Duinbeeld. Claes Jansz Visscher: Hazenjacht (1612)
Boudewijn Bakker en Rolf Roos
Hazenjacht in de duinen
Claes Jansz Visscher (1586/1587-1652)
1612
Ets en gravure
10,3 x 27,2 cm
Amsterdam, Rijksmuseum, inv.nr. RP-P-1879-A-3481
Kunsthistorie
De kunstenaar en uitgever Claes Jansz Visscher was een van de ontdekkers van het duinlandschap als schilderachtig onderwerp. Een van zijn eerste uitgaven is de serie Jachttaferelen uit 1612, waarvan deze prent deel uitmaakt. Hij heeft de prent vervaardigd naar ontwerp van zijn leermeester David Vinckboons. Een van de andere prenten verbeeldt de konijnenjacht.
De hoofdpersonen zijn een zeer rijk geklede heer en dame te paard met hun gevolg. Zij overzien een duinlandschap waar met jachthonden, stokken, kruisbogen en geweren gejaagd wordt op hazen. Een helper toont hun een deel van de buit, anderen maken de geschoten hazen schoon. Op de achtergrond zien we nog een visser met zijn vrouw onderweg met hun vismanden. Hiermee maakte Visscher waarschijnlijk ook een grappige toespeling op zijn achternaam, zoals hij wel vaker deed.
Tijd en seizoen
De jacht op hazen en konijnen vond vooral plaats in het najaar, als de aantallen dieren het hoogste zijn. Het nog volle gebladerte geeft aan dat het hier vermoedelijk september of oktober is.
Locatie
De duinen zijn hier opvallend hoog en kaal. Achter het ruiterpaar verschijnt nog net een stukje zee. Ook de vuurbaak op het hoge duin en het kerktorentje geven aan dat we hier dicht bij een van de Hollandse zeedorpen zijn, zonder nadere topografische aanduiding.
Natuur en landschap
Zelf duingras ontbreekt op deze prent. Was het zo kaal? Dat is goed mogelijk want er was vaak sprake van roofbouw (oosten van gewas en hout) en overmatig opvoeren van de konijnenstand onder een jachtregiem dat de vos uit de kuststreek wist te verjaren) op het toenmalige duin. Details in de natuur buiten de alom aanwezige zoogdieren zijn alleen wat onduidelijk bebladerde bomen en wat lage struikjes, voorzien van dezelfde bladertooi. Bladvorm en vertakking zijn conform het dominante idee van hoe een boom er hoorde uit te zien. In de verte kunnen we een es er in zien, of beter nog een Kaukasische vleugelnoot, maar meer dan speculatie is dit niet. Het duurt enige tijd voor we in de geschiedenis van de schilderkunst herkenbare eiken, iepen of lindes zien. Berken waren al vroeg in beeld.
Konijn is volgens Rentenaar (1978) al ingevoerd aan het eind van de 13e eeuw. Maar wild zijn van origine de al in de duinen voorkomende hazen waren in de 17de eeuw ruimschoots aanwezig, ook in natte valleien. Konijnen werden vooral in konijnenparken ‘warandes’ gehouden.
De jacht was naast de zandwinning en konijnenteelt de meest lucratieve uitbating van het duingebied tussen middeleeuwen en eind 19e eeuw. De knaagdieren leverden bont en vlees. De jacht was vanouds voorbehouden aan de adel, maar ook rijke burgers konden het recht kopen. Verwilderde konijnen leiden niet zelden tot conflicten met de arme vissers en duinboeren, die weliswaar graag een paar stuivers bijverdienden als jachthulp, maar wier schrale oogst voortdurend door de beesten werd bedreigd. Ook waren er conflicten met aanpalende dijkbeheerders die de konijnen niet graag zagen komen, soms tot moordend toe, zoals beschreven bij de Zijperzeedijk. Zie verhaal ontleend aan Duinen en mensen Noordkop en Zwanenwater: Duinmeiers versus boeren, Heren versus Regenten, 1680-1722
Er is in Kennemerland ter inperking van conficten ook sprake geweest van een ‘konijnenheining’ in de Heerlijkheid Castricum en andere wallen en waterpartijen om konijnen uit de landerijen te weren, nu nog zichtbaar bij de Bleek, Egmond. Op de prent zien we links onder hekken en netten met onduidelijke functie.
Literatuur:
Hollstein’s Dutch Etchings, Engravings and Woodcuts ca 1450-1700, deel 38/39, cat.nr. 361
Rentenaar, R., 1977. De Nederlandse duinen in de middeleeuwse bronnen tot omstreeks 1300. KNAG Geografisch Tijdschrift XI, 5: 361-376.
Rentenaar, R., 1978. De vroegste geschiedenis van het konijn in Holland en Zeeland. Holland, 10: 2-16
Ik denk dat hierboven de jacht ten onrechte naar konijnen wordt uitgebreid. In de 17e eeuw waren de duinen vrijwel geheel in beslag genomen door Waranden: duinperken die verpacht werden aan duinmeiers. De konijnen betekenden voor hen een groot kapitaal. Ik denk dat ze zich met hand en tand verzet zouden hebben tegen jachtpartijen op konijnen. Ik denk dus dat het hier daadwerkelijk en alleen om de hazenjacht gaat.