Duinbeeld. Andreas Schelfhout: De stranding van een schip bij Scheveningen (1837)
Boudewijn Bakker & Rolf Roos
Andreas Schelfhout (1787-1870), De stranding van een vissersschip bij Scheveningen, 1837, olieverf op paneel, 60 x 76,5 cm. Amsterdam, Amsterdam Museum, inv.nr. SA 1797
Kunsthistorie
Andreas Schelfhout is naast Barend Koekkoek de belangrijkste Nederlandse landschapschilder uit de eerste helft van de 19de eeuw, en een echte vertegenwoordiger van de Romantiek in Nederland. Hij was de leermeester van onder meer Johan Jongkind, Jan Hendrik Weissenbruch en Wijnand Nuyen. Hij woonde zijn hele leven in Den Haag. Aanvankelijk was hij huisschilder; later leerde hij bij een schilder van toneeldecors het landschapschilderen. Hij tekende studies naar Jacob van Ruisdael en andere zeventiende-eeuwse meesters en daardoor geïnspireerd begon hij al vroeg op eigen initiatief – nog voor de Fransen in Barbizon – te schilderen in de open lucht. Vanaf 1815 had hij een eigen atelier. Al spoedig daarna begon hij landelijke roem, erelidmaatschappen en koninklijke opdrachten te verwerven met zijn nachttaferelen, ijsgezichten en stormen op zee. Deze componeerde hij in het atelier met behulp van in de natuur getekende schetsen.
Een mooi voorbeeld daarvan is deze Storm bij Scheveningen, met vooraan de vuurbaak en daarachter het dorp. De bemanning van het gestrande schip wordt van boord gehaald onder de ogen van een talrijk publiek. De in dit schilderij voorgestelde gebeurtenis heeft Schelfhout vermoedelijk zelf ter plaatse in zich opgenomen (in een brief uit 1825 beschrijft hij zijn bezoek aan Scheveningen om een zeestorm zelf te ondergaan als een ‘verschrikkelijke’ ervaring). De dramatiek van het natuurgeweld heeft Schelfhout hier overtuigend vertaald in schilderkunst, als een mooi voorbeeld van doorleefde romantiek. Volgens een eigentijdse mededeling stelt het schilderij de schipbreuk van de Sophie voor.
Het schilderij Gezicht op de vuurbaak bij Scheveningen uit 1849 (zie hieronder) is blijkbaar een veel latere en vrije bewerking van de oorspronkelijke – topografisch verantwoorde – compositie. Daarbij heeft de hevige storm plaats gemaakt voor een zomerse dag, het dorp is verdwenen, op het duin in de zeereep is een huisje verschenen en de vuurbaak zelf heeft een speels spitsje heeft gekregen.

A. Schelfhout, Gezicht op de vuurbaak bij Scheveningen, 1849. Rijksmuseum Twente
Locatie
We kijken vanuit een hoog duin ten zuiden van het dorp naar het noorden. Het motief dat de meeste aandacht trekt is de vuurbaak. Deze dateerde uit de late middeleeuwen. In 1807 was hij verhoogd tot 23 meter en voorzien van een glazen lantaren met een krachtige olielamp, in de plaats van het in de open lucht gestookte kolenvuur. In 1850 – een jaar na het schilderij uit 1849 – is de baak verhoogd tot 27 meter en voorzien van sterkere lampen. Achter de vuurbaak zien we van links naar rechts enkele scheepsmasten in de havenkom, het Heerenlogement bij de haveningang en het eigenlijke dorp met de Oude Kerk.
Tijd en seizoen
Laat maar fel zonlicht schijnt uit het westen en zet flarden van het land en van het wolkenpakket in lichter laaie. Er staat een krachtige stormwind, eveneens uit het westen. De kleur van het gras en de bladeren die nog aan de struiken zitten doen denken aan een septemberdag, maar het najaar is nog niet begonnen. [Nb bestaat er krantenbericht uit 1837 over de storm en de stranding?]
Natuur en landschap
Woeste golven slaan over het strand heen en tegen de lage duinhelling. Gezien de zeer hoge waterstand aan de kustlijn is het vloed, wellicht springvloed? Het is een najaarsstorm die aan de duinvoet vreet; we zijn getuige van een afslagkust in actie. Het afgeslagen zand zal later deels weer via strand en verstuiving het duin in waaien en zo opnieuw laten groeien: smaller door de afslag maar hoger door de dynamiek van wind en het invangen van zand in de vegetatie.
Literatuur
Willem Laanstra, Andreas Schelfhout 1787-1870, Amsterdam (Rokin Art Press) 1998, pp. 19 (‘verschrikkelijk’), 202 en 210
Cyp Quarles van Ufford, Andreas Schelfhout (1787-1870) landschapschilder in Den Haag -naar eigentijdse bronnen, Leiden (Primavera Pers) 2009, p. 147 (‘Naufrage de la Sophie, sur la côte de Scheveningen’)