Verfbrem
Rolf Roos
Verfbrem
Genista tinctoria L.
Fabaceae/Vlinderbloemenfamilie
Nederlandse Rode Lijst: Bedreigd
Van het geslacht Genista (heidebrem) is de in de zomer bloeiende verfbrem veruit de fraaiste, al geven de vroegbloeiende stekelbrem en kruipbrem ook enige fris-gele tinten aan de lang vrij grauwe heidelandschappen. Het is een lage plant, een dwergheester, met opstijgende stengels met een grote diepgele bloem in trossen. De bladen zijn lancetvormig, spits, van boven donkergroen en opvallend glanzend. De geslachtsnaam Genista is mogelijk een verbastering van het Italiaanse ginestra, dat weer is afgeleid van het Griekse knèstron: een voorwerp om te krabben, wat zeker geldt voor de stekelbrem. Tinctória = verf. Al in de middeleeuwen verfde men wol en linnen geel met een aftreksel van de bloem.
Ecologie en leefgebied
Verfbrem houdt van droge tot vrij vochtige, al dan niet kalkhoudende grond in duinvalleien en heide. Bloembezoekers zijn vooral stuifmeel verzamelende, vaak ook tevergeefs naar honing zoekende bijen. In Europa heeft de soort een ruim areaal en ze staat ook aangrenzend in West-Azië. Gold als vrij algemeen maar dat is verleden tijd. Vergeleken met stekelbrem staat ze op wat minder zure bodems.
Bedreiging
In Nederland is verfbrem erg zeldzaam geworden en vertoont bovendien een zeer sterke achteruitgang. Vooral luchtvervuiling en de daaruit voortvloeiende vergrassing is slecht voor de soort die zich het best handhaaft langs de kust: in vaak van oorsprong kalkrijke milieus in Noord-Kennemerland. Daarnaast aan de rand van vochtige heide en soms in duinvalleien en op Texel, Terschelling en Ameland. In het binnenland waar de achteruitgang dramatisch is, staat verfbrem nog in de wat meer gebufferde overgangen van stuwwallen naar rivier- en beekdalen, ondermeer langs de Overijsselse Vecht; verder ook schaars in het Zuid-Limburgse krijtgebied.
Plantenportret geschreven voor expositie Beschermde Planten van Nederlandse Botanische Tuinen.
Info over 1 tentoonsteling in 24 tuinen tegelijk: link.