Vogels in een veranderend duin (recensie)
Gijsbert van der Bent
(red.) Ontleend aan De Duinstag 2, 2011, licht door de auteur bewerkt
Kijk op www.strandloper.nl voor meer informatie.
Reisen, Joost van; Vogels in een veranderend duin: Broedvogelmonitoring in Berkheide van 1984 tot 2010 ISBN 978-90-75502-08-4 Prijs € 24,95
Ik dacht dat ´de gouden eeuw van het vogelboek´ al lang achter ons lag. In het begin van het decennium echter zijn er maar liefst twee grote, dikke, hardgekafte, glossy en rijk geïllustreerde boeken verschenen over vogels uit onze directe omgeving. ´Vogels in een veranderend duin´ van Joost van Reisen, over de broedvogelmonitoring in Berkheide van 1984 tot 2010´, werd in juni 2011 officieel gepresenteerd op het pompstation van Dunea bij Scheveningen. ´Tussen tulpen en de zee´ van Jelle van Dijk, Peter Spierenburg en Hans van Stijn, over alle vogels die ooit in de ´duin- en bollenstreek´ (Noordwijk en wijde omgeving) zijn waargenomen, werd op in november 2011 gepresenteerd in het Jan Verwey Natuurcentrum te Noordwijk. Beide boeken zijn een absolute must voor met name ook de vogelaars van Katwijk.
´It´s a dirty job, but someone´s got to do it´. Al vanaf 1975 wordt Berkheide jaarlijks geïnventariseerd op broedvogels. In de beginjaren alleen een gedeelte, maar gaandeweg werd dat bijna het hele gebied tussen Katwijk, de Wassenaarse Slag en de N 441. Over de periode 1976-1985 verscheen eerder een boekje (Gerrit van Ommering & Theo Verstrael 1987. Vogels van Berkheide). Vanaf 1986 verschijnen er trouw jaarverslagen. Joost van Reisen heeft de Herculesarbeid op zich genomen al de gegevens uit deze verslagen te verzamelen en de ontwikkelingen in de broedvogelaantallen door de afgelopen 25 jaar heen te beschrijven en te analyseren. Het gaat Joost om het blootleggen van trends in de aantallen broedvogels in een bijzonder waardevol duinlandschap, dat aan grote veranderingen onderhevig is (geweest). ´Vogels in een veranderd duin´ is dan ook een passende en mooie titel voor het boek. Lentevreugd doet nog even niet mee.
Het boek begint met een korte schets van het 850 hectare grote Berkheide, waarin de vier factoren aan de orde komen die de afgelopen 50 jaar van groot belang zijn geweest voor de broedvogelbevolking: waterwinning, vergrassing/verstruiking, recreatie en konijnen/vossen. Hier ook aandacht voor de Werkgroep Berkheide, de leverancier van de basisgegevens. Drie van de vier oprichters (in 1975) zijn nauw betrokken bij het boek: auteur Joost, maar ook Gerrit van Ommering (landschapsfoto’s´s) en Albert Salman (uitgever, financiën).
Uiteraard wordt de onderzoeksmethode (BMP SOVON) uit de doeken gedaan, waarbij altijd onderscheid is/wordt gemaakt tussen territoriumhoudende soorten en de eenden. Voor de liefhebbers wordt uitgelegd hoe het trendgetal wordt bepaald. Kun je gewoon overslaan, maar bedenk wel dat het trendgetal een bijzonder grote rol speelt in het boek. De basis voor het boek zijn de tabellen met de aantallen van de jaren 1984-2009. Deze tabellen worden ook in het boek weergegeven, waardoor al die oude jaarverslagen gevoeglijk bij het oud papier kunnen. Dat ruimt op! Gemiddeld werden in die periode jaarlijks 3.800 territoria vastgesteld en 229 eendenparen. In totaal ging het om 112 broedvogelsoorten (gemiddeld jaarlijks 82). Aan het feit dat het aandeel van de ´top tien´ van algemeenste soorten aan het totale aantal territoria steeds groter wordt, is al te zien dat de broedvogelbevolking ´eentoniger´ aan het worden is.
Na de resultaten bij de gehele broedvogelbevolking en de resultaten bij de soortgroepen (met fraaie landschapsfoto’s!) volgen die van de individuele soorten. Voor elke soort wordt een schat aan informatie gepresenteerd: status, biotoop, ontwikkeling en trends, voor de meeste soorten een tabel met de indexen voor Berkheide, de vastelandsduinen en Nederland als geheel en ook nog een duidelijke stippenkaart (van 2007). Deze grote informatiedichtheid gaat gelukkig gepaard met een frisse, overzichtelijke en leesbare presentatie, met complimenten aan René van Rossum voor de opmaak. Elke soortbeschrijving is voorzien van een foto. Hoewel ik in een boek uitsluitend over broedvogels liever wat minder ´portretten´ en wat meer ´nestfoto´s´ en biotopen had gezien, hebben de foto´s een groot aandeel in de aantrekkelijkheid van het boek.
Uit de samenvatting en conclusies blijkt dat bosvogels toenemen en het in Berkheide beter doen dan de landelijke trend. Watervogels en vogels van het mozaïeklandschap daarentegen gaan in Berkheide sterker achteruit dan landelijk. In Berkheide zijn gedurende de onderzoeksperiode 31 soorten vastgesteld die op de Rode Lijst staan. Het belang dat Berkheide momenteel heeft voor die soorten had wat mij betreft veel meer genuanceerd kunnen worden. Kuifleeuwerik, Paapje, Tapuit, Boomvalk, Patrijs, Slobeend, Visdief, Wintertaling, Zomertaling, Zomertortel en Veldleeuwerik zijn geen broedvogel meer. Watersnip, Nachtzwaluw, Porseleinhoen, Grutto en Tureluur staan alleen op de lijst door artefacten van de inventarisatiemethode, want broed(d)en hier echt niet. Boerenzwaluw, Huiszwaluw, Huismus, Ringmus en Spotvogel spelen geen enkele of een toevallige rol in een duingebied als Berkheide. Zodat wat mij betreft alleen Roerdomp (die de laatste jaren echt voet aan de grond heeft gekregen), Groene Specht, Koekoek, Nachtegaal, Wielewaal (af en toe), Graspieper, Grauwe Vliegenvanger en Kneu en misschien nog Ransuil overblijven. Onder de nieuwe soorten in de onderzoeksperiode en de sterke stijgers zijn verder geen Rode Lijst-soorten, zodat we voor dit aspect zonder meer kunnen spreken van een verarming van de broedvogelbevolking.
In deel II wordt dieper ingegaan op een aantal onderwerpen, zoals de relatie vegetatie en broedvogelbevolking, de waterkwaliteit, regeneratie en het aantal moerasvogels, ecologie bij de Tapuit, trends in aankomst zomergasten, geologie, verstuivingen, begrazing en evaluatie van het terreinbeheer. Interessante en niet altijd vrolijk stemmende kost.
´Vogels in een veranderd duin´ is zonder meer een prachtig boek, dat bovendien een bijzonder nuttige samenvatting en analyse geeft van de periode 1984-2010 en vergelijkt met de onderzoeksperiode daarvoor. Omdat Berkheide het grootste deel van het waarnemingengebied van Katwijk omvat en het belangrijkste broedvogelgebied, is het ook een Katwijkse avifauna. ´Vogels in een veranderend duin´ is ook bijzonder actueel, want het behandelt een onderzoeksperiode tot en met 2009.
Uit het boek van Joost zouden we kunnen concluderen dat Berkheide afstevent op het schrikbeeld van een smalle zeereep en open duin vrijwel zonder broedvogels, dat direct aan een Panbos-achtig gebied grenst waar alleen algemene soorten broeden. Zorgvuldig en doordacht beheer moet ongewenste processen als verbossing en verstruiking tegengaan. Momenteel zijn weer natte duinvalleien en stuivend zand zichtbaar, belangrijke doelen van het huidige beheer. Maar op die plaatsen tref je geen of nauwelijks broedvogels aan, zeker niet als recreanten daar vrij toegang hebben. En bij veel soorten zijn de processen achter de achteruitgang zo complex (Tapuit, Zomertortel, Veldleeuwerik) dat beheer in Berkheide alleen waarschijnlijk geen soelaas zal bieden. De toekomst zal het leren. Hoe het de laatste 35 jaar allemaal zo gekomen is lezen we in dit prachtige boek.
´Vogels in een veranderend duin´ is een uitgave van Vereniging Kust & Zee, in samenwerking met Stichting Berkheide-Coepelduynen. Deze uitgave kon tot stand komen dankzij financiële bijdragen van het Prins Bernard Cultuurfonds Zuid-Holland, Staatsbosbeheer en Dunea. Het boek is te koop via de Vereniging Kust & Zee, in het bezoekerscentrum van Dunea en bij diverse boekhandels in de regio (kijk voor verkoopadressen op www.kustenzee.nl). Bij aankoop van het boek ontvangt men een gratis jaarlidmaatschap van Vereniging Kust & Zee.