Duinbeeld. Paulus Potter (ca 1650): De konijnenjacht (uit: Het leven van de jager)
Paulus Potter (1625-1654), De konijnenjacht met een fret, ca 1650, olieverf op paneel, 17 x 19,8 cm
Het olieverfpaneel ‘Uit het leven van de jager’ van Paulus Potter dat ook bekend staat (door de twee centrale panelen) als ‘ De straf van een jager’ en ‘De rechtbank van de dieren’ is bijna een stripverhaal. Rondom twee centrale voorstellingen die respectievelijk de rechtbank zelf (met een leeuw als opperrechter) en de tenuitvoerlegging (het aan het spit braden van de jager en ophanging van de jachthonden) laten zien, worden vele vormen van jacht en bijbehorende geneugten beeldend getoond. We krijgen de halve fauna van Europa en enkele hoogtepunten uit Afrika te zien, een feest voor de kijker. Kort te zien in 2017 in de Hermitage, Amsterdam, als uitleen uit Sint Petersburg.
Het kunstwerk
Paulus Potter was een van de knapste dierenschilders die Nederland ooit gekend heeft. Hij is befaamd om de verbluffende levensechtheid van zijn dieren en de kennelijke liefde waarmee hij ook het onaanzienlijkste of schamelste exemplaar weergaf. Van 1649 tot 1653 woonde Potter in Den Haag, waar hij veel werkte voor kringen rondom het stadhouderlijk hof. In die jaren koos hij meermalen de jacht tot onderwerp. Een beroemd voorbeeld daarvan is het schilderij Het leven van de jager, een beeldverhaal met twee hoofd- en twaalf randvoorstellingen. Tien van de twaalf kleine panelen tonen de jacht op verschillende dieren, de twee middenpanelen schilderen het uiteindelijke lot van de jager en zijn honden: hun veroordeling en terechtstelling door de dieren die hij bejaagd heeft.
Een minder opvallende voorstelling aan de rechterzijde, ca 15 bij 25 cm laat een man met zijn hond zien, die gespannen naar beneden kijken in afwachting van wat komen gaat. Volgens het bijschrift in de Amsterdamse Hermitage een ‘konijnenjacht met fret’. Een fret is geen wilde bunzing, maar een gedomesticeerde. De activiteit staat ook bekend als ‘fretteren’. De tamme en slanke fret werd losgelaten voor het hol zodat hij er soepel in kon verdwijnen om een konijn te grijpen. Daarbij rennen de andere konijnen in doodsnood naar buiten om tegen het gespannen net aan te rennen om door de jachthond te worden gegrepen. Het mooi gespannen net aan de linkerzijde moest het wegvluchten beletten. Het moment is prachtig. Alles en iedereen staat klaar. Wat er mis kan gaan zien we heel klein op de achtergrond. Daar draven een minuscule figuur met stok en zijn hond achter twee konijnen aan die ontsnapt zijn en vlak daarna in hun nauwelijks zichtbare holen zullen verdwijnen.
Fretteren was tot in de vorige eeuw een gewone tak in het jachtbedrijf. Verwilderde fretten zijn tot op heden bekend uit de duinen. En zelfs nu nog is er nog iemand die het kan: de ‘faunabeheerder’ die de konijnen in de dijken op de Maasvlakte moet bestrijden kan het ook.
Alle details in het het werk zijn veelzeggend, los van de jacht. Op deze manier konijnen kweken/jagen was vanaf de middeleeuwen (ca 1300) een profijtelijk bedrijf. De ‘duinmeier’ of een speciaal aangestelde ‘conijn jagher’ (dat kan de persoon met omgeknoopte zakdoek zijn die we zien) die het duin voor ‘konijnenwarande’ pachtte moest er veel voor neerleggen bij de grondeigenaar. Duinmeiers probeerden zoveel mogelijk konijnen te kweken, wat frequent tot verstuivingen leidde, de duinen mede kaal hield en aan de binnenduinrand grote conflicten gaf met de aanpalende boeren, die de knagers en gravers niet mochten bejagen, maar ze wel op hun land kregen. Een traditie van stroperij kleurde de duinrand van de middeleeuwen tot ca 1990, toen vrijwel alle jacht stopte en we daarna stropers alleen nog van oude ansichtkaarten kennen. Een enkele halfvergane houten pin met stalen strik vinden we nog wel tot op heden in het duin, langs al lang verlaten konijnenpaadjes.
In het schilderij zien we veel kaal en hoog duin met op de horizon een vissersdorpje getuige de hoge toren (met vlag) aan de linkerkant, een vuurboet. Potter neemt ons naar alle waarschijnijkheid op het hier afgebeelde paneeltje mee naar de duinen bij Scheveningen, dat – goed herkenbaar aan zijn karakteristieke vuurboet – oprijst achter de duinen.
Ook zeldzaam op vroege duinschilderijen zijn de herkenbare botanische details. De pollen zijn onmiskenbaar helmgras, de struiken met de oplichtende blaadjes hebben veel weg van duindoorns of kruipwilg.
Het thema van de wraak der dieren op hun bedreigers bestond al langer in de beeldende kunst, Potter moet het gekend hebben uit allegorische prenten. Ook de meeste jachtvoorstellingen op het grote schilderij ontleende hij gemakshalve aan oudere kunstenaars, op twee na: de jacht op berggeiten en de traditionele Hollandse konijnenjacht.Het grotere verhaal van dit kunstwerk, de rechtbank en de ten uitvoerlegging van de opgelegde straf, vormt het aandachtvragende centrum. Maar voor de duingeschiedenis is een blik naar opzij heel illustratief.

Paulus Potter, Het leven van de jager, 84,5 x 120 cm.; Sint Petersburg, Hermitage, inv.nr. 823

Paulus Potter, De rechtbank der dieren (uit Het leven van de jager)
(Met dank aan de Hermitage, Amsterdam, Arnoud Bijl; copyright beeld: © State Hermitage Museum, St Petersburg)
Literatuur
Amy Walsh, Edwin Buijsen en Ben Broos, Paulus Potter. Schilderijen, tekeningen en etsen, tent.cat. Den Haag/Zwolle 1995, pp. 127-135
Ik was helemaal verrast door deze voorstelling bij bezoek Hermitage. Een commentaar op het jagen, lijkt me. Deed me ook denken aan de filosofie van Bruno Latour, die een Parliament of Things voorstelt. Waarin natuurlijke verschijnselen zoals bergen, water etc hun vertegenwoordiging krijgen bij beslissingen over hun gebruik.
Dank voor je reactie.
Het schilderij vraagt om een mooie publicatie….is die er al?
Het is een prachtige ‘vondst’. Ik ga hem gauw bekijken bij de Hermitage.