Oude veldnamen in de Voornse duinen (3): Grote Creeck of Achter-Strype
Door: Nol Freijsen
Er zijn landschapselementen in het duingebied van Voorne met een interessante historische achtergrond. Het gaat in dit geval niet om een duinterrein, maar om een kreek. Een watergang die in verbinding stond met de zee en bij vloed het zeewater landinwaarts bracht en bij eb omgekeerd.
De kreek zelf is niet bewaard gebleven. De plaats waar hij in het binnenduin gelegen was, kunnen we terugvinden in het graslandgebied aan de noordzijde van het Kreekpad in Rockanje. Dit verwijst met zijn lage ligging naar de vroegere bedding van de kreek.

In de Late-Middeleeuwen was de kreek nog zichtbaar aanwezig. Daarvoor kunnen we verwijzen naar de (bewerkte) kaart van Koutter uit 1608 (Fig. 1). De kreek draagt de naam Grote Creeck. Hij kwam naar binnen op de westpunt van het eiland Voorne en liep met een boog over de strandvlakte naar het duin. Een slufterachtig landschap. Op de plaats waar hij de duinstrook binnenging was echter geen duin, maar openheid. Die openheid liet het water naar binnen komen en ook de zeewind. Dat blijkt uit de naam ‘Twintgat. De Grote Creeck liep mogelijk vervolgens in de richting van het Meertje De Waal bij Rockanje, waar de grote loop van de Strype heeft gelegen die evenwel zuidelijk uitmondde. We zien op de kaart de laatmiddeleeuwse situatie, waarin reeds twee dijken zijn aangebracht om binnendringend water tegen te houden. In de 15e eeuw is de Noorddijk aangelegd, waardoor de polder Stuivesant tot stand kwam. In 1570 werd de Pietersdijk (in de fig. Nieuwe Noortdijck) door de plaatselijke bevolking aangelegd. Het was een reactie op de stormramp van dat jaar, waarbij op diverse plaatsen de Noorddijk (in de fig. Den Ouden Noortdijck) werd doorbroken. De kronkels in de dijk, zgn. vingerlingen, herinneren nog daaraan. Over de bovenloop van de kreek geeft de kaart dus geen informatie.
Een heel ander landschapsbeeld van hetzelfde onderdeel van de Voornse kust krijgen wij in een tekening van een veel latere datum. Het gaat om een kaartbeeld gegeven in een plaatselijke krant van Voorne: Nieuwe Brielsche Courant van 28 maart 1963 (Fig. 2).

De kaart is de illustratie bij een artikel geschreven door J. van Hoey Smith over de geologie van het Voornse duingebied. Het opmerkelijke van kaart en artikel is de weergave van wat hij noemt de Achter-Strype. Het wordt al gauw duidelijk, dat we hier te maken hebben met dezelfde kreek, hierboven besproken. Vanaf de zee tot aan de Noorddijk heeft de Achter-Strype dezelfde ligging als de Grote Creeck. Vervolgens kunnen we de vergelijking tussen de twee uitbeeldingen van de kreek niet voortzetten. Immers van de Grote Creeck kennen we slechts de ligging tot aan de Noorddijk, maar de Achter-Strype heeft een verdere bedding.
Van Hoey Smith veronderstelt dat de Achter-Strype loopt door de polders Stuifakker en Strype tot aan de kreek Strype en bij het Merrevliet, een zijarm van de Strype, komen ze te samen. De Strype-kreek vervolgt zijn weg als Strypsche Wetering. (Die wetering is inmiddels hersteld in zijn oorspronkelijke vorm van kreek.) We moeten aannemen dat de ligging van dit tweede gedeelte van de Achter-Strype op de tekening de situatie weergeeft van ver vóór de Late-Middeleeuwen. Er is met wat goede wil een zekere overeenkomst met het beeld van de loop van kreken op de geologische kaart van het gebied van vóór het begin van onze jaartelling (Fig. 3).

De tekening van de bedding van de kreek in het krantenartikel is gebaseerd op grondboringen, waarmee ondergrondse zandbeddingen van kreken werden gedetermineerd. En dat was ook de werkwijze bij de geologische kaart. Een tweede argument dat het oostelijk deel van de Achter-Strype van een ver verleden dateert, is het feit dat elke weergave op kaarten van het gebied ontbreekt. Voor de Strype, de hoofdstroom van Rockanje naar Tinte, geldt een datering van 1500 v. Chr. (Freijsen 2010). Dat sluit goed aan bij de veronderstelling over de ouderdom van de Achter-Strype.
Wat de naam Achter-Strype betreft, die kan ontleend zijn aan de polder van die naam. De Achterstrypseweg maakt de situering daarvan duidelijk. Conclusie van het krantenartikel is, dat de Strype twee mondingen had, waarvan de noordelijke grensde aan het gebied van het tegenwoordige landgoed Strypemonde. Van Hoey Smith was eigenaar van het landgoed en heeft zich bij de keuze van die naam voor zijn bezit kennelijk sterk laten leiden door zijn opvatting over de naam voor de veronderstelde tweede monding. In een publicatie in 1930 had hij zich reeds uitgesproken over het bestaan van die monding van de Strype, die hij later met bewijsmateriaal in het krantenartikel lanceerde (Van Hoey Smith 1930). De naam Grote Creecke bleef op de achtergrond bij dit alles.
Geraadpleegde bronnen
Freijsen, N. (2010) De oude kreek Strype op Voorne. Van getijdenkreek naar watering en terug. Historisch-Geografisch Tijdschrift 28, no. 2.
Hoey Smith, J. van (1930) De kuststreek van Voorne, hare duinen en stranden, hare dorpen en hare toekomst. In: P.W. Wuijster e.a. , Gedenkboek van Voorne. VVV Brielle en Oostvoorne.
Hoey Smith, J. van (1963) Hoe Voorne’s kust ontstond. Geologisch Onderzoek naar oude rivieren en kustlijnen. Nieuwe Brielsche Courant, 28 maart 1963.
Kaart van Koutter uit 1608 – Transcriptie Streekarchief VP, Brielle.
Staalduinen, C.J. van (1979) Toelichtingen bij de geologische kaart van Nederland. Geologische Kaart van Nederland Blad 37W (1979). Rijks Geologische Dienst, Haarlem. 1: 50.000. Blad Rotterdam West (37W).