Slufter
Frans Beekman
(Overgenomen uit Duin nr 3, 2011 van de stichting Duinbehoud)
Op Texel ligt het natuurmonument De Slufter waar een getijdengeul vanuit de Noordzee door een breed gat in de buitenduinen naar binnen stroomt en zich vertakt in de kwelder van een grote duinvallei. Dit merkwaardige landschap trekt jaarlijks duizenden bezoekers. In het verleden kwam ook op andere plekken langs de Nederlandse kust iets dergelijks voor. Waar mogelijk probeert men er met een slufter opnieuw een sterkere kustdynamiek terug te krijgen.
Er bestaan vele prentbriefkaarten van De Slufter op Texel, maar een foto waar je de geul echt vanuit zee door de zeereep ziet lopen is zeldzaam.De hierbij afgedrukte kaart van I. Bakker heeft een poststempel uit 1946. Vanaf Eijerland kijken we in zuidelijke richting. De geul nam toen vanuit zee een buitenbocht die het tegenoverliggende duin licht afkalfde, terwijl op de voorgrond juist een vlak strand met aanspoelselen schelpen lag.
Ecologisch wordt een duinvallei die door een geul met de zee verbinding heeft als waardevol gezien. Er is een grote contactzone tussen land en water, er groeien bijzondere vloedmerkplanten en er komen vele broed- en trekvogels voor. Ook vangt de langere kustlijn de zee soepeler op dan bij een smal strand. De toekomst van een slufter is afhankelijk van de vloedkom in de duinvallei. Bij verzanding of opslibbing van de kwelder, en ook door zandsuppletie op het strand, kan de slufter verstopt raken en niet meer dagelijks stromen.
Het woord ’slufter’ is, net als sluif of sleuf, afgeleid van sluipen; het komt in onze kuststreken voor in de betekenis van een doorbraakgeul. Slufter is de dialectische vorm in Noord-Holland en wordt daar ook wel sluuf of slofter genoemd. Ook elders aan de kust kwamen vroeger dergelijke geulen en kleine inhammen in de buitenduinen voor. Er lag toen immers nog geen rechte zwaarbeplante zeereep achter het strand. Op Schouwen en Goeree kende men het woord sloe en op Vlieland heette het een spui. Aan de Hollandse kust noemde men de smalle doorgang in de zeereep een glop en ook wel schuitengat. Die laatste naam geeft aan dat de visserspinken er konden schuilen. Ook werd in deze kleine baaienwel gevist op zandspiering. In Vlaanderen heette de geul vanuit zee een (h)ijde, zoals bijvoorbeeld bij Koksijde.
Wat deze prentbriefkaart ook bijzonder maakt, is de vertaling in het Esperanto op de achterkant: Insulo Tekselo. Protektajo ”De Slufter”. De broers Gijs en Johan Duinker waren eigenaar en redacteur van de Texelsche Courant. De kaarten werden in hun boekhandel (Esperanto parolato !) verkocht. De broers waren de drijvende kracht achter deze idealistische beweging op Texel en ook van het Esperanto monument in Den Burg uit 1935. In de Tweede Wereldoorlog werd dit gedemonteerd en verstopt. De Duinkers zelf kwamen om het leven in de Russenoorlog van april 1945.
Ik ken geen andere prentbriefkaarten van de Nederlandse kust met vertalingen in het Esperanto !