Vincent van Gogh: Aardappelveld bij Scheveningen (1883); locatie gevonden?
Door: Boudewijn Bakker & Rolf Roos (2017)
Aardappelveld bij Scheveningen
Vincent van Gogh (1853-1890)
juli 1883
Penseel in bruin en enig wit, op getint papier
26,6 x 42,9 cm
opschrift: –
Otterlo, Kröller-Müller Museum, inv.nr. KM 126.681
Kunsthistorie
Van begin 1881 tot september 1883 woonde Van Gogh in Den Haag. Hij maakte graag wandelingen naar Scheveningen en de duinen, onder anderen met de schilder Theophile de Bock. Vincent werd getroffen door de tegenstelling tussen het stille onbedorven duinland en zijn bewoners enerzijds, en anderzijds de moderne tijd met zijn verwoestende invloed op de zuiverheid van de natuur. Maar tegelijkertijd waardeerde hij de schilderachtige charme van het onvolmaakte, het ongeregelde en het onvoltooide. Omstreeks 7 juli 1883 schreef hij aan zijn broer Theo: ‘Ik heb met Bock prachtige aardappellanden gevonden in de duinen achter de [Scheveningse] vuurtoren.’ En een paar dagen later (ca 11 juli 1883): ’Heb dezer dagen voor de verandering weer eens een paar aquarellen buiten gemaakt, een korenveldje en een stukje aardappelland.’ Misschien bedoelde hij met die laatste aquarel de hier afgebeelde penseeltekening met inkt en dekkende waterverf, misschien heeft het er meer dan één gemaakt. Van Gogh heeft zorgvuldig een centraal gezichtpunt gekozen, waardoor het armzalige maar keurig geordende akkertje een eigen monumentaliteit krijgt tegenover de rommelige en ongecultiveerde duingrond eromheen.
Locatie
Vermoedelijk is dit een van de ‘aardappellanden in de duinen achter de vuurtoren’ van Scheveningen. De topografische kaart van ca 1885 toont inderdaad ten zuiden van de vuurtoren een uitgestrekt duinterrein met daarin verspreid een aantal van deze veldjes, onder andere in de Vuurbaaks Pan, zo genoemd naar de voorganger van de vuurtoren, een vuurbaak. De tekening lijkt een van de veldjes aan de rand van deze pan voor te stellen, gezien vanaf de omringende lage duinrand.

Detail van de topografische kaart van ca 1885, met daarop als enige bebouwing in de Vuurbaakspan de rode stip. Als we aannemen dat deze rode stip (van de oorspronkelijke kaart) de gebouwtjes aanduidt die op de tekening nog net te zien zijn achter de duinwal rechts van het veld, zouden we hieruit ongeveer Van Goghs vermoedelijke gezichtspunt kunnen afleiden, namelijk net boven de letter ‘b’, op een iets hogere plek, kijkend in westelijke richting. De kaart geeft dan niet de scheidingswal weer die op de tekening dwars over de brede vallei (de Vuurbaaks Pan) op de achtergrond loopt, en evenmin de duinwal links van het voorste landje. Voor betere suggesties voor het exacte gezichtspunt van van Gogh houden we ons aanbevolen.
Tijd en seizoen
Als de datering klopt is het hoog zomer. In de brief van ca 11 juli schetste Vincent ook mensen die onkruid verbranden op het aardappelveld. Op een tweede schets zien we een groepje mensen naar huis terugkeren, onder wie vermoedelijk de vrouw met de spade die hier samen met de man aan het werk is. Blijkbaar zijn ze hier dus bezig met onkruid wieden.
Natuur en landschap
Het landschapstype dat we zien heet op Europese schaal ‘het atlantische kustlandschap’: afgeschermde kleine percelen, in Ierland door muurtjes, bij ons door walletjes omringd en behorende tot het zeedorpenlandschap. Zie op deze site een tweetal artikelen van Rienk Slings hierover:
Zeedorpen in kalkrijke duinen tekenden het landschap
en
Het zeedorpenlandschap: herkenning, waardering, beheer in vogelvlucht
De ontgonnen ‘duinlandjes’ voor met name aardappels zijn een weid verspreid fenomeen in de 19e eeuw in de kalkrijke duinen nabij zeedorpen en duindorpen, zeker toen de aardappelziekte opdook en de in het duin gelegen landjes (die vers werden gegraven in de natuurlijke valleien) hiervan deels verschoond bleven. Ze waren ook te zien bij Egmond aan Zee en Zandvoort.
Aardappelteelt werd pas mogelijk nadat de grondwaterstanden door allerlei oorzaken waren gedaald. Verdere daling, bijvoorbeeld als gevolg van waterwinning, aanleg van kanalen of kustafslag, maakte het steeds dieper uitgraven van de landjes nodig en zo ontstonden ook hogere wallen.
De landschappelijke structuur met hoekige percelen en uitgegraven bodems (dan is wat meer vocht aanwezig in de bodem die bovendien kalkrijker en vruchtbaarder is) wordt geaccentueerd door de wallen van de uitgegraven grond die de landjes omringen. Hier blijkbaar zo hoog en breed dat er op aangeplante boompjes (wilg? abeel?) er op kunnen gedijen. Een beeld dat bij Goeree het ‘schurfelingenlandschap’ heet, maar daar is (voor zover bekend) van Gogh niet geweest.
De duinlocatie is nu volledig opgenomen in de bebouwing en havenwerken voor Scheveningen.
Met dank aan Teio Meedendorp, Rienk Slings en Aletta de Ruiter
Literatuur
Leo Jansen, Hans Luijten en Nienke Bakker (red.), Vincent van Gogh: De Brieven. De volledige, geïllustreerde en geannoteerde uitgave, 6 banden, Brussel 2009, dl. 2, pp. 371-379, ihb 372 en 374
[mappress mapid=”193″]
Landjes kwamen bij alle zeedorpen van de kalkrijke duinen voor.
Aardappelteelt werd pas mogelijk nadat de grondwaterstanden door allerlei oorzaken waren gedaald. Verdere daling, bv als gevolg van waterwinning, maakte het steeds dieper uitgraven van de landjes nodig.
dank voor reactie; hebben we verwerkt in de tekst
BB&RR