Waar is het zand gebleven? 5 sterren voor vijf gaten in Oostvoorne

Hoogtekaart van de duinen en binnenduinrand van Oostvoorne met enkele grotere, deels onverklaarde afvlakkingen.
(Door: Rolf Roos & Nico van der Wel met diverse inbreng van Frans Beekman, Anton van Haperen, Bob Benschop en Bert van der Valk); versie 31 maart 2022; nb. ook Michiel Purmer van Natuurmonumenten komt nog met documentatie uit 1940.)
Veel agrarische duinlandjes (17e- 20e eeuw) werden afgevlakt en regelmatig werd zand afgevoerd ook voor ophoging van wegen en soms ook van natte landerijen (bv. Helhoek: het grote vlak ten zuidoosten van het Berkenrijs werd begin 20e eeuw opgehoogd met zand van de Heveringen). Enkele grotere afzandingen staan op bovenstaande kaart, die ook fraai laat zien hoe ver het duinzand ooit landinwaarts liep. De ster bij Ketjil is volgens de huidige eigenaar een commerciële afgraving geweest van vlak voor de start van de camping (ca 1970?). Hoeveel zand ging hier weg en waarheen? De andere sterren zijn veel oudere gevallen. Bovenstaande kaart is een ruwe aanduiding van plekken waar Op basis van de hogere gronden aan weerszijden) veel zand moet zijn weggehaald. Er is op veel plaatsen sprake van onnatuurlijke laagtes in hogere terreinen. Wie weet meer van de afzanding van het Berkenrijs, de Geest, maar ook van het merkwaardig vlakke Mildenburg? Hieronder enkele bevindingen en gedachten.
Algemeen
Middelburg
Bob Benschop van Streekarchief Voorne-Putten dook in de archieven van Mildenburg, maar slechts een hypothese resteert: “Ergens verwacht ik dat de afgraving plaats heeft gevonden bij de aanleg van het park omstreeks 1785, maar zeker weten doe je het natuurlijk nooit.” Hij bekeek de Akten van openbare verkoop van houtgewas en bomen vanuit de buitenplaats Mildenburg, respectievelijk het huis te Oostvoorne (en vanuit de vogelkooi); met bijbehorende stukken, van 1744 tot 1810. ” Ik heb de akten allemaal doorgenomen, maar feitelijk is het jaar na jaar op precies dezelfde wijze opgestelde verkoop van opgeschoten wilgen en prachtige essen, goed te gebruiken voor o.a. tuinstaken.” Maar geen enkele akte over afgravingen, zelfs niet een enkele opmerking.
Naar aanleiding van een idee van de eerste auteur dat Mildenburg wellicht is aangelegd op een voormalige strandvlakte, schreef Bert van der Valk: “Ik ben er helemaal niet van overtuigd dat het een strandvlakte betreft. Ik vermoed op grond van wat we nu weten uit de boringen op Mildenburg gezet (nu 7 stuks in een raai vanaf het einde van de kwekerijmuur tot aan de oude zeereep) dat het hele vlakke, laaggelegen stuk van Mildenburg flink afgezand is. De lithologische sequentie is dan: afgezand Oud Duinzand op zandige en schelprijke verslagafzettingen op rietveen op klei (‘oude blauwe’). Ik kan dat overtuigender aantonen als ik een profiel heb. (…) Ik raad je aan het woord strandvlakte maar even in de ijskast te zetten.”
Van Haperen: “Of Mildenburg bij de aanleg is ontzand vraag ik me af. Veel waarschijnlijker lijkt mij dat het is geëgaliseerd, waarbij lage gedeelten kunnen zijn opgevuld met zand uit de hogere delen. Ik lees dat Bert van der Valk het heeft over Oud Duinzand. Ik ben wel benieuwd naar de onderbouwing en de profielen en hoe oud dat duinzand dan is. Overigens kan een strandvlakte ook uit Oud Duinzand zijn opgebouwd.”
(RR: dit komt spoedig in loop 2022)
1725: ‘wederrechtelijk afgraven’
Een fragment over afzandingen uit 1725: dan richt Gerard Bicker van Swieten (de nieuwe eigenaar van de Oostvoornse duinen) een verzoekschrift aan de Staten van Holland om maatregelen te nemen tegen het wederrechtelijk afgraven en verhuren van de door hem gekochte duinen met het Berkenrijs. Maar waar precies? Leidde dit tot maatregelen en wat was het resultaat?
18e eeuw: aanvoer van duinzand voor een straatweg mislukt
In het Streekarchief is vrijwel niets te vinden over afgraven van en handel in duinzand. Pas van de 20e eeuw, als afgraven vergunningplichtig wordt, ontstaat een beeld uit gearchiveerde stukken. Dit terwijl over de verkoop van hout een overvloed aan stukken uit meerdere eeuwen bestaat. Zandschuiten in de haven van Brielle lijken vooral van het vasteland te komen, en er is geen spoor van aanvoer vanuit Oostvoorne. De archieven van de Generale Dijckage zijn op dit punt nog niet ontsloten, die van het Hoogheemraadschap van Voorne suggereren dat er een gangbare praktijk van ‘zand halen’ bestond onder bewoners van Rockanje en Oostvoorne. Naar het idee van Dick van der Laan waren dit slechts kleinschalige activiteiten ten behoeve van de teelt van ( de destijds beroemde Voornse) bospeen.
De voorlopige slotsom luidt dat duinzand door de eeuwen heen kleinschalig en alleen lokaal werd afgegraven en gebruikt. Een interessante bevestiging van dit beeld komt van Jan Kluit (1777). Hij meldt dat plannen voor een straatweg van Brielle naar Hellevoetsluis telkens schipbreuk lijden. Op een gegeven moment begint men er weer mee, en een burger uit Nieuwenhoorn neemt de klus aan om zand uit de Kwakse duinen aan te voeren voor het werk aan de weg. ‘Dog al rasch wordt dit werk gestaakt. Er kwamen van daer, schoon maer een uur rijdens zijnde, zeer langzaam half gelade vragten aan het werk (..).’ Het werk werd gestaakt en pas in 1804 weer opgepakt. In 1806 was de straatweg klaar (zie https://www.voornewiki.nl/archives/303).
De beperking zat hem blijkbaar heel lang in de onmogelijkheid van grootschalig zandtransport. Een kruiwagen ging nog wel, maar met een grote, zwaar beladen kar met zand over onverharde wegen rijden – dat ging gewoonweg niet.
De NV Voorne’s Duin en het waterschap
Als begin 20e eeuw de NV Voorne’s duin exploitatiemogelijkheden zoekt, komt het Hoogheemraadschap in het geweer, en beperkt o.m. de verkoop van zand. Vanaf dat moment is afgraven van zand vergunningplichtig (sindsdien is er een flinke correspondentie over dit onderwerp). Van der Graaf (1990) meldt dat de NV éénmaal een flinke slag slaat: in 1906 verkoopt men ruim 23.000 kuub voor ƒ 2800 voor de aanleg van de weg Oostvoorne-Rotterdam. Waar het zand werd afgegraven vertelt hij niet. Wel zegt hij: “Van oudsher was bet waarschijnlijk gewoonte, zand uit de duinen te halen voor allerlei doeleinden. Meestal werden daarvoor bepaalde plaatsen aangewezen door de eigenaars, in overleg met een goedkeuring van de Generale Dijckage, later het Hoogheemraadschap. Ongetwijfeld zullen afnemers van zand hebben moeten betalen aan de duineigenaars.”
Eerste en Tweede zanderij
Twee veldnamen in de duinen van Rockanje nabij het Brede water zijn Eerste en Tweede zanderij. Ze dateren uit de jaren ’60 en waren lokale afgravingen om de zeereep elders te versterken. De Tweede (nabij de Grote Hoogte) was erg diep en is in het landschap met moerasbos opgegaan, de Eerste is nu nog te bezoeken: het is een bloemrijke, jaarlijks in de nazomer gemaaide duinvallei. Over de Eerste zanderij is veel documentatie en loopt ook onderzoek waaraan in Duinen en mensen Voorne een verhaal zal worden gewijd. Hier alvast een dubbel beeld (klik op de foto en gebruik de schuifbalk in het midden die naar links en rechts kan).
Ketjil: jaren ’70
De eigenaar vertelde ons (Bert en Rolf) dat zijn vader Ketjil in bezit had verkregen (1 ha). Er is toen " duingebied" verkocht door de firma ( red. het Administratiefonds?) die het golfterrein had ingericht, maar er toch niets in die richting mee deed. Toen zijn stukjes grond van 1 ha per stuk aan particulieren verkocht. Daarna heeft hij van twee anderen hun gekocht en afgegraven, dus 3 ha in totaal. Dat was in de zeventiger jaren van de vorig eeuw. Volgens Dick van der Laan, die in 1958 hier kwam wonen, moet het eerder zijn geweest. De zoon vond dat zijn vader het iets te laag had gemaakt, want er is waterbezwaar in de winter.
Weet u meer en kent u een historische bron? Laat het ons weten.