De paddenstoelen van de zeereep en de toenemende dynamiek
Martijn Oud
(Red.: verscheen ook in Tussen Dijk en Duin, 2015, jaargang 14, nr 3: 12-15. Mail voor abonnement: info@landschapnoordholland.nl)
De laatste jaren vinden er in toenemende mate veranderingen plaats in de kustduinen van Nederland. De statische vastgelegde zeeduinen, met een jaarlijks toenemende stikstofdepositie, veranderen. Oorzaak is de wereldwijde invloed van de opwarming van het klimaat met de zeespiegelstijging als gevolg. Hierdoor bleek zandsuppletie noodzakelijk. Na de noodzakelijke zandsuppleties werd een toename van de dynamiek geconstateerd in de vorm van meer stuivend voedselarm schoon zand. Een deel van het zand komt in de duinen terecht.Veel planten en dieren zullen profiteren van de veranderende situatie, andere weer niet. Hoe het zal uitpakken voor de paddenstoelen van de zeereep is nog maar de vraag.

Zeeduinchampignon
De duinen van Schoorl in 1880
Zo zag F.W.van Eeden in 1880 de duinen bij Schoorl: “Troosteloos ronddwarrelend door wervelwinden voortgezweept, gelijk de zondaars in Dantes hel, zweeft hier de zandgeest zonder rust te vinden en vermoordt en verstikt de vriendelijke duinplantjes en overstelpt het geboomte en belet allen plantengroei. Hier woont de revolutie “Der geist der stets verneint” en ontziet in zijn dollen onzin niets, tot eenmaal een held onder de menschen zal opstaan en zeggen: Ik zal gezag en orde brengen in die wanorde; ik zal die zandzee herscheppen tot een aards paradijs! “(Uit Onkruid, pg. 175)
Frederik van Eeden zou blij zijn geweest dat “Der geist der stets verneint”werd geketend, iets waar we heden ten dage anders over zijn gaan denken en moeten denken. Het toelaten van dynamiek, is een loffelijk streven maar het moet wel in de hand te houden zijn. Als het proces van verstuiven een te grote omvang aanneemt kan het een eigen leven gaan leiden en moeilijk te stuiten.
Meer dood organisch materiaal
Een deel van het schone suppletiezand komt door de overheersende westenwind achter de zeeduinen terecht. Het zand komt op de duinvegetatie terecht en een toename van dood organisch materiaal is het gevolg.
Helm speelt hierbij een belangrijke rol. Helm is een grassoort die is aangepast aan stuivend zand. De Helm komt wel is waar onder het zand terecht, maar groeit daar telkens weer boven uit. Een deel van de onderste wortelmassa’s sterven wel af. Andersom gebeurd het ook, als het zand waar de Helm of andere zeeduinplanten op staan wordt weggeblazen en deze op het zand komen te liggen. De toename van dood organisch materiaal is belangrijk voor veel saprotrofe paddenstoelen. Ook de kwaliteit van het bedekkende zand is van invloed, het is kalk- en mineraalrijk en bevat nauwelijks stikstof.
Belangrijk voor de paddenstoelen van de zeereep
Zeeduinen met genoeg aanwezige dynamiek en veel dood organisch materiaal kunnen zeer paddenstoelrijk zijn. Een voorbeeld van zo’n gebied zijn de zeeduinen ten zuiden van het Kennemerstrand. Hier komen bijna alle soorten voor die kenmerkend zijn voor de zeeduinen zoals Duinfranjehoed, Duinstinkzwam, Zandtulpje, Duinveldridderzwam, Zeeduinchampignon en de Helmharpoenzwam. Het gebied bleek de afgelopen jaren nog een aantal verrassingen in petto te hebben, want er werden nieuwe Nederlandse soorten ontdekt.
De duinvallei achter de zeeduinen kenmerkt zich door lage Duindoorns en de aanwezigheid van veel dood organisch materiaal. Veel paddenstoelen waren te vinden op door zand bedekt dood rottend organisch materiaal of werden in de buurt daarvan gevonden. Dat er zoveel met zand bedekt dood organisch materiaal te vinden is zal het gevolg zijn van de dynamiek die het gebied sinds de verlenging van de Zuidpier in de jaren zestig van de vorige eeuw kenmerkt. Deze dynamiek is in de loop van de jaren wel afgenomen maar nog steeds aanwezig. Andere veranderingen zoals de opwarming, de globalisering en het schoner worden van het milieu zijn niet typisch voor de kustduinen maar hebben ook hun invloed op de soorten van het kustgebied.
Nieuwe soort bekerzwam in de zeeduinen ontdekt
Op 3 november 2013 werd door leden van de Nederlandse Mycologische Vereniging in de zeeduinen van Schoorl een onbekende bekerzwam aangetroffen. De determinatie van de bekerzwam veroorzaakte in eerste instantie nogal wat hoofdbrekens. Dankzij de sleutel in het Funghi di ambienti dunali van Giovanni, Mauro,Luca en Paolo kon de bekerzwam worden gedetermineerd als de Violette duinbekerzwam(Peziza boltonii). In het boek wordt de bekerzwam beschouwd als typisch voor de Zuid-Europese zandduinen.
Nog geen week later werden er in de zeeduinen ten zuiden van het Kennemerstrand bij Ijmuiden op twee verschillende plaatsen ettelijke exemplaren aangetroffen. Hier groeiden ze op het vochtige zand tussen lage duindoorntjes in gezelschap van alom bekende soorten van enigszins dynamische zeeduinen zoals Zandtulpjes(Peziza arenaria) en Zeeduinchampignons(Agaricus devoniensis). Omdat de Violette duinbekerzwam inmiddels goed wordt herkend werden herbaria met gedroogde paddenstoelen nagekeken waarna nog twee collecties boven water kwamen. Eén collectie van de zeeduinen van het Zwanenwater(Noord-Holland) uit 2012 en één collectie van de reeds bekende locatie van de zeeduinen bij IJmuiden maar dan van een jaar eerder. Het vermoeden bestaat dat de soort al enige jaren in de zeeduinen voor komt.
De derde waarneming dateert van 26 februari 2014. Toen werd de Violette duinbekerzwam in het Numansdorpse bos vlak achter de dijk van het Haringvliet gevonden. Op Ameland werd doelbewust meer dynamiek gecreëerd door delen van de kustduinen af te graven. Hier werd de Violette duinbekerzwam recent in drie uurhokken in de duinen als nieuwkomer aangetroffen. De Violette duinbekerzwam heeft zich inmiddels ook in andere meer noordelijker landen gevestigd. Onder andere in Ierland in 2000 en in Denemarken in 2006. In België is deze soort het afgelopen decennium op verschillende locaties aangetroffen en heeft zich in die jaren ononderbroken gehandhaafd.
De reden van de noordwaartse vestiging van een van oorsprong zuidelijke soort zal te maken hebben met de opwarming van het klimaat en misschien in combinatie met de effecten van globalisering. De toename van de dynamiek in de zeeduinen speelt hierin een belangrijke rol.
Nieuw soort parasolzwam in de zeeduinen
De Zandparasolzwam(Lepiota brunneolilacea) valt op door de lilabruine schubben en banden afgezet met donkerbruine tot bijna zwarte richels op hoedrand en steel. De Zandparasolzwam werd in 1972 voor het eerst beschreven door de Franse mycologen Bon&Boiffard voor de Zuid-Franse kustduinen.
Op 30 oktober 2002 werd de Zandparasolzwam(Lepiota brunneolilacea) voor het eerst als nieuwe soort voor Nederland gevonden. Lepiota brunneolilacea heeft al een Nederlandse naam omdat de soort meer dan 20 jaar geleden werd aangezien voor een in Zuid-Limburg voorkomende soort parasolzwam. Er is nu meer duidelijkheid over dit taxon en de Zuid-Limburgse vondst wordt toegeschreven aan een andere soort parasolzwam. De echte Zandparasolzwam werd voor het eerst voor Nederland ontdekt door Marcel Groenendaal van de Nederlandse Mycologische Vereniging tijdens een inventarisatie van “De Kerf”. De Kerf is een slufterachtig natuurontwikkelingsproject in de zeeduinen van het Noord-Hollandse Schoorl.
Op 5 november 2014 werd de Zandparasolzwam ook in de Amsterdamse Waterleidingduinen gevonden tijdens een onderzoek in het kader van het zeereepproject van de NMV. De nieuwe locatie betekend de tweede vondst van de Zandparasolzwam in Nederland en daarmee de tweede op rij in de kustduinen. Amper drie dagen later werd de soort opgemerkt tijdens een excursie van PWG”De Noordkop” in de duinen ten zuiden van het Kennemerstrand. De overeenkomst tussen de drie verschillende locaties is treffend.
De Nederlandse naam “Zandparasolzwam” die bepaald is door de Commissie Nederlandse Namen(CNN) lijkt een goed gekozen naam gezien de aard van de locaties van de vondsten. Het lijkt erop dat het recente voorkomen in Nederland meer te maken heeft met de klimaatsverandering en globalisering dan met een toename van de dynamiek.
Nieuwe schijnridderzwam in de zeeduinen: Lepista subconnexa
Tijdens een excursie van PWG”De Noordkop”op 27 oktober 2012 naar de duinen van het Kennemerstrand werd een onbekende paddenstoel gevonden. Drie leden bleken na de excursie onafhankelijk van elkaar exemplaren van de onbekende paddenstoel mee naar huis genomen te hebben om deze te determineren. De determinatie leverde aanvankelijk veel problemen op maar uiteindelijk werd duidelijk dat het ging om een voor Nederland nieuwe soort schijnridderzwam , lepista subconnexa. Volgens de literatuur is deze soort afkomstig uit Noord-Amerika. De nieuwe soort heeft nog geen Nederlandse naam maar er wordt aan gewerkt. Er werden door een oplettende excursiedeelnemer foto’s van de onbekende paddenstoel gemaakt. Het is zeer aannemelijk dat Lepista subconnexa door menselijke activiteiten hier terecht is gekomen waarbij de sporen door vervoer van allerlei goederen in onze kustzone terecht zijn gekomen (globalisering). De aanwezigheid van druk scheepvaartverkeer van en naar de haven van IJmuiden is slechts en enkele kilometers verwijderd van de vondstlocatie. Tot voor kort werd deze schijnridderzwam(Lepista) nog ingedeeld bij de trechterzwammen(Clitocybe). Lepista subconnexa is niet bekend van andere Europese landen maar wordt wijd verbreid gevonden in Noord-Amerika. Het is moeilijk aan te tonen in hoeverre een toename van dynamiek in de zeeduinen invloed heeft gehad op de vestiging van deze nieuwe soort in de zeeduinen.
Nieuwe soort dikhoed in de zeeduinen: Leucopaxillus paradoxus
op 9 november 2013 werd er tijdens een excursie van PWG”De Noordkop” in het duingebied ten zuiden van het Kennemerstrand een voor Nederland nieuwe paddenstoelensoort ontdekt. Het werd al snel duidelijk dat het moest gaan om een vertegenwoordiger van de groep van de dikhoeden(Leucopaxillus). Er werd laat ruchtbaarheid aan de vondst gegeven vanwege problemen met het zoeken naar de juiste wetenschappelijke soortnaam. Volgens de sleutel van “Ludwig” zou de soort Leucopaxillus albissimus moeten heten maar door gelijktijdige revisie en DNA analyse van dit genus werd de naam Leucopaxillus paradoxus als de juiste geacht. Het gebied “La Maranda”ten zuiden van het Kennemerstrand heeft inmiddels een reputatie als vindplaats voor nieuwe soorten. Het zou kunnen dat de in Nederland met uitsterven bedreigde Roomkleurige dikhoed als een variëteit wordt beschouwd van L.paradoxum, maar een definitieve uitspraak daaromtrent laat op zich wachten. L.paradoxum heeft een wijde verspreiding in Europa van noord naar zuid en komt ook in Noord-Amerika voor. De vestiging in Nederland was te verwachten. Een jaar eerder, op 23 november 2012, werd L.paradoxus in de zeeduinen van de Meijendaalse slag gevonden maar er kon toen geen soortnaam worden bepaald. (Bovenste foto). Hoewel L.paradoxus in Nederland inmiddels van twee plaatsen bekend is van de zeeduinen, is deze soort in Europa geen typische duinsoort.
Conclusie
De behandelde nieuwe soorten vertegenwoordigen slechts voorbeelden van een veel grotere groep van meest kleinere paddenstoelen die tot de nieuwe soorten van de kustduinen worden gerekend. Het aantal nieuwe Roesten, Meeldauwen, andere Ascomyceten en Myxomyceten loopt inmiddels in de tientallen. Hieronder bevinden zich ook soorten die nieuw zijn voor de wetenschap. De vermoedelijke oorzaak van de vestiging van al deze nieuwe soorten is divers. Veel nieuwelingen hebben de noordgrens van hun verspreidingsgebied naar het noorden toe bijgesteld onder invloed van de klimaatsverandering. Andere soorten lijken hier “toevallig”terecht gekomen te zijn door menselijk handelen (globalisering). Voor een aantal andere nieuwe soorten lijkt de toename van de dynamiek weer de oorzaak te zijn. Het zal natuurlijk een combinatie zijn van nieuwe en voor veel soorten gunstige factoren. Tezamen spelen ze een rol van betekenis. Hoe de oorspronkelijke inheemse paddenstoelen van de zeeduinen zich zullen houden onder invloed van al die veranderingen zal onderzoek duidelijk moeten maken. Hiervoor heeft de Nederlandse Mycologische Vereniging in samenwerking met het Netwerk Ecologische Monitoring het zeereepproject opgestart. Doe mee met dit belangrijke project.
Voor meer informatie : nem.paddestoelenkartering.nl
Tekst: Martijn Oud, PR-Nederlandse Mycologische Vereniging. Mail: mnaj.oud@chello.nl
Pingback: Duinen en mensen » Met storm in de zeereep paddenstoelen zoeken