Schaap versus vlinder (Vroege Vogels en PWN-onderzoek)
Vroege Vogels, Radio 1, 1 maart 2015 + PWN-nieuwsbrief maart 2015
(Red.) Regelmatig lopen beheerders tegen dilemma’s aan. Eten schapen niet teveel eiken waarop weer de eitjes van de zeer zeldzame bruine eikenpage zitten? De oplossing van Michiel Wallis de Vries van De Vlinderstichting is in geval simpel. Boswachter Knijnsberg: “Als je die grassen weg wil laten vreten en niet de zeldzame vlinder die op eiken zit moet je dat laten doen vanaf het moment dat de eikjes oneetbaar worden.” Begrazing is maatwerk. Over de grootste populatie van de bruine eikenpage in ons land en dat schaapjes niet zo maar op elk moment het duin in kunnen….
Meer over de eikenpage o.a. in Duinen en mensen Kennemerland op pagina 109 (‘Duinstruwelen) of, online, de pdf (door Rienk Slings, Rolf Roos en Bert Maes). De eerste tekst hieronder is overgenomen van VARA/BNN, maart 2015. Er achteraan de bevindingen van het PWN, overgenomen uit hun onderzoeksnieuwsbrief van maart 2015.
De schapen die het Noord-Hollands Duinreservaat begrazen houden van dezelfde jonge eikjes als de rupsen van de bruine eikenpage. De Vlinderstichting bedacht een simpele oplossing om het zowel deze bedreigde vlinders als de schapen naar de zin te maken. Eiken maken vroeg in de zomer tanines aan in hun bladeren, om ze onaantrekkelijk te maken voor insectenvraat. Op dat moment blieven de schapen ze ook niet meer. Wanneer de herder dus de gebieden met eitjes van de bruine eikenpage in het voorjaar mijdt, dan krijgen de pages voldoende tijd om rustig uit te komen en is er ook nog wat te eten voor ze.
Beluister Luc Knijnsberg (Vroege Vogels, 1 maart 2015)
Uit PWN -Nieuwsbrief: bruine eikenpage en schapenbegrazing in Bergen-noord
Afgelopen jaar heeft de Vlinderstichting onderzocht welke invloed de gescheperde schaapskudde heeft op de zeldzame bruine eikenpage, waarvan het NHD de grootste populatie van ons land herbergt. Op zes locaties zijn gepaarde proefvlakken (begraasd en niet begraasd) vergeleken op kenmerken van de waardplant (kleine eitjes) en de omgeving (nectaraanbod) voor de bruine eikenpage, en zijn eitjes en vlinders geteld.
Het bleek dat de mate van schapenvraat goed af te lezen was aan het aantal blaadjes aan de topscheut van kleine eikjes en de lengte van die topscheut. In het intensief begraasde weekendraster was lokaal sprake van massale sterfte van eikjes (76%). Tussen juli en november was er echter nauwelijks meer sprake van vraat aan de eitjes. Het nectaraanbod vertoonde eveneens een afname met toenemende vraatintensiteit. Vooral de voor de bruine eikenpage belangrijke braam vertoonde duidelijke vraat. In het weekendraster was geen nectaraanbod van betekenis. De waargenomen vlinders waren niet beperkt tot onbegraasde delen. Ook bij lichte vraat werden vlinders en eitjes gevonden. De locatie met de meeste ei-afzet bleek in eerdere jaren wel zwaar begraasd, maar vertoonde na uitrasteren in voorjaar en zomer een goed herstel (ook in de groei van de eikjes).
Bruine eikenpages en schapenbegrazing lijken goed met elkaar te combineren, wanneer langdurige intensieve vraat voorkomen wordt. Voor de toekomst wordt daarom aanbevolen om sterker te sturen in ruimte en tijd. Bij het begrazen van kwetsbare plekken is het beter om deze pas na 1 augustus te bezoeken. Studente Meike Odijk zal het onderzoek in 2015 voortzetten.
Rapport: Wallis de Vries 2015. Effecten van Schapenbegrazing op de Bruine eikenpage in Noordhollands Duinreservaat (Vlinderstichting)