Vijf vragen over de kustwerken bij Petten
Nico van der Wel
De Hondsbossche en Pettemer Zeewering ligt sinds 1792 op de huidige plek, en stamt in zijn huidige vorm van 1981, toen hij op Deltahoogte werd gebracht. Slechts 23 jaar later, in 2004, bleek de zeewering een ‘zwakke schakel’, waarna nieuwe planvorming een aanvang nam. Sinds maart 2014 wordt er gewerkt aan versterking, niet door dijkverhoging maar door de aanleg van duinen vóór de dijk. Daar is veel voor te zeggen, maar het roept ook vragen op.
Op de plek voor de huidige zeewering, waar nu het nieuwe duin wordt aangelegd, lag in de middeleeuwen ook al een duinlandschap. Dat werd in de loop van de eeuwen, mede door een aantal grote stormen (o.a. de Elisabethsvloed (1421) en de Allerheiligenvloed (1570)), steeds smaller en bezweek, zie deze animatie en dit artikel van Diederik Aten c.s. uit Duinen en mensen Noordkop en Zwanenwater. De in de 16e eeuw met strandhoofden versterkte duinenrij redde het niet. Rond 1600 kwam de erachter gelegen Slaperdijk aan zee te liggen. Kort daarna gaf men het resterende duin op, en legde men een nieuwe zeewering aan. De eerste versie van de huidige Hondsbossche Zeewering (1792) lag nog weer een stuk naar het oosten. In 1981 waren de Hondsbossche en Pettemer Zeewering samen 5,5 kilometer lang, met een hoogte van 11,5 meter boven NAP.
Zoals bijgaand kaartje laat zien, is de omgeving van Petten in de loop van vele eeuwen druk bedijkt geraakt. We hebben het hier in feite over het zuidelijkste deel van het waddengebied, in de Middeleeuwen ontstaan nadat het veenpakket achter de duinenrij was weggeslagen. Het dorp Petten kent twee voorgangers, die westelijker lagen en door stormvloeden en afslag ten onder zijn gegaan.

De omgeving van Petten bevat vele dijken, sommige zeer oud. Linksonder de Hondsbossche en Pettemer Zeewering.
Kust op kracht
De zeewering, vaak versterkt en verhoogd met klei, basalt en asfalt, bevat strekdammen om de golven te breken en, sinds 2004, bij Petten zelfs een metalen damwand. Maar vanaf heden wordt de kust hier verdedigd met extra zand: het project heet Kust op kracht. Aan de westkant van de oude zeewering van 1981 wordt een strook duin van 250 meter aangelegd. De oude dijk blijft liggen, het nieuwe duinlandschap (inclusief de verhoogde vooroever) vangt de stormen op én er ontstaat een nieuw stuk natuur. Camperduin en Petten worden beiden voorzien van nieuwe recreatievoorzieningen. Camperduin krijgt een lagune, Petten een ruim strand. In het contract met de aannemers is 5 jaar instandhouding van de lagune bij Camperduin opgenomen, en zelfs 20 jaar instandhouding van het nieuwe duingebied. De nieuwe ‘zeewering’ moet bestand zijn tegen een superstorm die eens in de 10.000 jaar voorkomt.
Kustlijn 1990 is de norm
De laatste 25 jaar is Nederland vertrouwd geraakt met enorme zandwerken aan de kust. De zeereep wordt niet meer verhoogd, maar versterkt met zand door suppleties: zand uit zee wordt voor het strand aangebracht (vooroeversuppletie) of op het strand (strandsuppletie). Daarbij is de kustlijn van 1990 de norm: die moet gehandhaafd worden. Niet door verhoging maar door suppleties en met benutting van natuurlijke stroming van water en zand. Aan de kust is sindsdien een aantal bijzondere projecten uitgevoerd, o.a.
- Op Texel werd in 1995 bij Eierland een stenen strekdam in zee aangelegd, dwars op de kustlijn. Die vangt zand op dat voorheen met de zeestroom langs Texel wegstroomde, en versterkt zo de kust ter plekke (minder suppletie nodig).
- In 1997 werd er in de zeereep bij Schoorl een gat gemaakt, waardoor het zeewater bij hoogwater naar binnen kon stromen: De Kerf. Doel was natuurontwikkeling, er moest een soort Slufterlandschap (vgl. Texel) ontstaan. Na 2000 ontstonden bij Heemskerk kleine gaten. Gevaar geven die gaten niet, aangezien het duinlandschap op de betreffende plekken kilometers breed is.
- Bij Monster, net ten zuiden van Scheveningen, ligt sinds 2011 de zandmotor. Een aangelegde zandplaat van 128 hectare. Zeestroming moet het zand op de kust tussen Hoek van Holland en Scheveningen brengen en zo de veiligheid vergroten.
Kust op Kracht hoort in dit rijtje thuis, net als de voorgenomen versterking met eveneens met zand (!) van de Waddendijk van Texel. Vanaf het begin trok het werk veel bekijks, helemaal sinds zeehonden de nieuwe zandplaten zijn gaan gebruiken als rustplek. Dagelijks staat de oude zeewering vol met dagjesmensen.
Veilig met zand, natuurlijk
Het steeds verhogen van dijken heeft een eind, want hoe hoger ze zijn, hoe kwetsbaarder. Bovendien: om de huidige dijk veilig te maken zou een verhoging van 4 meter nodig zijn! Een brede strook duinen voor de oude kust geeft bescherming doordat duinen dynamisch zijn. Ze kunnen zich herstellen, meegroeien met de stijgende zeespiegel. De kracht van het water wordt niet meer opgevangen door een smalle, hoge dijk, maar door een breed duingebied. ’In tegenstelling tot bijvoorbeeld een zeewering van asfalt kan een zandige oplossing ook veel gemakkelijker worden aangepast aan veranderende omstandigheden (bijvoorbeeld klimaatontwikkelingen). Een versterking met zand is dus een veilige, flexibele en duurzame oplossing.’
De natuur ter plekke verandert. Het brakwatergebied De Putten, achter de oude dijk gelegen, kan gaan verzoeten door de ophoping van regenwater in de nieuwe duinen. Duinen vormen van nature een zoetwaterbel. Daarnaast waren de oude dijk en de bijbehorende strekdammen met de vele basaltblokken aantrekkelijk voor een aantal bijzondere dieren en planten. Het hoogheemraadschap is verplicht de negatieve gevolgen voor deze soorten op te vangen (‘verzachten’). Hoewel er dus natuur verdwijnt, koestert men tegelijkertijd hoge verwachtingen van het nieuwe duingebied als nieuwe natuur.
Nederland zou Nederland niet zijn, als er geen bezwaren leefden. Volgens de website van het project: ‘bezwaren van de Faunabescherming, organisaties, bedrijven en inwoners golden onder meer de luchtkwaliteit, geluidshinder, verkeersveiligheid, hinder door zandverstuiving en verzoeting van het water achter de Hondsbossche en Pettemer Zeewering. Ook de gekozen variant van kustversterking en de gevolgen van zandsuppletie voor de bedrijfsvoering van een strandpaviljoen stuitten op bezwaren. Al deze bezwaren heeft de Raad van State ongegrond verklaard.’ (d.d. 29 oktober 2014). De enige aanpassing die werd toegekend was de opname in de natuurvergunning van de compensatie voor het verlies aan foerageergebied voor scholekster en steenloper. Daarmee is het Hoogheemraadschap gebonden aan de uitvoering van deze maatregelen, die overigens wel gepland waren (ze stonden al in de projectplannen). (Overigens roert ook de kerncentrale van Petten zich. De kosten die het bedrijf (NRG) moet maken voor een aanpassing aan de lozing van koelwater in zee (NB dan gaat het ineens over een heel ander soort kustveiligheid) vallen ruim een miljoen euro hoger uit. Die wil men verhalen op het hoogheemraadschap).
Vijf vragen
Dat vele bezwaren zijn afgewezen wil niet zeggen dat ze niet kloppen. Juridisch is dat vaak niet de kwestie, het gaat er vaak om of de bezwaren netjes zijn meegenomen en waar mogelijk en nodig tot aanpassing van de plannen hebben geleid. Kust op Kracht is, ook als je ‘corrigeert’ voor de opgetogen toon van de voorlichting, een zeer boeiend en vernieuwend plan. Maar het plan roept ook vragen op. Vragen over het project zelf, en over de kustverdediging van Nederland als geheel.
- Het nieuwe duin aan de Hondsbossche en Pettemer Zeewering ligt op een plek waar vroeger al duin lag. Het spel van zeespiegelstijging, geulen en stromingen gaf zoveel erosie dat een doorbraak naar het lage achterland dreigde. De eerste ‘Hondsbossche’ verhinderde de vorming van een nieuw zeegat. De kunstmatige zeewering heeft het door de eeuwen heen altijd moeilijk gehad, moest steeds meer opschuiven naar het oosten, en werd hoger en hoger. Is het geen probleem dat ‘de natuur’ op de lange duur daar altijd aan een zeegat zal werken? Gaat de natuur wel ‘meewerken’, gaat hij het nieuwe duinlandschap niet extra hard aanpakken? Denk ook aan de diverse pogingen (tot 1930) om de Slufter op Texel af te sluiten van de zee; het gat in de zeereep ontstond echter telkens opnieuw, en uiteindelijk heeft men het geaccepteerd.
- De dijk tussen Camperduin en Petten bleek na 23 jaar ineens niet meer te voldoen. Met de nieuwe kust kunnen we 50 jaar vooruit, zo zeggen de aannemers en het hoogheemraadschap nu. Tja, daarover zullen we over 23 jaar meer weten. Wanneer gaat blijken dat het toch extra geld gaat kosten? Wat zal de houdbaarheid echt zijn?
- Hoewel het strand velen een ervaring van oernatuur biedt, of ze nu zonnen en zwemmen, zeilen en surfen, vissen of wandelen, zijn strand en zeereep verre van natuurlijk. Een natuurlijke zandkust is gevarieerd en veranderlijk van vorm, er is leven op het strand (vogels, zeehonden bijvoorbeeld), er is leven in de vooroever, er kan gevist worden. Nu is het bijna overal te druk voor de kolonies van meeuwen en andere broedvogels, om van zeehonden nog maar te zwijgen. En er ligt al 40 jaar overal een zanddijk op deltahoogte, ook op plekken waar de kust aangroeit of waar de duinstrook zeer breed is (Rijkswaterstaat houdt van jaar tot jaar gedetailleerd bij waar de kust groeit, waar hij afslaat, en met welke hoeveelheden). Kunnen we die zanddijk op deltahoogte op allerlei plekken niet inwisselen voor een natuurlijker overgang van strand naar duin? Zou maatwerk per locatie niet meer natuurlijkheid en evenveel veiligheid geven, en op den duur goedkoper zijn?
- Daarachter zit nog een andere vraag, over de spanning in de kustverdediging van nu: natuurlijke processen oké, maar wel langs een lijn op de kaart. Aan de ene kant benutten we de natuur voor de zeewerende functie van onze kust, aan de andere kant moet de kustlijn blijven liggen, ruwweg op de plek van 1990. De zandwinning in zee vernietigt ook natuur. En het suppletiezand (dat voor 26% weer in het duin terechtkomt, zie De natuur van de Kust (2014) heeft allerlei ecologische gevolgen in het duin die nog maar net duidelijk worden. Met andere woorden: Is de kustverdediging wel natuurlijk genoeg? Is het niet mogelijk om met minder suppletiezand (= kosten = omzet voor de grote baggeraars) dezelfde veiligheid te creëren, uitgaande van een nog natuurlijker aanpak?
- Dan klimaatverandering. Die bestaat niet volgens de helft van ons kabinet c.q. ons parlement. Deskundigen weten wel beter maar spreken met zand in de mond. Ondertussen treft de water- en dijkensector overal maatregelen om de stijging van de zeespiegel op te vangen. Paradox: niet over spreken, wel uitvoeren. De vraag is: zou het kustbeleid – inclusief dit project – anders uitpakken als volmondige erkenning van klimaatverandering het uitgangspunt was?
Innovatie gaat niet zonder verrassingen en risico’s
De vernieuwing van het beleid voor de kustverdediging is erg interessant en broodnodig, maar hinkt op twee gedachten, vastleggen versus natuurlijkheid. De beperkte natuurlijkheid van de huidige aanpak kent zijn onzekerheden en verrassingen: de Kerf is alweer dichtgewaaid (mede door zandsuppleties). Niet zo gek, want hij ligt nu eenmaal op een plek waar nooit een kerf was. De Zandmotor gedraagt zich niet helemaal als voorspeld – de stroming eromheen is sterker en gevaarlijker dan verwacht. Wie zal zeggen hoe het zal gaan met de Hondsbossche en Pettemer Krachtkust.
Ik tel acht vragen !
Is het geen probleem dat ‘de natuur’ op de lange duur daar altijd aan een zeegat zal werken?
In de discussie vooraf is aan Henk Steetsel van Arcadis gevraagd hoe de stroming zich gaat gedragen na aanbrenging van het zand voor de Hondsbossche en Pettemer Zeewering. Hij zou hier op terug komen maar tot op heden is de invulling van de stromingsverandering niet bekend of niet bekend gemaakt. Dit had mogelijk geweest als er vooraf stromingproeven waren uitgevoerd zoals in 2014 bij de Zandmotor van Delfland.
Gaat de natuur wel ‘meewerken’, gaat hij het nieuwe duinlandschap niet extra hard aanpakken?
Zolang de verstoorde stroming voor de kust niet in kaart is gebracht is niet uit te leggen of en waar de natuur (stroming) het duinlandschap gaat aanvallen. Het is een kwestie van wachten en kijken waar Boskalis & van Oord de komende 20 jaar het meeste zand moeten suppleren.
Wanneer gaat blijken dat het toch extra geld gaat kosten?
Als Boskalis & van Oord het nieuwe duinlandschap 20 jaar zonder extra onkosten in stand weten te houden zullen zij daarna de zandprijs opvoeren om de, in de 20 jaar, niet gedeclareerde onderhoudskosten alsnog van het rijk te vangen.
Wat zal de houdbaarheid echt zijn?
Dit is geheel afhankelijk van de weersomstandigheden, zeespiegelstijging, bodemdaling, risico van gashandel rond deze plek en het onderhoud in de komende 20 jaar.
Kunnen we die zanddijk op deltahoogte op allerlei plekken niet inwisselen voor een natuurlijker overgang van strand naar duin?
Ja, maar dan moeten er veelvouden van zandsuppleties gepleegd worden hetgeen natuur en milieutechnisch een rampen scenario betekend. Beter is het om middels sturingsobjecten zand in te vangen dan wel naar de kust te dirigeren.
Sturingselementen zijn: geperfectioneerde strekdammen, zandsturende golfdempers, zeejachthavens, riffen, wrakken van zeeschepen of kunstmatige ribbels op de zeebodem. Echter, deze zijn door Rijkswaterstaat onbespreekbaar gemaakt bij veiligheidsbesprekingen. Voor de handel is er zoals gewoonlijk een uitzondering. Verlenging van de pieren van IJmuiden, maasvlakte 1 en 2.
Zou maatwerk per locatie niet meer natuurlijkheid en evenveel veiligheid geven, en op den duur goedkoper zijn?
Ja, met als voorbeeld het Kennemerstrand en de Eijerlandsedam.
Is de kustverdediging wel natuurlijk genoeg? Is het niet mogelijk om met minder suppletiezand (= kosten = omzet voor de grote baggeraars) dezelfde veiligheid te creëren, uitgaande van een nog natuurlijker aanpak.
Deze huidige kustverdediging is zeker niet natuurlijk te noemen. Natuur en milieu zouden een rekenfactor moeten worden bij veiligheidsberekeningen.
Het is Koos van Oord die samen met Cees Veerman de zandhandel veilig heeft gesteld door destijds kroonprins Willem Alexander als voorzitter te vragen in het Topteam Water. Hun verzoek om een zandige kustverdediging heeft Den Haag geslikt als het ware geloof in de wet vastgelegd. De kosten en omzet van de grote en kleine baggeraars vallen in het niet als er een gestuurde kustverdediging doorgevoerd zou worden. Jachthavens en parkeergarages als zandvangende dammen in zee geven veel meer recreatieomzet, uitbreiding van natuur en meer mogelijkheid om zoet water op te vangen.
De vraag is: zou het kustbeleid – inclusief dit project – anders uitpakken als volmondige erkenning van klimaatverandering het uitgangspunt was?
Het is nu al spannend of en hoelang het aangebrachte zand voor de Hondsbossche en Pettemer Zeewering blijft liggen. En we hebben pas een klein stormpje gehad! Als de monumentale Zeewering echt meters te laag is, zoals dijkgraaf Luc Koshiek bij zijn aantreden beweerden, wat moet dan een nog lager duinlandschap voor veiligheid bieden tegen extreme klimaatveranderingen?
Pingback: Duinen en mensen » Duinen Hondsbossche: bedreiging voor brakke natuur?
Pingback: Duinen en mensen » Prijsvraag: nieuwe duinen op de kaart
Waar komt het zand precies vandaan en wat was ter plekke de waterdiepte? Ik ben daar nieuwsgierig naar vanwege de fauna die met het zand opgespoten is.