren ze met name bij Den Haag en Wassenaar te vinden. Ook op Walcheren werden landgoederen nabij de kust gesticht: rond 1700 was het Zeeuwse eiland voor een achtste deel bebouwd met buitenplaatsen en landgoederen. Daar brachten Zeeuwse notabelen hun zomermaanden door. Historicus Mattheus Smallegange schreef eind 17e eeuw: ‘De dorpen, heerlijke huizen en lusthoven liggen zo dicht op malkander, dat die de anderen als met een steen kunnen bewerpen’.[i] De strook met buitenplaatsen langs de kust van Domburg en Oostkapelle, omgeven door een wat hoger gelegen bosgebied dat voor beschutting zorgde, werd de Manteling genoemd.

Duinoord, Domburg (tekening, bron: Zeeuws Archief)

Duinoord, Domburg rond 1850 (tekening, bron: Zeeuws Archief)

In de 19e en 20e eeuw veranderde de bestemming van veel huizen in de Manteling omdat beheer als louter zomerverblijf te kostbaar werd. Een aantal landgoederen raakte in verval, sommige werden gesloopt en bebouwd, weer andere werden verkocht als permanente woning of er kwam een instelling in. Zo werd in Kasteel Westhove te Domburg bijvoorbeeld al in 1899 een herstellingsoord voor kinderen gevestigd, en tegenwoordig is het in gebruik als jeugdherberg. Staatbosbeheer beheert ook een aantal buitenplaatsen van de Manteling, zoals Berkenbosch en Duinbeek.

In Friesland en Groningen waren al vanaf de 16e eeuw middeleeuwse, kasteelachtige stenen huizen uitgebouwd tot grote boerderijen, landgoederen of buitenplaatsen. In Friesland worden deze ’stinzen’ of ’states’ genoemd, in Groningen ’borgen’; van beide zijn ook voorbeelden in de kuststrook te vinden. De statige Rensumaborg in het Groningse Uithuizermeeden bijvoorbeeld kent mogelijk al een 14e-eeuwse oorsprong en is met name in de 18e eeuw ingrijpend uitgebreid en veranderd in een statig landgoed. Nadat het door economische tegenspoed van de eigenaren in verval was geraakt, is de Rensumaborg een tijd land als tuinbouwschool gebruikt en in 1996 is hij gekocht door de Rensuma Boon Stichting, die het landgoed restaureerde. Een vergelijkbare geschiedenis kent de borg van landgoed Verhildersum bij het dorpje Leens. Die borg werd vóór 1400 gebouwd als steenhuis; een bouwwerk van ongeveer zeven bij elf meter, met dikke muren, bedoeld als vluchttoren voor levende have, de oogst en de familie bij aanvallen. Later is ook hier een landgoed omheen gegroeid, dat door de geschiedenis heen door diverse Groningse adellijke families als buitenhuis of permanente woning werd gebruikt.[ii] Nadat de gemeente het landgoed in 1953 had gekocht maakte tuinarchitecte Renske Boon in 1968 een ontwerp voor een nieuwe tuinaanleg bij Verhildersum en inmiddels wordt het geëxploiteerd als museum met museumboerderij en horecafaciliteiten.[iii]

Om bij de kust te komen, moest er een degelijke route zijn die het gebied ontsloot. Naar Scheveningen werd al in de 17e eeuw een verharde weg aangelegd dankzij het initiatief van dichter en architect Constantijn Huygens. Het ergerde hem dat men, om van Den Haag in Scheveningen te komen, door het mulle zand van de duinen moest ploeteren – en er waren ook maar weinig mensen die reden hadden om die tocht te willen maken. Het waren vooral vissersvrouwen die bestaande duinpaadjes gebruikten om vis te gaan verkopen in Den Haag. Huygens ontwierp in 1653 een verharde weg zodat juist de rijkere Hagenaars naar het strand konden om daar te recreëren: een rit langs de zee of een strandwandeling, schelpen rapen, zelf vis kopen en eten. Aanvankelijk stuitte dat plan op veel onbegrip, maar volgens Huygens was dat een betere tijdsbesteding voor de jongelui dan kaartspel-om-geld, wat algemeen gebruik was onder de Haagse jeugd.[iv] Meer dan tien jaar later werd de weg inderdaad aangelegd – mede omdat hij ook door het leger gebruikt kon worden voor de kustverdediging.

Badgasten

De boulevard van Scheveningen in 1903 (collectie Dorine van Hoogstraten)

De boulevard van Scheveningen in 1903 (bron: DvH)

Het Badpaviljoen te Domburg

Het Badpaviljoen te Domburg (bron: RCE)

Het idee dat zeelucht, zonlicht en baden in zeewater gezond en aangenaam zouden kunnen zijn kwam in Europese landen vanaf de 18e eeuw bij een bredere laag van de bevolking op, om te beginnen bij de welgestelden, die ter genezing van kwalen naar de kust togen voor het nemen van zeebaden en het drinken van schoon water. De eerste recreatieve voorzieningen stammen uit die tijd: badpaviljoens en kuuroorden zoals het beroemde Kurhaus dat in 1818 al in Scheveningen werd gebouwd. In Domburg ontwierp architect Johannes Jacobus van Nieukerken in 1886 een zeer monumentaal badpaviljoen, nadat het kleinere exemplaar uit 1837 was gesloopt. Dit gebouw was met zijn representatieve voorgevel gericht naar de landzijde, niet naar de (vaak gure) zeekant: gasten arriveerden immers vanuit de beschutting van het dorp. In een kuuroord konden de gasten eerst verwarmde baden met zeewater nemen, later ging men ook direct in zee baden. Het vertier werd aan de kust echter steeds belangrijker, het vermaaksgebouw (kurhaus of casino genoemd) nam na verloop van tijd een prominentere positie in dan het badhuis.

De ruimtelijke structuur van de badplaatsen was op de meeste plaatsen in hoofdlijnen gelijk: een boulevard parallel aan de kustlijn met daarlangs hotels, casino’s, vakantievilla’s en restaurants. Bezoekers flaneerden over die boulevard, wie het aandurfde ging het strand op en overal werd vertier aangeboden. Later werd vaak ook een pier, of ‘wandelhoofd’ gebouwd zodat wandelaars ook een stukje over de zee konden wandelen, zoals in Scheveningen waar in 1901 het zogenoemd Wandelhoofd Wilhelmina werd gebouwd. Die opzet werd gekopieerd uit het buitenland want die was onder meer te zien in steden als Brighton en Oostende. Achter deze bruisende strook die op de recreant gericht was, bevond zich – soms op enige afstand landinwaarts – het meer beschutte, rustige dorp voor de vaste bewoners tegen of in de duinen.

Badkoetsen aan het Noordwijkse strand (bron: Dorine van Hoogstraten)

Badkoetsen aan het Noordwijkse strand (bron: DvH)

Verschillende vissersdorpen ontwikkelden zich op die manier vanaf de late 19e eeuw tot badplaats. Een voorbeeld is Noordwijk aan Zee, een kleine vissersplaats met een herberg en een bescheiden vissersvloot. Een ondernemende herbergier bood vanaf ongeveer 1870 de mogelijkheid om met een koetsje naar de zee gereden te worden om een bad te nemen. Zijn herberg groeide uit tot Badhotel Konijnenburg, later vervangen door Palace Hotel. In 1885 werd een stoomtramlijn naar Rijnsburg aangelegd en in dat zelfde jaar werd Hotel Huis ter Duin gebouwd. Dankzij de komst van een Duitse familie die in 1887 Huis ter Duin overnam, werd de kustplaats populair bij adellijke families uit het Duitssprekende deel van Europa en kreeg Noordwijk de reputatie van chique badplaats.[v]

Zo transformeerden alle kustplaatsen op een andere manier en in eigen tempo. Zoals in 1908 in het tijdschrift Neerlandia werd geschreven: ‘Op het lange stille strand, dat des winters, in nevelen gehuld, mijmert en droomt, en waar dan geen ander geluid wordt gehoord dan het weemoedig zeeruischen, en het vleugelgeklepper van de witte meeuwen, ontstaat ’s zomers een woelig leven in al die zeven badplaatsen: Kijkduin, Scheveningen, Katwijk, Noordwijk, Zandvoort, Wijk-aan-Zee, Egmond-aan-Zee. Zelfs het eenzame eiland Texel ziet dan de badgasten verschijnen, aangetrokken door de merkwaardige planten- en dierenwereld van dat plekje grond, en zelfs door zijn afgelegenheid.’[vi]

Een bijzonder voorbeeld van een succesvolle kustplaats was Bergen aan Zee, dat als mondaine badplaats in 1905-1918 in opdracht van het Bergense burgemeestersechtpaar Jacob en Marie van Reenen-Völer werd ontwikkeld als villadorp. De Van Reenens bezaten in het gebied veel grond die weinig opbracht. Ze probeerden het gebied als landbouwontginning te exploiteren, maar uiteindelijk bleek dat strand en zee een grote aantrekkingskracht begonnen te krijgen op recreanten en kunstenaars en dat de ontwikkeling van een badplaats rendabeler zou zijn. Ze richtten de Bouw Exploitatie Maatschappij Bergen aan Zee op, waarin ze grond onderbrachten die in hun bezit was. Eenderde daarvan werd voor bebouwing uitgegeven, onder stringente voorwaarden, want de Van Reenens willen van Bergen aan Zee een exclusief villadorp maken. Voor de ontwikkeling werden architect H.P. Berlage en bioloog Jac P. Thijsse om advies gevraagd.[vii] De Haarlemse tuinarchitect Leonard Springer ontwierp de drie kilometer lange, pittoreske Zeeweg die Bergen verbond met de nieuwe badplaats. De Van Reenens zorgden dat er vanaf 1905 een stoomtram reed tussen Alkmaar, Bergen en Bergen aan Zee, plaatselijk bekend als Bello. Ook lieten ze een sanatorium voor kinderen uit de grote steden bouwen, Villa Russenduin. Dit sanatorium was later decennialang in gebruik als Bio-vakantieoord.[viii] In de Tweede Wereldoorlog werd Bergen aan Zee, zoals veel kustplaatsen, ontruimd en bijna voor de helft gesloopt ten behoeve van de Atlantikwall. De wederopbouw gebeurde onder supervisie van architect Wieger Bruin.

Op de Waddeneilanden ontwikkelde zich aanvankelijk slechts een bescheiden badcultuur in de dorpen achter de duinen: het eerste badhotel van de Wadden werd in 1885 op Schiermonnikoog gebouwd. De badcultuur heeft op de Nederlandse Wadden niet zo’n hoge vlucht genomen als op de naburige Duitse Waddeneilanden, waar vooral het kuren maar ook het toerisme al vroeg populair werden. Zo ontwikkelde onder andere Borkum zich al rond 1900 tot een bruisend eiland.

Meisjes kuren bij het Zeehospitium in Katwijk (bron: Dorine van Hoogstraten)

Meisjes kuren bij het Zeehospitium in Katwijk (bron: DvH)

Kinderkoloniehuis in Katwijk (bron: Dorine van Hoogstraten)

Kinderkoloniehuis in Katwijk (bron: DvH)

Elders in Nederland groeide de groep badgasten die specifiek voor de gezondheid naar zee kwam snel. De rust, ruimte, natuur, het zoute water en de gezonde zeelucht trokken mensen die psychisch of lichamelijk genezing zochten – waaronder veel kinderen die ‘bleekneusjes’ genoemd werden. Voor deze groep werden in de 19e en de eerste helft van de 20e eeuw langs de hele kust vakantiekolonies, openluchtscholen, herstellingsoorden, sanatoria, psychiatrische ziekenhuizen en kuuroorden gebouwd. Voorbeelden zijn, naast het genoemde sanatorium in Bergen aan Zee, ook de tehuizen Sint Egbert en Elim op Schiermonnikoog, het tehuis ’t Vlie op Vlieland, het koloniehuis Zwartendijk in Egmond aan Zee en het Psychiatrisch Ziekenhuis Duin en Bosch in Bakkum bij Castricum (het tegenwoordige GGZ Dijk en Duin). In Katwijk bevonden zich meerdere instellingen, onder andere het zogeheten Rotterdams Zeehospitium, gebouwd voor kinderen met tuberculose die een kuur kregen voorgeschreven door een arts. Voor de genezing van kinderen met tbc werden zeelucht, de mogelijkheid om in zee te baden en het zonlicht gunstig geacht. De kinderen die sterk genoeg waren kregen, naast de dagelijkse behandelingen en verpleging, ook onderwijs binnen of op de terrassen bij de ziekenzalen. De kinderen die aan de beterende hand waren, kregen les in een duinpan.[ix] Ook in Oostvoorne bracht de tram iedere zomer ladingen Rotterdamse bleekneusjes die moesten aansterken. Zij verbleven onder andere in Ons Genoegen, dat zich bevond aan de Noordweg, waar het huidige Medisch Kinderziekenhuis staat. In Domburg stond het tehuis Zonneveld, en zo waren er langs de hele kust nog tientallen voorbeelden van dergelijke instituten.

Voorzichtig massatoerisme

Het strand bij Wijk aan Zee (bron: Dorine van Hoogstraten)

Het strand bij Wijk aan Zee (bron: DvH)

In het Interbellum was het strandbezoek definitief niet meer exclusief voorbehouden aan de elite, mede omdat de infrastructuur sterk verbeterd was. Alle lagen van de bevolking ontdekten de kust, maar vooral de middenklasse trok op warme dagen massaal richting het strand op zoek naar vertier. In de badplaatsen verrezen meer laagdrempelige voorzieningen om die groep te bedienen. Nadat in 1918 de achturige werkdag was ingesteld kwam het massatoerisme echt goed op gang. Naast de traditionele boulevard en de pier verschenen er steeds meer rieten stoeltjes, parasols, seizoensgebonden houten strandpaviljoens en verkleedcabines op en aan de standen.

In het tijdschrift Neerlandia verscheen in 1908 een treffend artikel over de verschillen tussen de Nederlandse badplaatsen aan de Hollandse kust en op Walcheren: ‘Scheveningen en Zandvoort worden verzamelplaatsen van stroomen gasten en bezoekers, middelpunten van deftige praal èn volksvreugde, de andere badplaatsen bieden het stille genoegen van een rustig verblijf, een verpoozing na een winter vol misschien zwaren arbeid. Ook vinden de meer bescheiden beurzen hier gemakkelijk iets van hun gading.’[x] Scheveningen en Noordwijk aan Zee stonden bekend als badplaatsen voor de elite (al werd Scheveningen ook ontdekt door de Haagse middenklasse), terwijl kustdorpjes als Egmond aan Zee, Wijk aan Zee en Huisduinen bekend stonden als familiebadplaats. Bergen aan Zee, Domburg en Katwijk aan Zee waren populair bij kunstenaars en mondaine intellectuelen. Amsterdamse, Haagse en Rotterdamse arbeiders gingen graag naar respectievelijk Zandvoort, Kijkduin en Hoek van Holland, en de Waddeneilanden stonden lange tijd nog bekend als verblijf voor rustzoekers en avonturiers die van natuurrecreatie hielden.

Met de komst van de auto dreigde de massa’s dagjesmensen de kuststrook te gaan verstoppen in de zomermaanden; op warme dagen stonden de weggetjes naar de kust vol. Ook de trams en treinen naar de kust waren in de eerste helft van de 20e eeuw afgeladen vol op zonnige weekenddagen. [link naar infrastructuur] Voor de groep die langere tijd aan de kust wilde verblijven maar die niet in een hotel wilde verblijven, was er de mogelijkheid om een recreatievilla langs of nabij de kust te laten bouwen. Voor de middenklasse werden er meer bescheiden recreatiehuisjes gebouwd, vrijstaand en in vakantieparken; voor eigen gebruik en voor de verhuur. Langs vrijwel de hele kustlijn zijn ze te vinden, soms ontworpen door bekende architecten en beschermd als monument; andere goedkoop en snel gebouwd in opdracht van een projectontwikkelaar of door eigenbouwers. Op Schiermonnikoog bijvoorbeeld is rond 1917 een reeks woningen in eternietplaten gerealiseerd langs de Badweg. Ze werden gebouwd in opdracht van de heer Timmer, eigenaar van Stoom-timmerfabriek Timmer te Groningen, voor een aantal familieleden. Een van de huisjes werd Enno genoemd naar een zoon van Timmer; andere huisjes heetten Margaretha en Jacoba. Timmer ontwierp de huisjes waarschijnlijk zelf, maar de Belgische vluchtelingen die vanwege de Eerste Wereldoorlog op het eiland verbleven en de huisjes bouwden, voegden er met name in het interieur Art Nouveau-elementen aan toe. Enno is het enige huisje van de reeks familiewoningen dat nog bestaat, al had het oorspronkelijk een dieper kavel met een theehuisje in de tuin.[xi]

Een ander bijzonder voorbeeld is het Zomerhuis Dijkstra, in 1932-1933 door architecten Ben Merkelbach en Charles Karsten ontworpen voor de familie van advocaat Rients H. Dijkstra. Het zomerhuis is jarenlang door de familie Dijkstra gebruikt, zij veranderden er vrijwel niets aan. Inmiddels is het huis eigendom van de Vereniging Hendrick de Keyser.[xii]

Ook in en rond dorpen op de Zuid-Hollandse en Zeeuwse eilanden was er in de vooroorlogse jaren veel belangstelling voor vakantiehuisjes. Renesse bijvoorbeeld trok aan het begin van de 20e eeuw de eerste badgasten, waaronder bekende namen als Albert Plesman (oprichter van de KLM) en tekenaar Anton Pieck. Om meer toeristen te trekken richtte een groep plaatselijke notabelen in 1911 de Vereeniging Renesse Vooruit op, die tot doel had vreemdelingen op de toeristische kwaliteiten van Renesse te wijzen. Toen in 1915 de stoomtramlijn tussen Zijpe (bij Bruinisse) en Brouwershaven tot aan Burgh werd doorgetrokken, die ook in Renesse stopte, maakte Renesse een groeispurt. Begin jaren twintig werd daar het eerste kampeerterrein geopend, camping Bona-Fide, waar ook zomerhuisjes werden gebouwd.[xiii] Aan de Duinweg in Renesse werd een serie losse vakantiehuisjes gerealiseerd met namen als De Zeester, De Schelp en Parnassia. Een aantal van deze huisjes hebben inmiddels de status van rijksmonument gekregen. Schilder J.H. Grauenkamp liet hier door de Zeeuwse architect J. Oudkerk het huisje De Krekel bouwen in 1932-1933; een architect die in deze streek meerdere vakantiehuisjes ontwierp.[xiv]

Recreatiewoning in Renesse (bron: RCE)

Recreatiewoning in Renesse (bron: RCE)

'Enno' op Schiermonnikoog (bron: RCE)

‘Enno’ op Schiermonnikoog (bron: RCE)

Zomerhuisje te Rockanje (bron: RCE)

Zomerhuisje te Rockanje (bron: RCE)

 

Kustactiviteiten

Ook bij nederzettingen die een geschiedenis van vooral bedrijvigheid kenden, de steden en dorpen met een grote vissersvloot en/of of haven, werden in de eerste helft van de 20e eeuw recreatieve voorzieningen gerealiseerd. Zo verrezen ook in Delfzijl en Breskens boulevards, hotels, restaurants, recreatiehuisjes en aanlegplaatsen voor passagiersboten. Het kijken naar (al dan niet historische) vissersschepen en stoomboten was voor velen een geliefde bezigheid, niet alleen tijdens vlootschouwdagen maar ook gewoon op een vrije dag of tijdens een wandeling. In plaatsen als Harlingen, Den Helder, Hoek van Holland, Vlissingen en Breskens was op dat vlak genoeg te beleven. En ook bij badplaats Cadzand werd in 1902 een getijdenhaven aangelegd waar – tot de demping na de Watersnoodramp van 1953 – botters en vissersschepen aan- en afvoeren.

Paardrijden te Noordwijk (bron: Dorine van Hoogstraten)

Paardrijden te Noordwijk (bron: DvH)

Tegelijkertijd werd er steeds meer gesport in de kuststrook: er kwamen golfbanen (Zandvoort 1910, Noordwijk 1914, Den Haag 1893, Domburg 1914), watersportvoorzieningen, vliegterreinen (zoals Haamstede, 1930), en stelsels van wandel- en fietspaden. In 1901 ontwierp landschapsarchitect L.A. Springer op het 17e-eeuwse landgoed Woestduin bij Vogelenzang een paardenrenbaan. Bij Zandvoort werd al sinds de dertiger jaren met auto’s geracet in de straten, en in 1948 opende daar het Circuit van Zandvoort haar poorten.

Het strandbezoek was in de vooroorlogse jaren vaak vrij actief. Men had veel kleding aan, en niet iedereen wilde in de zee zwemmen. Maar er waren tal van activiteiten langs de kust. Zo is op een filmpje van de Haagse Filmbank te zien dat er op een zonnige dag in Kijkduin niet alleen geflaneerd werd en op het strand werd gespeeld, maar er was ook een struisvogelkar en waterbotsautobad en er waren tal van plekken waar versnaperingen aan de man gebracht werden. Op veel stranden kon men ezeltje rijden, en was er een muziektent of draaimolen.

Vanaf de late 19e eeuw was er ook een grote groep actieve kustgangers die in de eerste plaats geïnteresseerd was in de natuur van dit gebied. Een bekend voorbeeld is de veldbioloog, onderwijzer en natuurbeschermer Jac.P. Thijsse die rond 1890 een paar jaar op Texel woonde en in zijn latere leven regelmatig terugkeerde omdat hij zeer onder de indruk was van de Texelse planten en vogels. Terwijl een groot deel van de Nederlanders in die tijd de Wadden vooral beschouwde als een onherbergzame wildernis, voelde Thijsse zich juist sterk door de ongerepte natuur van het eiland aangetrokken. In 1927 publiceerde hij het Verkade album over Texel om meer bekendheid aan het bijzondere eiland te geven. Inmiddels zijn diverse fiets- en wandelroutes op Texel naar hem vernoemd. Het wrange is wel, dat de natuurliefhebbers die op onderzoek gaan in de kustgebieden, op zoek naar bijzondere flora en fauna, sommige kwetsbare soorten dreigen te verstoren. Pogingen om de belangen van recreanten en natuur beide te behartigen leiden daarom vaak tot zonering van duingebieden in delen waar wel en geen bezoekers welkom zijn. In de vooroorlogse periode waren dat soort maatregelen nog niet nodig omdat de groepen die op onderzoek uit gingen klein waren en slechts incidenteel op pad gingen (zie verder de artikelen over recreatie op deze website).

Tenten op het strand bij Huisduinen, 1931 (bron: Dorine van Hoogstraten)

Tenten op het strand bij Huisduinen, 1931 (bron: DvH)

Ook het kamperen werd in de vroege 20e eeuw in Nederland populair, in navolging van welgestelde Britten die sinds het eind van de 19e eeuw kampeerden als ze een fietstocht ondernamen. Aanvankelijk was kamperen dan ook bij uitstek een elitaire bezigheid. Op initiatief van tentenfabrikant Carl Denig werd in 1912 de Nederlandse Toeristen Kampeer Club opgericht.[xv] Het kamperen bleef tot in de jaren dertig een elitaire vorm van recreatie, maar daarna ontdekte een grotere groep het kamperen. De grote doorbraak kwam na de Tweede Wereldoorlog, dankzij meer vrije tijd en een grotere mobiliteit. Een heel bekende, oude camping, naar verluid de oudste van Nederland, is de Kennemer Duincamping Bakkum. Dit onder Amsterdammers zeer geliefde, grote kampeerterrein begon als privé-landgoed van de Duitse prinses Luise zu Wied. Zij gaf in 1914 toestemming aan mensen om er hun tent op te zetten, al werd de camping in 1928 pas officieel geopend. In de tijd tot het midden van de jaren dertig kampeerde men alleen in tenten, daarna werden er linnen tenthuisjes neergezet in het kampeerseizoen; later kwamen er steeds meer houten huisjes en uiteindelijk caravans. Op veel plaatsen was het voor de Tweede Wereldoorlog overigens niet ongebruikelijk om een tent op het strand op te zetten.

Oorlog

In 1940 riep de kust bij de meeste Nederlanders associaties op met plezier, gezondheid en vrije tijd. Heel veel mensen hadden mooie herinneringen aan dagjes aan het strand, ritjes door de duinen of wekenlange vakanties aan zee. Maar in de jaren daarna zou die goede reputatie van de kust tijdelijk naar de achtergrond gedrongen worden, want in tijden van oorlog is de kustlijn een strategisch gebied dat fel verdedigd moet worden. Bewoners van en ondernemers met een bedrijf aan de kust werden op last van de bezetter geëvacueerd. Bebouwing werd gesloopt om plaats te maken voor de Atlantikwall, een langgerekte verdedigingslinie die invasies vanaf de Noordzee moest weren. Dorpen werden weggevaagd, bewoners raakten ontheemd. Pas na de bevrijding kon de kust beginnen aan een comeback in het maatschappelijk leven. En dat zou een zeer succesvolle hersteloperatie worden.

Literatuur

  • Berndsen, J., P. Saal, F. Spangenberg, Met zicht op zee. Tweehonderd jaar bouwen aan badplaatsen in Nederland, België en Duitsland, Den Haag, 1985
  • Broekhuizen, Dolf, Openluchtscholen in Nederland, Rotterdam, 2005
  • ‘De Noord-Nederlandsche badplaatsen’, Neerlandia, Jrg. 12, 1908
  • Lauwen, T. (ed.), Nederland als kunstwerk. Vijf eeuwen bouwen door ingenieurs, Rotterdam, 1995
  • Merwijk, Tine van, Boulevards in badplaatsen aan de Nederlandse kust. Van ontstaan (zeventiende eeuw) tot en met de wederopbouw (1945-1965), rapport RDMZ Zeist, 2004
  • Neefjes, J. en H. Bleumink (red.), NL. De ruimtelijke identiteit van de Nederlandse kust, Wageningen/Boxtel, 2010
  • Oldenburger, Carla, Anne Mieke Backer en Eric Blok, Gids voor de Nederlandse Tuin- en Landschapsarchitectuur Deel Noord, Rotterdam, 1995
  • Arnoud Voet, Strandleven langs de Nederlandse Noordzeekust 1895-1975, Capelle aan den IJssel (2011)
  • Wagendorp, Bert, ‘Geteisterd paradijs’, De Volkskrant, 5 juli 2003

Beeldmateriaal

Bij foto’s die op internet te vinden zijn, staat de bron vermeld

  • Beeldbank Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE)
  • Ansichtkaartencollectie Dorine van Hoogstraten (DvH)

 

Noten

[i] www.zeeuwseankers.nl/nl-NL/verhaal/720/buitenplaatsen-op-walcheren-2

[ii] www.verhildersum.nl/landgoed/landgoed/

[iii] Oldenburger, Backer en Blok, 995

[iv] www.dbnl.org/tekst/huyg001zees01_01/huyg001zees01_01_0001.php

[v] Merwijk, 2004, p. 26-29

[vi] ‘De Noord-Nederlandsche badplaatsen’, 1908

[vii] Wagendorp, 2003

[viii] www.directaanzee.nl/?teksten_id=293

[ix] Broekhuizen, 2005; ‘De Noord-Nederlandsche badplaatsen’, 1908

[x] ‘De Noord-Nederlandsche badplaatsen’, 1908

[xi] RCE beschrijving Monumentnummer: 512351

[xii] RCE beschrijving Monumentnummer: 46892

[xiii] www.renesseaanzee.nl/welkominrenesse/historie

[xiv] RCE beschrijving Monumentnummers: 496611 en 496605, zie ook het verhaal over deze huisjes: www.zeeuwseankers.nl/nl-NL/verhaal/782/vakantiehuizen-in-renesse

[xv] www.npogeschiedenis.nl/andere-tijden/afleveringen/2002-2003/Nederland-gaat-kamperen.html

Gerelateerde artikelen:

  1. De Atlantikwall, een verdedigingslandschap (erfgoed-essay 3)
  2. De Wederopbouw van de Nederlandse Noordzeekust (erfgoed-essay 2)
  3. Militaire kustverdediging voor 1940 (erfgoed-essay 7)
About the Author

Social Share

    5 Comments

    1. Peter Hegi 24 februari, 2015 at 18:40 Reply

      Zeer interessant artikel. Ik bezit al jaren het boek “Het verlangen naar de kust” van Alain Corbin. Helaas heb ik het boek nog nooit gelezen, wel doorgebladerd. Corbin onderzoekt de omslag van afkeer naar fascinatie voor de kust. Het van oorsprong Franse boek beschrijft o.a. “de prachtige weg naar Scheveningen”. Opvallend is dat Constantijn Huygens ontbreekt in zijn verhaal. Hij besteedt met name aandacht aan Franse (filosofische) schrijvers die iets over deze weg zeiden en aan de Hollandse schilderkunst. Het lijkt me een interessant boek, maar wel met een Frans filosofische invalshoek. Geen makkelijk boek dus.

    2. Pingback: Duinen en mensen » Uniek overzicht van de cultuurhistorie van de kust: 7 erfgoed-essays

    3. Martin van Duijn 8 februari, 2022 at 15:52 Reply

      Dat de Van Reenens in Bergen aan Zee een sanatorium voor kinderen lieten bouwen klopt niet. Sterker nog, de Van Reenens wilden helemaal geen ziekenhuizen of sanatoria in Bergen aan Zee. Het pand dat later als Bio-vakantieoord bekend werd, is tussen 1917 en 1918 gebouwd als villa Rusduin voor de puissant rijke P.W. Jansen, die er echter door zijn overlijden in 1918 nooit heeft gewoond. Het heeft tot 1927 leeggestaan, totdat er toestemming kwam om het als vakantieoord voor de bleekneusjes te gaan gebruiken.

    4. Pingback: propecia prescriptions online

    5. Pingback: buy generic propecia in usa

    Leave a Reply Reactie annuleren

    *
    *

    Digitale documentatie duinen Voorne

    Overzichtskaart hotspots: wandelingen met bijzondere planten

    hotspots duinen wandeling Bezoek hotspots bloeiende duinen

    Boeken

    Duinen en mensen Voorne

    Aan rijkdom is op Voorne geen gebrek.
    42,50

    Bestel

    Bloeiende duinen

    'Een ‘must-have’ voor planten- en duinliefhebbers.’ (Bionieuws)
    van 29,50 naar 19,50

    Bestel

    Het vroon ontrafeld

    40 jaar waterwinning en natuurherstel in de Middel-en Oostduinen op Goeree

    Bestel

    Duinen en mensen Noordkop & Zwanenwater

    De slankste kuststrook van ons land. Waar duin en dijk vervloeien. Slechts 17,50.

    Bestel

    Duinen en mensen Texel

    De Texelse duinen en kwelders zijn van een betoverende schoonheid. Slechts 9,50

    Bestel

    Niet zonder elkaar

    Beste natuurboek van 2015 en zeer actueel
    nu 9,50 ook als pdf

    Bestel

    Het achterboek: online achtergronden bij Bloeiende duinen

    Aanmelden nieuwsbrief



    Doorzoek alle artikelen

    • Voorne; persbericht nr. 7: Kustlandschap in één hand naar grote en kleine brokken: natuurgebied, bebouwing of landg… https://t.co/esyyLyFaE2 13 hours ago
    • Duinen en mensen Voorne; persbericht nr. 6: de Heveringen als oudste duinkern https://t.co/55PV2rSVW3 https://t.co/TMkMrqYtaC yesterday
    • Duinen en mensen Voorne; persbericht nr. 5: Waarom liggen er dijken aan de binnenduinrand tot in het duin?… https://t.co/My2h4jamE4 2 days ago
    • Duinen en mensen Voorne; persbericht nr. 4: rijke collectie dubbelbeelden toont veranderingen duinlandschap Voorne… https://t.co/ORcvQ1d5D5 3 days ago
    • Duinen en mensen Voorne; persbericht nr.3: het oeroude Berkenrijs bestaat nog steeds. https://t.co/P4HnewD7di https://t.co/rNOhlwn3ie 4 days ago
    • Duinen en mensen Voorne; persbericht nr. 2: nieuw onderzoek onthult unieke geologie van de kust van Voorne… https://t.co/kdcBkkrAL2 5 days ago
    • Voorne behoort met 135 soorten broedvogels tot de vogelrijkste gebieden van Nederland, veel rijker dan de vasteland… https://t.co/yKa3KEpqO2 6 days ago
    • https://t.co/GM1sBmaJ1J 22 days ago
    • Duinen en Mensen Voorne De boekpresentatie is op 8 april vanaf 14.30 uur in Cultureel Centrum De Man, Burgemeester… https://t.co/sxtGd4x3m8 22 days ago
    • De hoogste tijd om een nieuwe kustlijn te bouwen https://t.co/SMbSKy4Jx0 via @nrc De droom van baggeraars of definitieve breuk met natuur? over a year ago
    • Veelzijdig, veelkleurig en onrustig https://t.co/4H0zxs6X6c https://t.co/z8LOuHxS6x over a year ago
    • Veelzijdig, veelkleurig en onrustig https://t.co/4H0zxs6X6c https://t.co/MKj2wPyoUe over a year ago
    • Hotspot Kennemerstrand: 10 soorten in beeld (concept) https://t.co/vjq1KnLt93 over a year ago
    • Hotspot Kennemerstrand: 10 soorten in beeld (concept) https://t.co/vjq1KntRKt over a year ago
    • Kwade Hoek, Goeree: 15 soorten in beeld https://t.co/oBnhgJzfpA https://t.co/NHMol9ZqCv over a year ago
    • Kwade Hoek, Goeree: 15 soorten in beeld https://t.co/oBnhgJzfpA https://t.co/GJfzDwligz over a year ago
    • Hotspot Hoek van Holland: nieuwe vallei en groene strand https://t.co/665qaA6IE7 https://t.co/7i5BcbHm7I over a year ago
    • Het verborgen duin https://t.co/N1tYABTHO7 https://t.co/ixXaeJCBIS over a year ago
    • Hotspot Meijendel: 10 soorten in beeld https://t.co/6rgAidjCQu https://t.co/OIhH95kvbP over a year ago
    • Hotspot Meijendel: 10 soorten in beeld https://t.co/6rgAidjCQu https://t.co/G8iQPhjqv3 over a year ago

    Auteurs

    Auteurs die een verhaal + beeld over een duinthema of over een gebied breed willen verspreiden kunnen contact met de redactie opnemen. Het kan gaan om nieuwe verhalen, maar ook om bestaande artikelen in de vorm van een pdf. De redactie zoekt ook correspondenten: contactpersonen in een bedrijf / instelling of vereniging. Een correspondent kan de redactie van duinenenmensen.nl in contact brengen met een of meer auteurs, of bestaande artikelen aanleveren. Informatie voor auteurs Auteurs van boeken Duinen en mensen en hun bijdrages op deze site

    Duinen en mensen boeken

    Duinen en mensen is een serie boeken over de Nederlandse kust. Cultuur en natuur van het kustlandschap worden gelijkwaardig en veelzijdig beschreven. Met honderden nieuwe kaarten en de laatste stand van wetenschap. Kennemerland (2009), Noordkop en Zwanenwater (2011) en Texel (2013). Bestel
    Deze site is een initiatief van Uitgeverij Natuurmedia, en tot stand gekomen met steun van het Prins Bernhard Cultuurfonds


    KVK nr.: 37075141 - BTW nr.: NL074839743B01 - Adres: Nieuwendijk 2, 3252 LK Goedereede - Tel: 06 51 79 29 79
    Redactie: Rolf Roos, Nico van der Wel,
    Machiel van Wijngaarden, Danny Zuurbier


    Wilt u deze site steunen? Klik hier.

    Ontwerp en ontwikkeling: toomanywords.nl