Duinbeeld. Karel la Fargue: Scheveningen (ca 1770-1780)
Boudewijn Bakker en Rolf Roos

Karel la Fargue
Achter de duinen bij Scheveningen, ca 1770-1780
Penseel in kleur, links onder gesigneerd ‘Karel la Fargue ad viv del’ [d.w.z.’ naar het leven vervaardigd’]
19 x 25,5 cm
Haags Gemeentearchief, inv.nr.: kl. A 3356
Kunsthistorie
De Hagenaar Karel la Fargue was één van de drie broers en een zuster La Fargue, die samen een firma hadden als behangselschilders en vervaardigers van topografische gezichten, voornamelijk in Den Haag en omgeving. Hij is veel minder bekend dan zijn broer Paulus Constantijn la Fargue, en deze tekening is zonder twijfel een van de meest geslaagde werkstukken die we van hem kennen.
Tijd en seizoen
De atmosfeer is nevelig, een wolkenveld trekt landinwaarts, belicht door een late zon. De koeien worden gemolken, links is nog net een hooischelf zichtbaar en op de voorgrond zijn twee vrouwen aan het zaaien. Vermoedelijk is het daarom een late namiddag in de herfst.
Locatie
De oorspronkelijke bebouwing van Scheveningen lag vooral aan de zuidwestkant van de centrale Keizerstraat. Aan de duinkant ten noordoosten en van het oude dorp ontstond daarnaast in de 17de en 18de eeuw een buurtschap met verspreide woonhuizen, grotere en kleinere boerderijen en andere bedrijven. Dat nieuwere deel is het onderwerp van deze tekening, die La Fargue volgens het opschrift ‘ naar het leven’, dat wil zeggen naar de werkelijke situatie, heeft vervaardigd.
We staan hier op de rand van het duin en kijken over een in cultuur gebrachte vlakte tussen de duinen in de richting van Den Haag, dat verschijnt achter een volgende lage duinenrij. Links ligt een lage, vlakke en uitgestrekte weide met koeien en [misschien] een paard. Een laag hek scheidt de weide van vier of vijf wat hoger gelegen terrasvormige kleine akkertjes, een wat groter huis aan de rand van het weiland en een groepje kleine bakstenen woningen rechts, tegen de duinrand. Vlak bij ons, achter een schutting, staat een schuurtje met een schoorsteen, vermoedelijk een bokkingrokerij (mondelinge mededeling van Kees Stal). Overal zijn mensen aan het werk of op weg. Achter de twee zaaiende vrouwen staat een tweewielig wagenonderstel met dissel, waarvan de functie vooralsnog niet duidelijk is. De grotere huizen rechts op de achtergrond staan waarschijnlijk aan de Werfstraat, die de kaart van Delfland van 1712 door Cruquius (zie afbeelding hieronder) aangeeft als evenwijdig aan de Keizerstraat. Dat zou betekenen dat de tekenaar stond op een laag duin ergens ‘boven’ de letters SCH op de kaart. Onder die naam staat ‘De Nieuwe Wey’, en dat zou dan de grote wei zijn die we op de tekening links zien. Opvallend aan dit alles is het verschil in schaal tussen de schamele bedoeningkjes tegen de duinrand en de uitgestrekte en kennelijk goed onderhouden en wellicht meer vruchtbare weide daarachter.
Natuur en landschap
Ook bij ‘zeedorp’ Scheveningen was ten NO een laagte. Voor de verklaring daarvan zie [nog niet gepubliceerd artikel over structuur zeedorpen rond 1700]. In dit beeld vallen de hoger gelegen akkertjes op, een situatie die na verdroging van het duin na 1900 niet meer voorstelbaar was, want met moest toen uitdiepen om bij grondwater te komen.
Er zijn weinig tot geen bomen en struiken rond het zeedorp afgebeeld. Dit was de gebruikelijke situatie vanaf de middeleeuwen.
Het schilderij geeft geen bijzondere natuurdetails, of mogen we rechtsboven het groepje meeuwen een eenzame buizerd of arend zien circelen?
[mappress mapid=”141″]