Orchideeën van de Benelux, bespreking van een zwaargewicht
ORCHIDEEËN VAN DE BENELUX
C.A.J. Kreutz
Uitgave: 2019 Kreutz Publishers, Sint Geertruid
ISBN: 978-90-806626-8-1
1295 pagina’s, twee delen van 3,7 kg elk
Prijs: 119,00 € plus 8,50 verzendkosten
Te bestellen via de mail: karel.kreutz@naturalis.nl
In deze recensie citeren we eerst uit het persbericht van de auteur/uitgever, daarna volgen delen van andere recensies om aan het slot slechts enkele opmerkingen hier aan toe te voegen, vooral over de orchideeën van de duinen. Foto’s alle uit besproken boek.
PERSBERICHT
De Orchideeën van de Benelux behandelt de orchideeën van Nederland, België en het Groothertogdom Luxemburg. Een belangrijke reden hiervoor is dat er een duidelijke samenhang bestaat tussen deze drie landen door grensoverschrijdende plantengeografische districten met de daaraan gebonden kenmerkende orchideeënsoorten. Zo zetten bijvoorbeeld de kalkhoudende bodems in Zuid-Limburg zich voort in Wallonië (de zgn. Calestienne), welke zich kenmerken door hun grote rijkdom aan orchideeën. Deze grensoverschrijdende gebieden behoren in feite tot grotere samenhangende natuurterreinen met veel dezelfde soorten.
In dit werk worden alle voorkomende en uitgestorven taxa van de Benelux gepresenteerd. Zij zijn logisch op alfabetische volgorde geclusterd en met al hun bijzonderheden uitgebreid toegelicht. Daarbij komen ook vrij uitvoerig de belangrijkste ondersoorten en variëteiten aan bod. Deze aanpak kenmerkt zich de laatste decennia bij vrijwel alle planten- en diersoorten. De taxa worden gepresenteerd met hun correcte naamgeving, type, basionym, kenmerkende eigenschappen met hun belangrijkste veldkenmerken, bloeitijd, biotoop en ecologie alsmede hun algehele verspreiding. De verspreiding in Nederland, België en Luxemburg wordt per land besproken met historische en actuele informatie. De soortbeschrijvingen worden gecompleteerd met vele fotografische opnamen van planten en biotopen alsmede alle bekende hybriden. Daarnaast per hoofdsoort een aquarel, herbariumvellen van uitgestorven soorten per land alsmede historische en actuele verspreidingskaarten met een rastergrootte van 4 km2 in drie tijdvakken: 1850-1950, 1951-1999 en vanaf 2000. De gegevens daarvan werden vertrekt door verschillende natuurbeherende instanties in de Benelux. (…) In de inleiding wordt vrij diep ingegaan op de systematiek en biologie, ecologie en levenscyclus van de orchideeën in de Benelux. Verder behandelen enkele hoofdstukken herintroductie en neofyten, bescherming en wettelijke bepalingen, achteruitgang en bedreiging, orchideeënrijke landschappen en biotopen alsmede de fytogeografische districten en informatie over de verspreidingskaarten. Daarnaast komen ook taxonomische en nomenclatorische aspecten aan de orde, waarbij ook kort op het soortbegrip wordt ingegaan. Zoals bekend staat het soortbegrip de laatste decennia sterk onder druk, waarbij steeds vaker de rang van ondersoort niet meer gebruikt wordt. Vermoedelijk zal in de nabije toekomst naar een systeem gegaan worden van geslachtsnaam en naam soort (inclusief ondersoort), dus bijvoorbeeld niet meer Dactylorhiza incarnata subsp. coccinea, maar gewoon Dactylorhiza coccinea. Afwijkingen tot een bepaalde hoogte worden dan als variëteit beschreven. Dit systeem is duidelijker en nomenclatorisch veel minder problematisch.

Harlekijn. Foto uit besproken boek. Mooi voorbeeld van wisselende naamgeving, de soort stond vroeger in het geslacht Orchis,nog recent onder Anacamptis, maar in het huidige werk van Kreutz beschreven staat als Herorchis morio.
Uit een recensie van Werner Hahn voor een Duits lezerspubliek geven we enkele kernachtige, vertaalde citaten.
(..) een volumineus en weelderig werk in hardcover, gedrukt op glanzend papier (silk). Het bestaat uit 2 delen in het formaat “Fotoboek en Book XXL light”. (…) Met 7,3 kg en een totaal van bijna 1.300 pagina’s is het een “zwaargewicht”. Maar niet alleen fysiek. De recensent geeft graag toe dat zelden een lokaal orchideeënwerk hem zo heeft gefascineerd. De fascinatie komt met name door het feit dat hier voor het eerst voor veel (vooral kritische) soorten in detail alle mogelijke en onmogelijke varianten in bloeiwijze, bloemvorm en kleur grafisch zeer goed en vooral vergelijkbaar in schaal worden weergegeven.
(…) Het boek leeft het boek vooral van zijn overvloed aan afbeeldingen – en dit is indrukwekkend. (…) Op 34 pagina’s worden typische biotopen van de Benelux gepresenteerd, elk met 2 afbeeldingen per pagina en aanvullende teksten. Deze foto’s zijn meestal technisch perfect en zeer leerzaam. Na een grafische weergave van de fyto-geografische regio’s van de Benelux-landen en een verspreidingskaart met alle gerapporteerde orchideeënvondsten van de gepresenteerde regio’s, volgt de weergave van de individuele orchideeënsoorten. (…) Voor elke soort zijn minimaal 10 pagina’s gereserveerd. Weelderig, overwegend expressief beeldmateriaal illustreert elk relevant lokaal en morfologisch aspect.
(…) Veel van de aquarellen heeft Wolfgang Plecher gemaakt. (…) Vooral de artistieke weergave werkt vaak beter op typische kenmerken of atmosferische aspecten van een orchideeënsoort dan elke foto. Bovendien worden voor elke soort en variëteit verspreidingskaarten over de hele pagina met de perioden 1850-1950, 1951-1999 en 2000-2019 afgedrukt. (…) Zelfs degenen die denken dat ze al alles over de Europese orchideeën in de boekenkast en in het fotoarchief hebben, moeten dit werk niettemin aanschaffen – en genieten van de verbazingwekkende iconografische diversiteit.
Tot zover de loftuitingen van Werner Hahn; dan geven we graag de recensie uit het blad Orchideeën.

Hommelorchis, Ophrys holoserica. Foto uit besproken boek.
Tenslotte enige opmerkingen over duinorchideeën
De auteur staat kort stil bij duinbiotopen die rijk kunnen zijn, zoals vochtige duinvalleien (jong, vaak kalkrijker zand met vele soorten) en droge duingraslanden (met de recent onderscheiden duinhondskruid en bokkenorchis) en duinhellingen (met duinwespenorchis). De soortsbeschrijvingen zijn prachtig en uitputtend, de tekst die aan deze belangrijke biotopen wordt besteed aan de korte kant. Ook het (zeer) grote belang van de duinen tegenover andere landschappen met rijke groeiplaatsen (kalkgraslanden in Zuid-Limburg uitgezonderd) krijgt niet de plek die het zou verdienen. In ons land liggen de grootste en vaak de enigste populaties van kleine keverorchis (Terschelling), harlekijn (Texel), waddenorchis en Friese muggenorchis (m.n. Schiermonnikoog en Vlieland), gevlekte duinorchis (van Ameland tot Terschelling) dennenorchis (Schoorlse bossen), vogelnestorchis (Bergen), honingorchis en groenknolorchis (IJmuiden) en steenrode orchis (Meijendel) en herfstschroeforchis (Grevelingen) allemaal langs de kust en deze lijst is niet compleet, want de door Kreutz fraai beschreven vleeskleurige duinorchis, duinwespenorchis (verspreid langs de hele kust) en de recent onderscheiden duinhondskruid (vooral Wijk aan Zee en beetje bij Noordwijk) zijn hun naam waardig.
De soortbeschrijvingen zijn prachtig gedetailleerd, waarbij Kreutz ruimhartig is in de opname van verspreidingsgegevens van soms aangeplante soorten zoals rood bosvogeltje aan de duinrand bij Voorne. Dook er recent een soort op die het melden waard is, ze staan in dit fantastische boek waarbij paars van de bloemen in alle nuances je tegemoet blinkt.
Welke naam welke soort krijgt en hoe dat steeds verschuift wordt goed uitgelegd maar is voor buitenstaanders raadselachtig. Maar we hebben te maken met een evolutionair gezien jonge geslachten en ook nog sterk kruisende soorten. Het geslacht spiegelorchis (waar ook de sterk uitbreiden bijenorchis toe behoort) is niet op basis van de kracht van feiten en argumenten eenduidig in te delen. Persoonlijke opvattingen bij soortbeschrijving spelen een rol, een soort is geen hard feit, maar een goed onderbouwde mening.
De auteur toont de vele variëteiten van de bijenorchis, een soort die na 1950 enorm vooruit is gegaan. Hierbij ligt een verklaringsgrond in de klimaatverandering, een fenomeen dat bij Kreutz in de bespreking van achteruitgang en bedreiging niet wordt gememoreerd maar wel relevant is als categorie ‘grote veranderingen’.
Kreutz is iemand die gefascineerd is door de oneindige variatie in deze bijzondere familie en die verscheidenheid ook zo goed mogelijk in woorden en beelden wil vangen. Dus voor de echte fan: binnenkort komt ook een overzicht van zijn hand met 8000 pagina’s en ‘alle’ Europese orchideeën. Daarbij zijn de 1295 pagina’s van dit al bijna ontilbare standaardwerk een peulenschil.
Daarnaast verschijnt er binnenkort ook een veldgids (Fieldguide in Engels) van de nu in Europa, Noord-Afrika en het Midden-Oosten voorkomende bijna 1100 taxa.
<uit persbericht>
Karel (C.A.J.) Kreutz (1954) bestudeert vanaf zijn jeugd de orchideeën van Europa, Noord-Afrika en het Midden-Oosten. Hij is sterk geboeid door hun verspreidingspatronen, bedreiging en bescherming, maar vooral ook door hun taxonomische en nomenclatorische status. Hierover schreef hij een groot aantal boeken, onder andere over Nederland, Turkije, de Krim, Algerije, Rhodos, Cyprus alsmede meer dan 200 artikelen in amateur- en wetenschappelijke tijdschriften. Bovendien is hij zeer begaan met het lot van de Zuid-Limburgse en Nederlandse orchideeën, waarover hij ook verschillende boeken en publicaties schreef. Ook de Europese Bremrapen (Orobanche) hebben zijn aandacht. Verder werkt hij al meer dan tien jaar aan het binnenkort te verschijnen standaardwerk van de Orchideeën van Europa, Noord-Afrika en het Midden-Oosten (“Die Orchideen Europas, Nordafrikas, Vorderasiens und angrenzender Gebiete/The Orchids of Europe, Northafrica and the Near-East”). In dit werk worden, naast onder andere komplete beschrijvingen en uitgebreide informatie over de taxa zelf, ook op het gebied van taxonomie en nomenclatuur de nieuwste inzichten gepubliceerd. Bovendien werden alle type-exemplaren bestudeerd en van alle ongeveer 1.500 taxa met hun belangrijkste synoniemen typificaties doorgevoerd. Ook werd de nomenclatuur volgens de laatste stand bijgewerkt en worden verspreidingskaarten op UTM-25 km raster afgebeeld. Vooraf zal echter een Europese veldgids gepubliceerd worden, waar alle taxa (ongeveer 1.200), ieder op een pagina afzonderlijk, worden behandeld met naam, basionym, heterotypische synoniemen, type, naamgeving, beschrijving, herkenning, biotoop, bloeitijd, verspreiding en 3 tot 4 typerende foto’s (Engelse taal). Karel Kreutz is verbonden aan Naturalis Biodiversity Center in Leiden.